Rechtbank Midden-Nederland, 13-07-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3111, 9305228
Rechtbank Midden-Nederland, 13-07-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3111, 9305228
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 13 juli 2021
- Datum publicatie
- 29 juli 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2021:3111
- Zaaknummer
- 9305228
Inhoudsindicatie
Kort geding, executiegeschil. Vordering tot schorsing tenuitvoerlegging ontruimingsvonnis (afgewezen). Toepassing van HR 20 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019:2026).
Uitspraak
vonnis
Civiel rechtkantonrechter
locatie Almere
Vonnis in kort geding van 13 juli 2021
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 9305228 / MV EXPL 21-81 van
[eiseres] ,wonende te [woonplaats] ,eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres] ,gemachtigde mr. M.J. Schimmel,
tegen
de stichtingSTICHTING WONINGCORPORATIES HET GOOI EN OMSTREKEN,gevestigd te Hilversum,gedaagde, hierna ook te noemen: Het Gooi,gemachtigde mr. H.W. van Yperen.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding, met producties, van 1 juli 2021;
- -
-
de conclusie van antwoord met producties;
- -
-
de wijziging van eis van [eiseres] ;
- -
-
de mondelinge behandeling op 12 juli 2021, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden;
- -
-
de pleitnota van [eiseres] .
De mondelinge behandeling heeft via een Skypeverbinding plaatsgevonden. Beide partijen waren daarbij aanwezig, vergezeld door hun gemachtigde. Voor [eiseres] was er een tolk. Ook de oudste zoon van [eiseres] was (buiten beeld) bij de Skypezitting aanwezig.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Op 9 juni 2021 heeft de kantonrechter van deze rechtbank tussen partijen vonnis gewezen (zaaknummer: 9023310 MC EXPL 21-1047). Daarin is de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en is [eiseres] veroordeeld tot ontruiming van de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] . Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het Gooi heeft de uitspraak op 25 juni 2021 aan [eiseres] laten betekenen. De ontruiming is gepland op 15 juli 2021.
3 Het geschil
[eiseres] vordert, na wijziging van eis, primair dat Het Gooi wordt verboden om over te gaan tot de executie van het vonnis van 9 juni 2019. Subsidiair vordert [eiseres] dat Het Gooi wordt veroordeeld tot opschorting van de executie tot in de appelprocedure een eindarrest is gewezen. [eiseres] vordert uiterst subsidiair dat Het Gooi wordt veroordeeld om de executie van het vonnis tot en met 1 september 2021 op te schorten, althans tot de datum die de kantonrechter in goede justitie juist acht. Daarnaast vordert [eiseres] dat Het Gooi wordt veroordeeld in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.
[eiseres] stelt ter onderbouwing van de vordering dat er in het ontruimingsvonnis geen belangenafweging heeft plaatsgevonden ten aanzien van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring en dat die afweging in dit geschil dient plaats te vinden. [eiseres] stelt dat haar belang erin is gelegen dat zij met haar minderjarige zoon in de woning woont en dat zij geen alternatief onderdak in de regio heeft. De zoon die de (ergste) overlast zou hebben veroorzaakt, woont er niet meer. Ook is onduidelijk waarom haar geen kans in het kader van het Tweede Kans Beleid is geboden. De stress rondom deze zaak heeft een negatieve invloed om de gezondheid van [eiseres] .
Daarnaast meent [eiseres] dat het ontruimingsvonnis op een kennelijke misslag berust, namelijk dat [eiseres] niet zou hebben meegewerkt aan alternatieven voor ontruiming. [eiseres] voert aan dat zij juist open staat voor bemiddeling maar dat Het Gooi dat niet kansrijk acht. Ook zou er een noodtoestand ontstaan nu [eiseres] geen andere woonruimte heeft.
Het Gooi heeft de kantonrechter verzocht de vorderingen af te wijzen en [eiseres] te veroordelen in de proceskosten.
Het Gooi voert gemotiveerd verweer. Volgens Het Gooi heeft de kantonrechter de beslissing om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren reeds gemotiveerd, waardoor in de belangenafweging alleen feiten kunnen worden betrokken die zich na het wijzen van het vonnis hebben voorgedaan. Dat geldt volgens Het Gooi ook omdat [eiseres] in de bodemprocedure geen verweer heeft gevoerd tegen de uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De overlast werd en wordt volgens Het Gooi niet alleen door de middelste zoon (die nu elders staat ingeschreven) veroorzaakt. Het Gooi voert aan dat die zoon nog regelmatig aanwezig is in de woning en dat het nog altijd onrustig is. Het belang van [eiseres] bij behoud van haar woning en dreigende dakloosheid is volgens Het Gooi geen nieuw belang. Dat belang heeft de kantonrechter ook al bij het toewijzen van de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde meegewogen. Het Gooi stelt zich op het standpunt dat dat belang bovendien niet zwaarder kan wegen dan het belang van Het Gooi, omdat [eiseres] al vier jaar structureel ernstige overlast veroorzaakt en die overlast nog steeds voortduurt. Van een kennelijke misslag is volgens Het Gooi geen sprake. De bemiddeling is zonder succes afgerond. Eerst stond daaraan in de weg dat [eiseres] op geen enkele wijze de overlast erkende en later waren de buurtbewoners er wel klaar mee. [eiseres] heeft op meerdere keren aangegeven niet te willen voldoen aan de voorwaarden in het kader van het Tweede Kans Beleid.
Op de stellingen van partijen die voor de beoordeling van belang zijn, wordt hierna nader ingegaan.