Home

Rechtbank Noord-Holland, 02-11-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9707, 9779598\ CV EXPL 22-1920

Rechtbank Noord-Holland, 02-11-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9707, 9779598\ CV EXPL 22-1920

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
2 november 2022
Datum publicatie
28 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:9707
Zaaknummer
9779598\ CV EXPL 22-1920

Inhoudsindicatie

Vordering over non-conformiteit auto. Vordering wordt afgewezen.

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 9779598\ CV EXPL 22-1920

Uitspraakdatum: 2 november 2022

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser]

wonende te [plaats 1],

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. D.W.M. de Haan

tegen

[gedaagde]

h.o.d.n. [gedaagde]

wonende en zaakdoende te [plaats 2],

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

gemachtigde: mr. M. de Jong.

1 Het procesverloop

1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 22 maart 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd en zijn eis vermeerderd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

1.3.

Tenslotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] drijft een eenmanszaak onder de naam [gedaagde] Automobielen.

2.2.

[eiser] heeft op 31 augustus 2020 een auto, merk BMW met kenteken [kenteken] uit 2011 met een kilometerstand van 209.360 (hierna: de auto) gekocht van [gedaagde] voor een bedrag van € 6.950,-.

2.3.

Op 27 december 2020 viel het vermogen van de auto weg toen [eiser] met de auto onderweg was. [eiser] heeft de ANWB gebeld om de auto op te halen.

2.4.

Op 28 december 2020 is afgesproken dat de auto voor analyse en reparatie terug zou gaan naar [gedaagde]. De auto is daarom op 31 december 2020 door de ANWB vervoerd naar [gedaagde]. Uit de analyse door [gedaagde] bleek dat de ketting van de motor was los gegaan en dat de motor daardoor kapot gegaan was en niet meer gerepareerd kon worden.

2.5.

Na overleg tussen partijen is op 8 februari 2021 in opdracht van [gedaagde] door Topcars een nieuwe revisiemotor in de auto geplaatst. Omdat met deze motor minder kilometers was gereden hebben partijen afgesproken ieder de helft van de kosten voor deze revisiemotor te dragen. [eiser] heeft op 8 februari 2021 zijn aandeel, een bedrag van € 1.950,-, betaald.

2.6.

Op 23 februari 2021 heeft [eiser] per WhatsApp het volgende aan [gedaagde] geschreven: ‘Hoi [betrokkene] hier weer de man van de BMW uit omgeving Breda. Paar weken gereden en even aangekeken maar er blijft continue bij het aanhebben van de blazer een motorlucht waar je niet goed van wordt uit de roosters. Als ik de airco aanzet of de blazers dan is het helemaal erg. Hoopte dat het weg zou gaan met de nieuwigheid wat je zei maar helaas. De auto is op 10 maart 2021 door [gedaagde] opgehaald voor reparatie door Topcars. De reparatie was op 17 maart 2021 klaar en de auto is op 23 maart 2021 teruggebracht bij [eiser].

2.7.

Op 19 mei 2021 viel op de snelweg het vermogen van de auto opnieuw weg. Op 20 mei 2021 is de auto door de ANWB afgezet in [plaats 1]. Op 30 mei 2021 is de auto opgehaald voor reparatie door [gedaagde]. Op 2 juni 2021 liet [gedaagde] aanvankelijk aan [eiser] weten dat reparatie aan een onderdeel van de motor niet door hem kon worden gedaan maar alleen door een BMW-dealer kon worden uitgevoerd. Vervolgens is, na overleg, de reparatie toch uitgevoerd door [gedaagde]. De auto is op 18 juni 2021 rijdend teruggebracht bij [eiser]. Op het dashboard werd nog steeds een start-stop foutmelding weergegeven.

2.8.

Op 30 juni 2021 is het vermogen van de auto opnieuw weggevallen. [eiser] heeft dit op 1 juli 2021 via whatsapp gemeld aan [gedaagde]. Hierbij heeft [eiser] ook laten weten dat hij er geen vertrouwen meer in had om de auto nog door [gedaagde] te laten repareren.

2.9.

In een brief van 13 juli 2021 heeft [eiser] [gedaagde] voorstellen gedaan om er uit te komen. Deze voorstellen luiden – samengevat - :* ontbinding van de overeenkomst met volledige schadeloosstelling door [gedaagde] door terugbetaling van de aankoopkosten en reparatiekosten van € 6.950 + € 1.950,- = € 8.900. * de auto wordt voor een analyse, grote beurt en reparatie in behandeling gegeven bij van Poelgeest in Heemstede waarbij de factuur wordt betaald door [gedaagde].* het aanbieden van gelijkwaardige auto naar keuze die qua bruto inkoop gelijk staat aan schadebedrag van € 8.900.[eiser] heeft [gedaagde] verzocht uiterlijk voor 26 juli 2021 een keuze te maken voor één van die oplossingen en hem, voor het geval hij hieraan niet (tijdig) zou voldoen alvast in gebreke gesteld. [gedaagde] heeft niet gereageerd op deze brief.

2.10.

De gemachtigde van [gedaagde] heeft in een brief van 16 juli 2021 gereageerd, maar deze brief heeft [eiser] niet bereikt omdat op de brief een verkeerd adres was vermeld. [eiser] heeft [gedaagde] in een brief van 13 augustus 2021 gerappelleerd.

2.11.

In zijn reactie heeft [gedaagde] betwist dat sprake is van non-conformiteit van de auto. In een brief van 11 oktober 2021 heeft [eiser] aan [gedaagde] meegedeeld dat hij niet langer nakoming en herstel wenst maar dat hij de overeenkomst omzet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding. Hij heeft [gedaagde] een termijn gegeven van zeven dagen om het schadebedrag van € 8.376,38 aan hem te betalen. [gedaagde] is niet tot betaling overgegaan.

3 De vordering

3.1.

[eiser] vordert – na vermeerdering van eis – primair dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 8.376,38 inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente en tot betaling van € 756,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Subsidiair vordert [eiser] dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt met de verplichting van [eiser] om de auto terug te leveren tegen terugbetaling door [gedaagde] van de aankoopprijs van € 6.950,- en het bedrag van € 1.950,- dat [eiser] heeft betaald voor de revisiemotor. Zowel primair als subsidiair met veroordeling van [eiser] tot betaling van de proceskosten te vermeerderen met wettelijke rente.

3.2.

[eiser] legt aan de vorderingen ten grondslag – kort weergegeven – dat de auto die hij van [gedaagde] heeft gekocht niet voldeed aan hetgeen hij daarvan mocht verwachten. Hij stelt verder dat, omdat hij geen vertrouwen meer heeft in [gedaagde], hij niet langer nakoming wenst maar vervangende schadevergoeding vordert voor de door hem geleden schade. Hij verklaart dat de auto, ondanks meerdere reparaties, problemen bleef geven die zorgden voor verkeersgevaarlijke situaties, waardoor de veiligheid van [eiser] en zijn gezinsleden in gevaar werd gebracht. Hij voert aan dat het gaat om gebreken die niet gemakkelijk ontdekt konden worden.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing