Home

Rechtbank Maastricht, 03-10-2008, BG4140, 03-700124-08

Rechtbank Maastricht, 03-10-2008, BG4140, 03-700124-08

Gegevens

Instantie
Rechtbank Maastricht
Datum uitspraak
3 oktober 2008
Datum publicatie
12 november 2008
ECLI
ECLI:NL:RBMAA:2008:BG4140
Zaaknummer
03-700124-08

Inhoudsindicatie

Verdachte, zijnde de grootvader van het slachtoffer, heeft gedurende enige jaren zijn kleindochter meermalen opzettelijk, over de kleding heen, in haar kruis gegrepen en zich door haar in het kruis laten grijpen. Deze handelwijze acht de rechtbank zeer laakbaar.

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank onder meer rekening met de zeer hoge leeftijd van verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector strafrecht

parketnummer: 03/700124-08

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 oktober 2008

in de strafzaak tegen

[naam verdachte],

geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],

wonende te [adres verdachte]

Raadsman: mr. J. Jeurissen, advocaat te Geleen.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 september 2008, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996 meermalen met [naam slachtoffer]ffer], die toen de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, ontucht heeft gepleegd.

3 De beoordeling van het bewijs

3.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.2 Het standpunt van de verdediging

Door de raadsman is gesteld dat de verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken omdat verdachte bij het uitvoeren van de hem verweten handelingen geen seksuele intenties heeft gehad.

3.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op

- de verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, onder meer inhoudende dat hij [naam slachtoffer], vanaf enig tijdverloop na het overlijden van zijn echtgenote in 1992, tot ongeveer een jaar nadat [naam slachtoffer] (op ongeveer vijftienjarige leeftijd) haar eerste vriendje kreeg, meermalen opzettelijk in haar kruis heeft geknepen en dat hij zich meermalen door [naam slachtoffer] in zijn kruis heeft laten knijpen;

- de aangifte van [naam slachtoffer], weergegeven in het proces-verbaal van verhoor van aangeefster d.d. 19 december 2007, dossierpagina’s 7, 8 en 10.

Het verweer, inhoudende dat verdachte geen seksuele bedoelingen heeft gehad bij het knijpen dan wel het betasten van het geslachtsdeel van [naam slachtoffer] en het zich door [naam slachtoffer] laten knijpen en/of betasten van zijn geslachtsdeel, verwerpt de rechtbank. Dergelijke handelingen tussen een volwassen man en zijn minderjarige kleindochter zijn op zichzelf reeds te beschouwen als ontuchtig van aard en in strijd met de sociaal ethische norm.

3.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

in de periode van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996 in de gemeente Heerlen, meermalen met [naam slachtoffer] (geboren op 29 mei 1982), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het in het kruis van die [naam slachtoffer] knijpen en/of betasten en het door die [naam slachtoffer] laten knijpen en/of betasten in zijn kruis.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De strafbaarheid

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:

Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

5 De strafoplegging

5.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een geldboete van duizend euro, subsidiair twintig dagen hechtenis. Hij heeft daarbij aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een betaling in termijnen.

5.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft de rechtbank gevraagd een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. Voor het geval de rechtbank toch denkt aan een onvoorwaardelijk op te leggen geldboete heeft de raadsman naar voren gebracht dat de draagkracht van verdachte beperkt is omdat deze, naast zijn AOW, slechts beschikt over een zeer klein aanvullend pensioen.

5.3 Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.

Verdachte heeft in de bewezenverklaarde periode meermalen in het kruis van zijn kleindochter geknepen. Dit gebeurde over de kleding. Hij heeft daarnaast toegelaten dat het meisje dit ook bij hem deed. De rechtbank acht deze handelwijze zeer laakbaar. Rekening houdende met de inmiddels zeer hoge leeftijd van verdachte en diens financiële draagkracht acht de rechtbank een straf als door de officier van justitie geëist op zijn plaats. De rechtbank zal bepalen dat verdachte de geldboete in termijnen mag voldoen.

6 De benadeelde partij

De benadeelde partij [naam slachtoffer] heeft ter terechtzitting haar vordering tot schadevergoeding ingetrokken, zodat daaromtrent niet meer behoeft te worden beslist.

7 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 23, 24a, 24c, 57 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

- verklaart verdachte strafbaar;

Straf

- veroordeelt verdachte tot een geldboete van duizend euro;

- bepaalt dat deze geldboete mag worden voldaan in tien achtereenvolgende maandelijkse termijnen van honderd euro.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.C.A. Schreinemakers, voorzitter, mr. M. Senden en mr. F.C.B. van Wijmen, rechters, in tegenwoordigheid van J.Th.G. Coenders, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 oktober 2008.

Buiten staat

Mr. F.C.B. van Wijmen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen