Home

Rechtbank Haarlem, 25-05-2012, BW7527, 15/801680-11

Rechtbank Haarlem, 25-05-2012, BW7527, 15/801680-11

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
25 mei 2012
Datum publicatie
5 juni 2012
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2012:BW7527
Zaaknummer
15/801680-11

Inhoudsindicatie

Promis; mensensmokkel; gevangenisstraf; verbeurdverklaring; teruggave verdachte.

In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Mensensmokkel valt onder de categorie strafbare feiten die ernstig inbreuk maakt op de rechtsorde. Die smokkel doorkruist niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere (Schengen)landen, maar draagt ook bij tot het in stand houden van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd, terwijl het draagvlak om de 'echte' asielzoekers, dat wil zeggen politieke vluchtelingen in de zin van de Conventie van Genève, ruimhartig op te vangen, daardoor in ernstige mate wordt ondermijnd. Door bij de mensensmokkel gebruik te (doen) maken van een vervalst paspoort, heeft verdachte daarnaast het vertrouwen geschaad dat in het internationale personenverkeer in identiteitspapieren dient te kunnen worden gesteld. Gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde is de rechtbank van oordeel dat - uit een oogpunt van normhandhaving en preventie - alleen een gevangenisstraf als straf in aanmerking komt. Wat betreft de duur van deze straf zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het ter zake geldende en door de rechtbank gehanteerde oriëntatiepunt van zes maanden gevangenisstraf per gesmokkelde persoon. Nu naar het oordeel van de rechtbank in de persoon van verdachte en in de omstandigheden van het geval geen aanleiding bestaat om in dit geval van voormelde norm af te wijken, zal - conform de eis van de officier van justitie - aan verdachte een gevangenisstraf van na te noemen duur worden opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht

Locatie Schiphol

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/801680-11

Uitspraakdatum: 25 mei 2012

Tegenspraak

Strafvonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 16 februari 2012 en 11 mei 2012 in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te Guatemala,

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,

volgens eigen opgave wonende te [adres].

1. Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

Primair

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2011 tot en met 19 december 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, en/of te Guatemala en/of te Manilla (Filippijnen), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander en/of anderen, te weten [gesmokkelde 1] (geboren [geboortedatum] te Shaanxi) en/of [gesmokkelde 2] (geboren [geboortedatum] te Jilin), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland of Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem/haar/hun daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers is/heeft hij, verdachte,

- met (een) ander(en) contacten onderhouden en/of afspraken gemaakt en/of instructies (door)gegeven en/of ontvangen en/of

- naar Manilla gereisd teneinde voornoemde personen te begeleiden (op hun reis) naar Schiphol en/of Panama en/of Guatemala en/of

- voor voornoemd persoon [gesmokkelde 1] en/of voor voornoemd persoon [gesmokkelde 2] (een) paspoort/paspoorten (van Guatemala) meegebracht en/of geregeld en/of aan haar/hem/hen een paspooort/paspoorten (van Guatemala) ter beschikking gesteld (terwijl dit paspoort/ deze paspoorten vals dan wel vervalst waren) en/of

- met voornoemde personen naar de luchthaven van Manilla gereisd en/of met voornoemde personen op de luchthaven verbleven en/of

- voor en/of tezamen met voornoemde personen ingecheckt op de luchthaven in Manilla en/of

- voornoemde personen begeleid op de vlucht van Manilla naar Amsterdam en/of

- tezamen met voornoemde personen in een hotel in Nederland verbleven en/of

- tezamen met voornoemde personen ingecheckt voor de vlucht naar Panama en/of

- tezamen met voornoemd persoon [gesmokkelde 1] een vals/vervalst nationaal paspoort van Guatemala (voorzien van het nummer 000269536) ter controle aangeboden op de luchthaven Schiphol en/of

- voor/ namens voornoemd persoon [gesmokkelde 1] het woord gevoerd gevoerd bij de controle op de luchthaven Schiphol;

terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was;

Subsidiair

hij op of omstreeks 19 december 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationaal paspoort van Guatemala (voorzien van het nummer 000269536) (op naam gesteld van [gesmokkelde 1] geboren op [geboortedatum]), waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was.

2. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3. Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit en heeft gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat het op de beslaglijst van 2 februari 2012 vermelde niet teruggegeven geldbedrag tot het bedrag van 8000 US dollar zal worden verbeurd verklaard en 1000 US dollar zal worden teruggegeven aan verdachte.

4. Bewijs

4.1 Partiële vrijspraak

Met de raadsvrouwe en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor de vaststelling dat verdachte behulpzaam is geweest [gesmokkelde 2] Nederland binnen te smokkelen. Onvoldoende bewijs bestaat dat verdachte het vervalste Guatemalteekse paspoort aan [gesmokkelde 2] ter beschikking heeft gesteld. Voorts is ook niet gebleken dat verdachte anderszins behulpzaam is geweest bij de reis van [gesmokkelde 2] naar Nederland, waarbij de rechtbank overweegt dat [gesmokkelde 2] als ervaren reiziger, die bovendien onder meer Engels spreekt, hulp daarbij niet nodig lijkt te hebben.

4.2 Redengevende feiten en omstandigheden1

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit op grond van het volgende.

Op maandag 19 december 2011 vond op grensdoorlaatpost Vertrek 2 een paspoortcontrole plaats van uitreizende passagiers. Verbalisant [verbalisant 1] zag omstreek 09:50 uur een man en een vrouw gelijktijdig bij hem aan de balie verschijnen. De vrouw bood als eerste haar nationale paspoort van Guatemala, dat op naam was gesteld van [gesmokkelde 1], ter controle aan. De man toonde een paspoort van Guatemala op naam van [verdachte]. Beide personen hadden als reisbestemming Panama. De verbalisant constateerde dat het paspoort van [gesmokkelde 1] anders was dan het behoorde te zijn nu de ondergrondbedrukking was geprint. De ondergrondbedrukking van het paspoort van [verdachte] was gedaan in 'off set', de druktechniek die voor paspoorten wordt gebruikt. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat de personaliapagina van het paspoort van [gesmokkelde 1] was geprint en zag een inreisstempel van Nederland met de datum 18 december 2011.2 Het Expertisecentrum Identiteitsfraude & Documenten (ECID) heeft bij nader onderzoek vastgesteld dat het paspoort op naam van [gesmokkelde 1] is vervalst omdat de personaliabladzijde is aangebracht na verwijdering van de originele personaliabladzijde.3

Verdachte heeft verklaard dat hij op 16 december 2011 vanuit Guatemala is vertrokken en op 18 december 2011 in Manilla is aangekomen. Hij heeft [gesmokkelde 2] en [gesmokkelde 1] op de luchthaven in Manilla voor het eerst ontmoet. [betrokkene 1], van wie verdachte op dat moment slechts de voornaam en zijn telefoonnummer kende, was daar ook aanwezig.4

[betrokkene 1] is de man die alles voor [gesmokkelde 2] en zijn vrouw [gesmokkelde 1] regelde; hij heeft ook de paspoorten geregeld. [gesmokkelde 1] heeft het paspoort op de dag van vertrek gekregen. [gesmokkelde 2] bevestigt bij de rechter-commissaris als getuige de bij de Kmar afgelegde verklaring, dat [betrokkene 1] heeft gezegd dat verdachte het paspoort van [gesmokkelde 1] heeft meegenomen. [gesmokkelde 2] verklaart wel dat hij dat zelf niet heeft gezien. Op dat moment geloofde hij wel wat [betrokkene 1] hem zei. Hij heeft geen geld aan verdachte betaald, wel US $ 10.000 aan [betrokkene 1].5

Onder [gesmokkelde 1] is een notitieboekje aangetroffen waarin het volgende is opgeschreven 'This is to certify that I received US $10.000 from [gesmokkelde 2] as payment for processing [gesmokkelde 1] Guatemala Passport'. Onder deze notitie staat 18 december 2011 als datum vermeld. De notitie is ondertekend met een handtekening die niet lijkt op de handtekening van verdachte, [gesmokkelde 2] of [gesmokkelde 1].6 [gesmokkelde 2] heeft verklaard dat [gesmokkelde 1] dat heeft opgeschreven en dat het door [betrokkene 1] is ondertekend.7 Verdachte heeft verklaard te hebben gezien dat [gesmokkelde 2] aan [betrokkene 1] een envelop overhandigde en dat [betrokkene 1] daar US $ 8000 uitnam en aan verdachte gaf.8

4.3 Bewijsoverweging

Verdachte heeft verklaard dat hij niet behulpzaam is geweest bij de doorreis van [gesmokkelde 1]. Hij ontkent niet dat hij met [gesmokkelde 1] en [gesmokkelde 2] heeft gereisd, maar hij zou geen wetenschap hebben gehad van het vervalste paspoort van [gesmokkelde 1]. Verdachte heeft verklaard dat hij [betrokkene 1] in november in Guatemala heeft leren kennen. [betrokkene 1] had hem verteld dat hij veel mensen in de Filippijnen kent die in Guatemala willen investeren. Verdachte zou naar Manilla komen om verschillende potentiële cliënten te leren kennen. De 8000 US dollar heeft hij ontvangen als vergoeding voor zijn ticket en de kosten die hij reeds heeft gemaakt voor het oprichten van een N.V. voor [gesmokkelde 2] in Guatemala.

De rechtbank acht deze verklaring als de reden voor zijn komst naar Manilla ongeloofwaardig en afgelegd ter bemanteling van het feit dat verdachte betrokken was bij het regelen dan wel overhandigen van het vervalste paspoort van [gesmokkelde 1]. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat verdachte op de luchthaven in Manilla geld heeft gekregen voor beginnende handelingen voor de oprichting van een N.V. Niet te begrijpen is dat verdachte slechts enkele uren na aankomst in Manilla de terugreis aanvaardde naar Guatemala. De enige reden voor het in ontvangst nemen van de 8000 US dollar door verdachte ligt naar het oordeel van de rechtbank daarin, dat verdachte samen met [betrokkene 1] het vervalste paspoort voor [gesmokkelde 1] heeft geregeld. Uit het notitieboekje dat onder [gesmokkelde 2] is aangetroffen en de verklaring van [gesmokkelde 2] bij de rechter-commissaris - in onderlinge samenhang bezien - blijkt immers dat [gesmokkelde 2] op 18 december 2011 10.000 US dollar aan [betrokkene 1] heeft gegeven, waarop [betrokkene 1] een geldbedrag aan verdachte heeft gegeven. Bovendien is in het notitieboekje expliciet opgenomen dat de 10.000 US dollar te maken heeft met het regelen van een paspoort voor mevrouw [gesmokkelde 1].

Gelet op de hoogte van de betalingen, de wederprestatie daarvoor en de omstandigheden waaronder het paspoort is verkregen kan het niet anders zijn dan dat verdachte wist dat het paspoort van [gesmokkelde 1] vals of vervalst was.

De doorreis was wederrechtelijk aangezien [gesmokkelde 1] gebruik maakte van een vervalst paspoort.

Anders dan de raadsvrouwe is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de verklaring van [gesmokkelde 2], afgelegd op 20 december 2011 bij de Kmar, buiten beschouwing moet blijven omdat die bij de rechter-commissaris is ingetrokken. Op een groot aantal aspecten heeft [gesmokkelde 2] in gelijke zin verklaard en verzet zich niets tegen het gebruiken van die verklaring voor het bewijs. Voor zover [gesmokkelde 2] bij de rechter-commissaris op zijn eerdere verklaring is teruggekomen heeft de rechtbank die verklaring op die aspecten buiten beschouwing gelaten.

4.4 Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:

hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2011 tot en met 19 december 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en Guatemala en Manilla (Filippijnen), tezamen en in vereniging met een ander, een ander, te weten [gesmokkelde 1] (geboren [geboortedatum] te Shaanxi), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van doorreis door Nederland, immers heeft hij, verdachte,

- met een ander contacten onderhouden en afspraken gemaakt en

- voor voornoemd persoon [gesmokkelde 1] een paspoort van Guatemala meegebracht en geregeld en aan haar een paspoort van Guatemala ter beschikking gesteld, terwijl dit paspoort vervalst was,

terwijl verdachte en zijn mededader wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die doorreis wederrechtelijk was.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5. Kwalificatie van het feit

Het bewezen verklaarde levert op:

Medeplegen van mensensmokkel.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is derhalve strafbaar.

6. Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

7. Motivering van de sanctie

Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

7.1 Hoofdstraf

In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Mensensmokkel valt onder de categorie strafbare feiten die ernstig inbreuk maakt op de rechtsorde. Die smokkel doorkruist niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere (Schengen)landen, maar draagt ook bij tot het in stand houden van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd, terwijl het draagvlak om de 'echte' asielzoekers, dat wil zeggen politieke vluchtelingen in de zin van de Conventie van Genève, ruimhartig op te vangen, daardoor in ernstige mate wordt ondermijnd. Door bij de mensensmokkel gebruik te (doen) maken van een vervalst paspoort, heeft verdachte daarnaast het vertrouwen geschaad dat in het internationale personenverkeer in identiteitspapieren dient te kunnen worden gesteld.

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde is de rechtbank van oordeel dat - uit een oogpunt van normhandhaving en preventie - alleen een gevangenisstraf als straf in aanmerking komt.

Wat betreft de duur van deze straf zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het ter zake geldende en door de rechtbank gehanteerde oriëntatiepunt van zes maanden gevangenisstraf per gesmokkelde persoon. Nu naar het oordeel van de rechtbank in de persoon van verdachte en in de omstandigheden van het geval geen aanleiding bestaat om in dit geval van voormelde norm af te wijken, zal - conform de eis van de officier van justitie - aan verdachte een gevangenisstraf van na te noemen duur worden opgelegd.

7.2 Verbeurdverklaring

De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten het op de beslaglijst van 2 februari 2012 vermelde geld,tot het bedrag van 8000 US dollar dient te worden verbeurd verklaard.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat voornoemd bedrag geheel door middel van het strafbare feit is verkregen.

8. Overige beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

Teruggave aan verdachte

De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten het op de beslaglijst van 2 februari 2012 vermelde geld tot het bedrag van 1000 US dollar dient te worden teruggegeven aan verdachte.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet van enige samenhang met het bewezen verklaarde feit gebleken.

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

33, 33a, 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

10. Beslissing

De rechtbank:

Verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4 weergegeven.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.

Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde feit oplevert.

Verklaart dit feit strafbaar.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ZES (6) MAANDEN.

Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Verklaart verbeurd een bedrag van 8000 US dollar.

Gelast de teruggave aan verdachte van een bedrag van 1000 US dollar.

De rechtbank heeft een beslissing genomen over het schorsingsverzoek, welke beslissing afzonderlijk is geminuteerd.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. I.H. Lips, voorzitter,

mr. A.C.M. Rutten en mr. E.J. Bellaart, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.C. Diesfeldt,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 mei 2012.

Mr. I.H. Lips is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.

2 Het proces-verbaal van bevindingen grensbewaking d.d. 19 december 2011 (dossierparagraaf 0.5).

3 Het proces-verbaal van bevindingen ECID d.d. 21 december 2011 (dossierparagraaf 0.6).

4 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 mei 2012.

5 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [gesmokkelde 2] bij de rechter-commissaris d.d. 23 februari 2012 (los opgenomen).

6 Het proces-verbaal onderzoek inbeslagname d.d. 19 januari 2012, dossierparagraaf 2.2 (het goed vermeld onder 13), met bijbehorende bijlage, dossierparagraaf 2.2.5, laatste pagina.

7 Het proces-verbaal van verhoor van [gesmokkelde 2] d.d. 20 december 2011 (dossierpagina 1.3.4).

8 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 mei 2012.