Rechtbank Noord-Holland, 15-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7999, 8707794 \ CV EXPL 20-6889
Rechtbank Noord-Holland, 15-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7999, 8707794 \ CV EXPL 20-6889
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 15 september 2021
- Datum publicatie
- 29 september 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:7999
- Zaaknummer
- 8707794 \ CV EXPL 20-6889
Inhoudsindicatie
Luchtvaartzaak. Toepassing arrest van het Hof van 11 juni 2020 (C-74/19). Passagier is met vervangende vlucht 49 uur later dan oorspronkelijk gepland op de eindbestemming aangekomen.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8707794 \ CV EXPL 20-6889
Uitspraakdatum: 15 september 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen de passagier
gemachtigde mr. R. Bos
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways PLC
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer
1 Het procesverloop
De passagier heeft bij dagvaarding van 24 juli 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft zich bij akte uitgelaten over de producties bij de schriftelijke reactie van de vervoerder.
2 De feiten
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar London Gatwick Airport, met vluchtnummer LJN BA2763, op 27 juli 2018 en aansluitend van London Gatwick naar Doha Airport (Qatar). De geplande aankomsttijd te Doha was op 28 juli 2018 om 06:50 uur.
De vlucht van Amsterdam naar Londen (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd. De geplande vertrektijd van de vlucht was 27 juli 2018 om 17:15 UTC en uiteindelijk vertrokken op 28 juli 2018 om 13:47 UTC.
De passagier is omgeboekt naar vervangende vluchten, waarmee hij 49 uur later dan oorspronkelijk gepland op de eindbestemming is gearriveerd.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
3 De vordering
De passagier vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en de nakosten.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.