Rechtbank Noord-Holland, 21-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:3231, C/15/296064 / HA ZA 19-723
Rechtbank Noord-Holland, 21-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:3231, C/15/296064 / HA ZA 19-723
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 21 april 2021
- Datum publicatie
- 2 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:3231
- Zaaknummer
- C/15/296064 / HA ZA 19-723
Inhoudsindicatie
Internationale handelszaak. Weens Koopverdrag. IPR. Betaling van facturen voor uit China geleverde veiligheidsschoenen. Te laat geklaagd mbt een order. Mbt een andere order schadevergoeding toegekend op grond van non-conforme levering.
Uitspraak
vonnis
Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/296064 / HA ZA 19-723
Vonnis van 21 april 2021
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
GAOMI LONGFEI SHOES CO LTD,
gevestigd te Gaomi City, China,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE JONG SHOES B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. G.C. Haulussy te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Gaomi en De Jong genoemd worden.
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over de vraag of De Jong een aantal facturen voor geleverde veiligheidsschoenen én schadevergoeding wegens niet tijdige betaling verschuldigd is aan Gaomi. De rechtbank oordeelt dat dit het geval is en dat De Jong de wettelijke handelsrente en proceskosten moet betalen. Verder wordt geoordeeld dat Gaomi schadevergoeding aan De Jong moet betalen op grond van een niet-conforme levering van een partij veiligheidsschoenen.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding van 8 november 2019 met producties 1-15;
- -
-
de conclusie van antwoord in conventie tevens incidentele conclusie ex artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), tevens conclusie van eis in reconventie met producties 1-24;
- -
-
de conclusie van antwoord in het incident;
- -
-
het vonnis in incident van 25 maart 2020, waarbij de rechtbank Gaomi heeft bevolen ten behoeve van De Jong zekerheid te stellen voor de proceskosten;
- -
-
de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie met producties 16-22;
- -
-
de conclusie van dupliek in conventie tevens van repliek in reconventie tevens wijziging van eis in reconventie tevens incidentele vordering zekerheidsstelling proceskosten met producties 25-37;
- -
-
de akte houdende vermeerdering van eis in reconventie met productie 38;
- -
-
de conclusie van dupliek in reconventie tevens reactie op wijziging eis en conclusie van antwoord in het incident met productie 23;
- -
-
het vonnis in incident van 2 december 2020, waarbij de rechtbank Gaomi heeft bevolen ten behoeve van De Jong aanvullende zekerheid te stellen voor de proceskosten en in de hoofdzaak een mondelinge behandeling heeft bepaald op 12 maart 2021;
- -
-
het bericht met producties 40-44 van de zijde van De Jong;
- -
-
de mondelinge behandeling op 12 maart 2021, waar de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. H. Loonstein heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn van de processtukken.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 Feiten
Gaomi is producent van schoenen.
De Jong houdt zich bezig met de handel in schoenen.
Partijen hebben van 2011 tot 2018 handel gedreven, waarbij De Jong schoenen bestelde bij Gaomi voor haar klanten in Europa.
Tussen partijen kwam steeds een koopovereenkomst tot stand doordat De Jong een bestelling plaatste, Gaomi vervolgens een pro-forma invoice stuurde, en De Jong ten slotte de pro-forma invoice ondertekend terugstuurde.
De door De Jong ontvangen en ondertekende pro-forma invoices van Gaomi vermelden onder andere:
Terms of Payment:
Discrepancy : in case of quality discrepancy,
Claim should be lodged by the Buyers within 15 days after the arrival of the goods at the port of destination, while the quantity discrepancy claims should be lodged by the Buyers within 15 days after the arrival of the goods at the port of destination. In all cases, claims must be accompanied by Survey Reports of Recognized Public Surveyors agreed to by the Sellers.
In februari 2018 heeft een levering plaatsgevonden door Gaomi aan De Jong van een partij veiligheidsschoenen die bestemd was voor Aldi UK Stores Ltd. uit Engeland (hierna: de Aldi-order).
In juni 2018 heeft een levering plaatsgevonden door Gaomi van een partij veiligheidsschoenen die bestemd was voor Hofer AG uit Oostenrijk (hierna: de Hofer-order).
Gaomi heeft in de periode 7 april 2018 tot en met 30 mei 2018 vijftien facturen aan De Jong toegestuurd. Het betreft de volgende facturen:
factuur datum vervaldag factuurbedrag aantal paar
LF343 07/04/2018 22/05/2018 $ 58 125,00 8500
LF345 20/04/2018 04/06/2018 $ 155 781,00 22260
LF347 20/04/2018 04/06/2018 $ 37 576,00 6160
LF349 03/05/2018 17/06/2018 $ 57 308,25 8505
LF282-3 07/05/2018 21/06/2018 $ 57 375,00 11250
LF285-1 08/05/2018 22/06/2018 $ 48 248,00 6520
LF285-2 18/05/2018 02/07/2018 $ 66 952,20 8953
LF352 12/05/2018 26/06/2018 $ 41 773,00 5845
LF357 17/05/2018 01/07/2018 $ 49 096,00 6270
LF359 17/05/2018 01/07/2018 $ 39 627,50 6050
LF360 17/05/2018 01/07/2018 $ 39 627,50 6050
LF363 24/05/2018 08/07/2018 $ 4 928,00 665
LF358 25/05/2018 09/07/2018 $ 46 500,00 6310
LF337 27/05/2018 11/07/2018 $ 30 480,00 4800
LF348 30/05/2018 14/07/2018 $ 37 515,00 6150
Totaal $ 770 912,45 114288
De Jong heeft deze facturen ontvangen. Van deze facturen heeft De Jong alleen de factuur van 30 mei 2018, zijnde een bedrag van $ 37.515,00, betaald.
3 Het geschil
Gaomi vordert veroordeling van De Jong tot betaling van:I. een bedrag van $ 733.397,45, om te rekenen in EUR volgens de officiële koers gepubliceerd door de ECB, te vermeerderen met wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek (BW) over de factuurbedragen vanaf de vervaldata van de facturen tot op de dag der algehele voldoening;II. een bedrag van $ 73.339,70 aan buitengerechtelijke kosten, om te rekenen in EUR volgens de officiële koers gepubliceerd door de ECB;
III. de proceskosten.
De Jong voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
De Jong vordert na wijziging van eis, samengevat, veroordeling van Gaomi tot betaling van I. bedragen van GBP 119.715,43, € 38.209,00 en $ 164.338,00, ter zake van de Aldi order, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de datum van levering van de Aldi order dan wel vanaf de datum van het vonnis;
II. bedragen van € 219.467,21 en GBP 316,00, ter zake van de Hofer order, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de datum van levering van de Aldi (de rechtbank begrijpt: Hofer) order, dan wel vanaf de datum van het vonnis;
III. het bedrag van GBP 2.793.642,00, ter zake van de door De Jong geleden schade als gevolg van de toerekenbare tekortkoming door Gaomi, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de datum van de levering van de Aldi order, dan wel vanaf de datum van het vonnis;
IV. de kosten van de procedure.
Gaomi voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.