Home

Rechtbank Noord-Holland, 03-08-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6140, 8556274

Rechtbank Noord-Holland, 03-08-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6140, 8556274

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
3 augustus 2020
Datum publicatie
12 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:6140
Zaaknummer
8556274

Inhoudsindicatie

Arbeidszaak. Toekenning billijke vergoeding aan werknemer. Het verzoek van de werknemer tot wijziging en rectificatie van een aanvankelijk onjuiste partij-aanduiding van de werkgever wordt toegestaan.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Zaanstad

Zaaknr./rolnr.: 8556274 \ AO VERZ 20-24

Uitspraakdatum: 3 augustus 2020

Beschikking in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats]

verzoekende partij

verder te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: mr. F.L. Jansen

tegen

de besloten vennootschap Nivo Groep Zaandam B.V.,

gevestigd te Wormer

verwerende partij

verder te noemen: Nivo Groep Zaandam

gemachtigde: mr. A.J. Jansen

1 Het procesverloop

1.1.

[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om onder meer een billijke vergoeding toe te kennen. Nivo Groep Zaandam heeft een verweerschrift ingediend.

1.2.

Op 6 juli 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] heeft op de zitting pleitaantekeningen en stukken overgelegd.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1970, is op 1 juli 2009 in dienst getreden bij Nivo Groep Zaandam, handelend onder de naam “BHV-Mobile.nl”. De functie van [verzoeker] is commercieel en administratief medewerker met een salaris van € 2.300,00 bruto per maand.

2.2.

Op 6 april 2020 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In een brief van 6 april 2020 heeft Nivo Groep Zaandam als dringende reden voor dat ontslag het volgende vermeld:

“De vrijdag voor je ziekmelding hebben wij een indringend gesprek gehad, jij, [voornaam 1] en ik, waarbij wij de eerdere waarschuwingen hebben geconcretiseerd. Van dit gesprek is ook een gespreksverslag gemaakt.

Desondanks heb jij tijdens jou ziekte contact opgenomen met klanten en heb jij tickets ingediend bij een van onze IT verzorgers.

Beide zaken zijn jou meerdere keren, en in het gesprek van de bewuste vrijdag, nogmaals uitdrukkelijk verboden.

Het ging slecht met BHV, ik spreek over de tijd voor Corona en wij hebben daarvoor moeten

ingrijpen. We hebben je een nieuwe beperktere taak binnen de salesorganisatie gegeven en

sindsdien in plaats van medewerking, alleen maar tegenwerking van je gehad. Wij hebben daar meerdere keren over gesproken en dat ook duidelijk aangegeven. Jij gaf aan dat

anders te zien, maar [voornaam 1] en ik hebben je aangegeven waarop onze mening is gebaseerd.

Wij hebben je heel duidelijk aangegeven dat dit je laatste kans was.

Desondanks blijf je je opdrachten negeren en doe je dingen die je niet mag doen en waarmee je het bedrijf schade toebrengt.

Tijdens jou ziekte hebben wij, noodgedwongen, allerlei zaken uit moeten zoeken en o.a. gezien dat ook voor jou ziekte je stelselmatig niet de opdrachten uitvoerde die je overduidelijk had gekregen maar daarentegen maatwerkklanten bleef benaderen c.q. beantwoorden en behandelen. Je uitdrukkelijke opdracht was alle inkomende mails en telefoontjes van “maatwerkklanten” door te geven aan [voornaam 2] en/of [voornaam 1] en geen enkele zelf meer te benaderen en/of behandelen.

Bellen voor de verzamelklassen heb je slechts zeer sporadisch gedaan. Meerdere keren is specifiek door [voornaam 1] aangegeven dat je hierop afgerekend zou worden.

Als laatste hebben wij ontdekt dat jij cursussen offreert onder de kostprijs. Iets waar jij beslist geen bevoegdheid voor hebt.

Dit alles heeft ons doen besluiten je ontslag op staande voet aan te zeggen.”

3 Het verzoek en het verweer

3.1.

[verzoeker] verzoekt – na wijziging van het verzoek – om aan hem een billijke vergoeding toe te kennen van € 14.904,00 bruto, en om Nivo Groep Zaandam te veroordelen een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 9.439,00 bruto en een transitievergoeding van € 9.171,89 bruto te betalen. Aan dat verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat het ontslag op staande voet van 6 april 2020 niet rechtsgeldig is, omdat een dringende reden daarvoor ontbreekt en omdat de dringende reden niet deugdelijk is meegedeeld.

3.2.

Nivo Groep Zaandam verweert zich tegen het verzoek. Nivo Groep Zaandam heeft aanvankelijk, in haar schriftelijke verweer, alleen aangevoerd dat het verzoek is gericht tot de verkeerde besloten vennootschap, te weten Nivo Groep Den Haag B.V. (hierna: Nivo Groep Den Haag), omdat [verzoeker] in dienst is bij Nivo Groep Zaandam en niet bij Nivo Groep Den Haag. Op de zitting is namens Nivo Groep Zaandam door haar advocaat ook nog inhoudelijk verweer gevoerd tegen het verzoek van [verzoeker] en is een beroep gedaan op de vervaltermijn.

4 De beoordeling

5 De beslissing