Home

Rechtbank Noord-Holland, 07-02-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:2749, 6420677

Rechtbank Noord-Holland, 07-02-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:2749, 6420677

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
7 februari 2018
Datum publicatie
5 april 2018
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2018:2749
Zaaknummer
6420677

Inhoudsindicatie

Overeenkomst gesloten na onderbewindstelling; bewind is gepubliceerd; geen beroep op rechtsbescherming

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 6420677 \ CV EXPL 17-7836 (NE)

Uitspraakdatum: 7 februari 2018

Vonnis in de zaak van:

[eiser] , in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [rechthebbende]

wonende en zaakdoende te Zwaag

opposant

verder te noemen: de bewindvoerder q.q. en [rechthebbende]

gemachtigde: mr. M.T.A.M. Mes

tegen

de naamloze vennootschap Tui Nederland N.V.

gevestigd te Rijswijk

geopposeerde

verder te noemen: Tui

gemachtigde: P.F. van den Berg

1 Het procesverloop

1.1.

De bewindvoerder q.q. is bij dagvaarding van 18 oktober 2017 in verzet gekomen tegen het op 6 september 2017 tussen partijen uitgesproken verstekvonnis onder zaak- en rolnummer 6010622 CV EXPL 17-4064, en heeft tegen de vordering van Tui verweer gevoerd. Vervolgens is gediend van antwoord en repliek in oppositie.

2 De feiten

2.1.

De (toekomstige) goederen van [rechthebbende] zijn wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden bij beschikking van 29 januari 2015 onder bewind gesteld met benoeming van opposant tot bewindvoerder.

2.2.

[rechthebbende] heeft op 29 november 2016 een reis geboekt met vertrekdatum 10 december 2016. Omdat [rechthebbende] de reissom, ondanks aanmaning, niet heeft betaald, heeft Tui de reis op 7 december 2016 geannuleerd en heeft zij vervolgens 90 % van de reissom bij [rechthebbende] in rekening gebracht.

3 Het geschil

3.1.

Bij verstekdagvaarding van 18 mei 2017 vordert Tui dat de kantonrechter [rechthebbende] veroordeelt tot betaling van € 1.515,96, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.309,75, en veroordeelt in de proceskosten.

3.2.

Tui legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij € 1.309,75 opeisbaar van [rechthebbende] te vorderen heeft gekregen wegens annulering van een reis. Op grond van de annuleringsregeling van de ANVR-Reisvoorwaarden is [rechthebbende] de kosten van de annulering (90% van de reissom) aan Tui verschuldigd. Tui vordert naast betaling van de hoofdsom vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 196,46 en wettelijke rente, welke tot 18 mei 2017 € 9,75 bedraagt.

3.3.

Bij verstekvonnis van 6 september 2017 is de vordering van Tui, behoudens de gevorderde wettelijke rente tot 18 mei 2017, toegewezen.

3.4.

Bij verzetdagvaarding van 18 oktober 2017 vordert de bewindvoerder q.q. hem te ontheffen van het tegen [rechthebbende] uitgesproken verstekvonnis, met veroordeling van Tui in de kosten van dit verzet. De bewindvoerder voert, zakelijk samengevat, tot verweer aan dat hij geen medewerking heeft verleend aan de door [rechthebbende] gesloten overeenkomst c.q. de nakoming van de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting. Op grond van artikel 1:440 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de schuld die voortvloeit uit de overeenkomst die [rechthebbende] met Tui is aangegaan niet op de onder bewind staande goederen worden verhaald indien Tui het bewind kende of behoorde te kennen. Het bewind is bekend gemaakt in het Centraal Curatele- en Bewindregister voordat de overeenkomst tussen Tui en [rechthebbende] is gesloten. Tui behoorde daarom het bewind te kennen. De vordering van Tui moet dan ook worden afgewezen.

3.5.

Bij conclusie van antwoord in oppositie stelt Tui zich op het standpunt dat op grond van artikel 1:439 BW de ongeldigheid van een rechtshandeling die ondanks een onderbewindstelling aan de rechthebbende is gericht slechts aan de wederpartij kan worden tegengeworpen als deze het bewind kende of behoorde te kennen. Tui en de deurwaarder behoorden het bewind niet te kennen. Er is immers geen wettelijke bepaling die de deurwaarder verplicht tot kennisname van het Centraal Curatele- en Bewindregister. Ook in tuchtrechtspraak wordt een dergelijke verplichting niet aangenomen. De incassogemachtigde van Tui had bij het betekenen van de dagvaarding geen aanwijzing dat [rechthebbende] onder bewind stond. Daarbij komt dat niet bekend is wanneer het bewind in het openbare Curatele- en Bewindregister is opgenomen.

4 De beoordeling

5 De beslissing