Rechtbank Noord-Holland, 29-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6049, 8135434 \ CV EXPL 19-16835
Rechtbank Noord-Holland, 29-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:6049, 8135434 \ CV EXPL 19-16835
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 29 juli 2020
- Datum publicatie
- 13 augustus 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:6049
- Zaaknummer
- 8135434 \ CV EXPL 19-16835
Inhoudsindicatie
Luchtvaartzaak. Beroep luchtvaartmaatschappij op buitengewone omstandigheden slaagt. Voldoende gebleken is dat de CTOT niet door eigen toedoen van luchtvaartmaatschappij is opgelegd.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8135434 / CV EXPL 19-16835
Uitspraakdatum: 29 juli 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigden: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Swiss International Air Lines A.G. gevestigd te Bazel, Zwitserland en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: Swiss
gemachtigde: mr. E.C. Douma
1 Het procesverloop
De passagier heeft bij dagvaarding van 15 september 2019 een vordering tegen Swiss ingesteld. Swiss heeft schriftelijk geantwoord.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Swiss een schriftelijke reactie heeft gegeven.
2 De feiten
De passagier heeft met Swiss een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Swiss de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Zürich, Zwitserland met vlucht LX725 en van Zürich naar Valencia met vlucht LJN LX2142 op 29 mei 2019, hierna: de vlucht.
Volgens de overeenkomst zou vlucht LX725 op 29 mei 2019 om 09:45 uur lokale tijd vertrekken vanaf Amsterdam en om 11:10 uur lokale tijd arriveren in Zürich. Vlucht LJN LX2142 zou om 11:50 uur lokale tijd vertrekken uit Zürich en om 14:00 uur lokale tijd arriveren in Valencia.
Vlucht LX725 is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft de aansluitende vlucht te Zürich niet kunnen halen. De passagier is omgeboekt naar vlucht LJN LX2142 en op 30 mei 2019 met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming gearriveerd.
De passagier heeft compensatie van Swiss gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
Swiss heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
3 De vordering
De passagier vordert dat Swiss bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Swiss vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.