Home

Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3469, 6657726

Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3469, 6657726

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
24 april 2018
Datum publicatie
1 mei 2018
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2018:3469
Zaaknummer
6657726

Inhoudsindicatie

Oproepcontract of arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd? Geen schriftelijke arbeidsovereenkomst, rechtsvermoeden bestaan en omvang arbeidsovereenkomst, niet rechtsgeldige opzegging, billijke vergoeding, transitievergoeding, vergoeding fictieve opzegtermijn.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 6657726 \ AO VERZ 18-29

Uitspraakdatum: 24 april 2018

Beschikking in de zaak van:

[werkneemster] ,

wonende te [woonplaats]

verzoekende partij

verder te noemen: [werkneemster]

gemachtigde: mr. S.J.E. Loontjes

tegen

de besloten vennootschap Sisun B.V.,

gevestigd te Nieuw-Vennep

verwerende partij

verder te noemen: Sisun

verschenen bij haar bestuurder: [bestuurder]

1 Het procesverloop

1.1.

[werkneemster] heeft een verzoek gedaan, primair om de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Sisun te vernietigen, en subsidiair om ten laste van Sisun een billijke vergoeding toe te kennen. [werkneemster] heeft eveneens subsidiair een verzoek gedaan om Sisun te veroordelen aan haar een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding te betalen. Sisun heeft een verweerschrift ingediend.

1.2.

Op 17 april 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. [werkneemster] heeft ter zitting pleitaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten verder naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [werkneemster] en Sisun bij brieven van 11 april 2018 en 16 april 2018 nog stukken toegezonden.

2 De feiten

2.1.

[werkneemster] , geboren [in 1975], is op 1 juni 2014 in dienst getreden bij Sisun. De laatste functie die [werkneemster] vervulde, is volgens de salarisspecificaties die van (oproep) sales manager, met een salaris van € 10,32 per uur exclusief 8% vakantietoeslag.

2.2.

Sisun heeft [werkneemster] middels een ‘formulier nieuwe werknemer’ aangemeld bij Tentoo Payrol Professionals. [werkneemster] heeft op 30 juni 2014 een loonbelastingverklaring ondertekend. Sisan heeft blijkens de salarisspecificaties van juni 2014 tot en met december 2017 loon betaald aan [werkneemster] .

2.3.

Op 24 september 2014 heeft [werkneemster] aan Sisun per e-mail gevraagd waar haar contract blijft. Sisun heeft geantwoord dat “iedereen een “0”uren contract” heeft.

2.4.

Sisun heeft onder meer [werkneemster] op 31 augustus 2015 bericht dat DITisTV zijn rekeningen aan Sisun niet kan betalen en de dat werkzaamheden die [werkneemster] voor DITisTV verricht per 1 september 2015 zullen worden uitgevoerd van 9:00 tot 12:00 uur van maandag tot en met vrijdag. Daarop heeft [werkneemster] geantwoord dat dit een eenzijdige aanpassing van haar uren betreft van 25%.

2.5.

Op 30 mei 2016 heeft [werkneemster] aan Sisun gemaild: “Ik sta weer op 2 vrijdagmiddagen ingeroosterd, heb al meerdere keren aangegeven niet beschikbaar te zijn. Ik wil na al deze maanden van geduldig zijn wel eens mijn uren/ochtenden terug, (...)”.Sisan heeft geantwoord:

“Het is nog even niet anders. (...) maar mocht jij of [naam] een blok willen overnemen, dan hoor ik het graag.”

2.6.

[werkneemster] heeft op 31 mei 2016 aan Sisan geantwoord:

“(...) Ik heb (...) duidelijk aangegeven dat ik geen hele dagen wil werken. (...) Ik geef elke maand duidelijk aan dat ik ma-vrij ochtenden beschikbaar ben. (...) Toch wordt, nu een half jaar later, ik nog steeds voro 3 ochtenden ingeroosterd ipv 5 ochtenden. (...) Het is nooit mijn bedoeling geweest om de uren af te nemen van iemand anders uiteraard, maar er zijn toezeggingen gedaan en die worden niet nagekomen (...) als je hulp nodig hebt bij blokken, dan mail die svp naar me, zodat ik kan kijken waar ik vrij ben eventueel (...) In avond of weekenddiensten (...) dan heb ik meestal andere dingen gepland namelijk”.

2.7.

Sisun heeft [werkneemster] op 30 november 2017 bericht:“De doek is nagenoeg gevallen DITisTV en nieuwe projecten doen zich nog niet snel genoeg voor. Het is verstandig om naar ander werk uit te kijken, omdat dit niet goed gaat. (...) Let op, de tijden in de ochtend zijn veranderd ! ( Nu van 10:00 tot 12:30 uur).”

2.8.

Op 18 december 2017 rond 19:30 vindt er een gesprek plaats tussen [bestuurder] en [werkneemster] op het kantoor van Sisun. De schoonmoeder van [werkneemster] , [schoonmoeder], is daarbij aanwezig. Kort na aanvang van dit gesprek wordt dit beëindigd omdat [werkneemster] het gesprek wil opnemen en [bestuurder] daarvoor geen toestemming verleent.

2.9.

Diezelfde avond om 20:20 uur heeft Sisun aan [werkneemster] gemaild:

“Hier even een reactie op onze ontmoeting (...)

Jij gaf toen aan, dat als ik het niet wilde ik maar met jouw advocaat moet communiceren.

Onze relatie is door jouw insteek op deze wijze volledig verstoord om een normaal gesprek te kunnen voeren, een normale werkverhouding is naar mijn inziens hierdoor niet meer mogelijk. Maar mocht je alsnog een gesprek willen (...) dan sta ik hier nog voor open. De enige project die ik je kan geven voor 20 uur in de week, is om vanuit Sisun gedetacheerd te worden bij een Amsterdams bedrijf. Je moet er om 8:45 uur aanwezig zijn op een adres in Amsterdam Sloterdijk, (...) 9:00 uur moet je beginnen met werken (...) Om 11:00 heb je pauze tot 11:15 uur en werkt tot 13:00 uur.

Om bovenstaande redenen zijn jou werkzaamheden (...) per direct 18 december 2017 20:16 uur beëindigd.”.

2.10.

[werkneemster] heeft op 19 december 2017 aan Sisun bericht:

“(...) stel ik mij op het standpunt dat de kennelijk door jou gewenste beeindiging op deze wijze geen vorm gegeven kan worden, althans ik ben daar niet aan gebonden. Verder zie ik vooralsnog geen reden om de bedongen arbeid aan te passen. Ik stel mijzelf daar dan ook voor beschikbaar en ik maak aanspraak op onverkorte doorbetaling.”.

2.11.

Sisun heeft op diezelfde dag geantwoord aan [werkneemster] :

“1. (...) Onze verstandhouding is verstoord en hierdoor is samenwerking sinds ons treffen niet meer mogelijk (...) en jezelf beschikbaar stellen is hierom geheel vreemd en misplaatst. 2. Omdat ik je als mens en werknemer altijd heb gerespecteerd, heb ik een opening gelaten om opnieuw in gesprek met jou te gaan. (...)Een gesprek zal ook niet automatisch inhouden dat wij jou diensten zullen herstellen (...) 3. Er zijn jou geen baan of werkzaamheden aangeboden (...) Mochten wij een positief gesprek hebben en tot elkaar kunnen komen, dan zullen de werkzaamheden zijn zoals genoemd (...) 4. Nogmaals, op dit moment hebben wij geen verstandhouding dat samenwerking toelaat en dit is sinds 18 december 2017, 20:18 uur van kracht (...)”.

2.12.

Op 31 december 2017 heeft [werkneemster] bij Sisun haar gewerkte uren voor de maand december 2017 ingediend en aangegeven dat:

“Ondertussen stel ik mij op het standpunt dat de kennelijk door jou gewenste beeindiging op deze wijze geen vorm gegeven kan worden, (...) Ik zal dan ook het rooster van december voortzetten vanaf januari. (...)”.

2.13.

De gemachtigde van [werkneemster] heeft [bestuurder] op 14 februari 2018 gebeld en vervolgens aan Sisun gemaild:“(...) U verwees naar het gesprek op 18 december jl. en u gaf aan dat cliënte gezorgd zou hebben voor een onwerkbare situatie en er daarmee een einde aan de werkzaamheden is gekomen.Zoals aangegeven, heb ik u voorgehouden dat cliënte het vorenstaande dan als een opzegging beschouwt. Dat brengt een aantal consequenties met zich mee. U beschikte niet over een ontslagvergunning en cliente is ook niet akkoord gegaan met de opzegging. Derhalve is de opzegging vernietigbaar en om die reden zal ik dan ook deze week nog een verzoekschrift bij de rechtbank indienen. (...)Ik begrijp van u dat er wel een getekend contract zou zijn. Graag ontvang ik dat contract van u alsmede ook de door u aangehaalde mail van januari 2017 dat u het personeel aanraadt om uit te kijken naar ander werk. (...)”.

3 Het verzoek

3.1.

[werkneemster] heeft een verzoek gedaan aan de kantonrechter om te verklaren voor recht dat zij uit hoofde van een arbeidsovereenkomst met een arbeidsomvang van 83 uren per maand werkzaam was voor Sisun en om Sisun te veroordelen tot nabetaling van loon gelet op die arbeidsomvang. [werkneemster] verzoekt verder om ten laste van Sisun een billijke vergoeding toe te kennen van en om Sisun te veroordelen een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding te betalen.

3.2.

[werkneemster] beroept zich op het rechtsvermoeden van artikel 7:610a BW en stelt dat zij tegen beloning gedurende drie opvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende tenminste 20 uren per maand, arbeid heeft verricht bij Sisun. Ten aanzien van de omvang van de arbeid beroept [werkneemster] zich op het rechtsvermoeden van artikel 7:610b BW en stelt zij dat als referteperiode de maanden juni tot en met augustus 2015 dienen te worden genomen, in welke periode [werkneemster] 249 uur, ofwel gemiddeld 83 uren per maand, heeft gewerkt en dat zij niet heeft ingestemd met een wijziging van de arbeidsovereenkomst naar een omvang van minder dan 83 uren per maand. Daarom heeft [werkneemster] over de gehele periode dat zij werkzaam was bij Sisun nog recht op nabetaling van loon over 1032 uren.

3.3.

Volgens [werkneemster] is Sisun een billijke vergoeding verschuldigd omdat Sisun ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de wijze waarop Sisun op 18 december 2017 de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd. Ook is Sisun een vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd, gelijk aan het bedrag aan loon over de opzegtermijn, te weten € 1.313,02. bruto. [werkneemster] stelt verder dat Sisun een transitievergoeding verschuldigd is van € 1.079,00 bruto gelet op haar diensttijd, leeftijd en loon.

3.4.

Tot slot verzoekt [werkneemster] om Sisun te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging, wettelijke rente over het verschuldigde en de proceskosten.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing