Rechtbank Midden-Nederland, 29-06-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3591, 1612949320
Rechtbank Midden-Nederland, 29-06-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3591, 1612949320
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 29 juni 2021
- Datum publicatie
- 12 augustus 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2021:3591
- Zaaknummer
- 1612949320
Inhoudsindicatie
Minderjarige. Tweemaal poging zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Beroep op noodweer en noodweerexces verworpen.
Uitspraak
Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.129493.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 juni 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] .
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J. Veenstra, advocaat te Almere, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] , bijgestaan door mr. R.G. van der Laan, advocaat te Leiden, en mr. M.J. Bouwman, advocaat te Zaandam, namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] , en [A] , jeugdreclasseerder van [instelling 1] , naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. primair
op 12 mei 2020 te Lelystad heeft geprobeerd [slachtoffer 1] van het leven te beroven door hem met een mes meerdere keren in de rug te steken;
Subsidiair is dit ten laste gelegd als een poging tot zware mishandeling en meer subsidiair als mishandeling.
2. primair
op 12 mei 2020 te Lelystad heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door hem met een mes meerdere keren in de arm en/of schouder en/of het bovenbeen te steken;
Subsidiair is dit ten laste gelegd als mishandeling.
3.
op 12 mei 2020 te Lelystad openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] .
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.