Home

Rechtbank Limburg, 11-04-2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:3383, 04 6499932/CV 17-9244

Rechtbank Limburg, 11-04-2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:3383, 04 6499932/CV 17-9244

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
11 april 2018
Datum publicatie
19 april 2018
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2018:3383
Zaaknummer
04 6499932/CV 17-9244

Inhoudsindicatie

Overeenkomst tot het volgen van een opleiding tot schoonheidsspecialiste wordt, in lijn met jurisprudentie op dit gebied, gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht. Bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst heeft de opdrachtnemer recht op een redelijk loon. Opdrachtnemer vordert betaling van het overeengekomen bedrag. Dit is niet redelijk. Het redelijk loon wordt, gelet op het aantal maanden dat les is gevolgd, vastgesteld op een bedrag overeenkomstig de reeds drie betaalde maandtermijnen. Aan opdrachtnemer komt daarom niets meer toe.

Uitspraak

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 6499932 \ CV EXPL 17-9244

Vonnis van de kantonrechter van 11 april 2018

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid IMKO OPLEIDINGEN B.V., h.o.d.n. IMKO HSC OPLEIDINGEN,

gevestigd te Zwolle,

eisende partij,

gemachtigde GGN Mastering Credit N.V.,

tegen:

[gedaagde partij] ,

wonend [adres gedaagde partij] ,

[woonplaats gedaagde partij] ,

gedaagde partij,

gemachtigde mr. L.N. Hermans.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding

-

de conclusie van antwoord

-

de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald

-

de comparitie van partijen op 12 maart 2018.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarbij gedaagde partij zich bij eisende partij heeft ingeschreven voor het volgen van lessen voor de opleiding van schoonheidsspecialiste niveau 3. Eisende partij heeft op 4 juli 2016 het ter zake door gedaagde partij ingevulde en op 30 juni 2016 ondertekende inschrijfformulier ontvangen.

Het inschrijfgeld bedroeg € 7.020,00 te voldoen in 15 maandelijkse termijnen van € 468,00. Verder zouden de volgende kosten in rekening worden gebracht:

-

7 theorie-examens à € 40,00 per examen,

-

3 praktijkexamens à € 175,00 per examen,

-

1 assessment à € 105,00.

2.2.

Per e-mail van 27 juli 2016 laat gedaagde partij weten de inschrijving te willen annuleren. Deze annulering wordt als niet verzonden beschouwd door eisende partij nadat zij laat weten dat aan gedaagde partij studiefinanciering wordt toegekend.

2.3.

De opleiding is op 29 augustus 2016 gestart.

2.4.

Bij factuur van 14 september 2016 is een bedrag van € 7.020,00 aan gedaagde partij in rekening gebracht. Er zijn drie termijnen van € 468,00 betaald.

2.5.

Op 3 oktober 2016 geeft gedaagde partij voor de tweede keer aan dat zij met de opleiding wil stoppen. Eisende partij geeft daarop aan dat gedaagde partij dan 40% van de kosten moet betalen. Hierop trekt gedaagde partij de annulering in.

2.6.

Op 8 november 2016 heeft gedaagde partij de opleiding geannuleerd. In haar e-mail van 11 november 2016 wijst eisende partij op haar algemene voorwaarden en geeft zij aan dat de hele opleidingskosten voldaan moeten worden.

2.7.

Per e-mail van 17 november 2016 stelt eisende partij gedaagde partij er van op de hoogte dat zij binnen 1 jaar € 6.084,00 dient te betalen.

Volgens de algemene voorwaarden van eisende partij is bij annulering na 7 weken na de start van de opleiding 100% van het studiegeld verschuldigd.

3 Het geschil

3.1.

Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 6.529,53 (€ 5.616,00 aan hoofdsom, € 655,80 buitengerechtelijke kosten en de btw daarover ad € 137,72 en € 120,01 aan rente), vermeerderd met rente en kosten.

3.2.

Gedaagde partij voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing