Home

Rechtbank Gelderland, 04-09-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4953, 410859

Rechtbank Gelderland, 04-09-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4953, 410859

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
4 september 2023
Datum publicatie
12 september 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:4953
Zaaknummer
410859

Inhoudsindicatie

IPR. Alimentatie. Erkenning Marokkaanse alimentatiebeschikking. Verzoek om verklaring voor recht dat Marokkaanse alimentatiebeschikking niet ten uitvoer kan worden gelegd niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang. Verzoek wijziging afgewezen omdat man niet onderbouwt dat de beschikking van meet af aan niet aan de Nederlandse wettelijke maatstaven heeft voldaan.

Uitspraak

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/410859 FA RK 22-3368

Datum uitspraak: 4 september 2023

beschikking

in de zaak van:

[de man] ,

wonende in [woonplaats 1],

verder te noemen de man,

en

[A] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats],

in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de man,

advocaat: mr. M. Kaouass in Amsterdam,

t e g e n

[de vrouw] ,

wonende in [woonplaats 2],

verweerster, verder te noemen de vrouw,

advocaat: mr. E.N. Mulder in Nijkerk.

1 Het procesverloop

1.1.

Dit verloop blijkt uit:

  1. het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 27 oktober 2022;

  2. het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen, ingekomen op 19 december 2022;

  3. het journaalbericht met bijlage van mr. Mulder van 20 december 2022;

  4. het verweerschrift tegen zelfstandig verzoek tevens voorwaardelijk aanvullend verzoek, ingekomen op 13 januari 2023;

  5. het verweerschrift tegen het voorwaardelijke aanvullende verzoek, ingekomen op 6 februari 2023;

  6. de brief met bijlage van mr. Kaouass van 27 februari 2023.

1.2.

Gehoord ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 21 augustus 2023 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten en een tolk Arabisch-Marokkaans voor de man.

2 De feiten

2.1.

Beide partijen bezitten de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit. Zij zijn op [datum 1] in [plaats 1], Marokko met elkaar gehuwd. Dit huwelijk hebben partijen niet laten registreren in Nederland.

2.2.

Zij zijn de ouders van:

-

[kind 1] , geboren op [datum 2] in [plaats 2],

-

[kind 2] , geboren op [datum 3] in [plaats 2], en

-

[kind 3] , geboren op [datum 4] in [plaats 2].

2.3.

Omdat het huwelijk niet in Nederland stond ingeschreven, ontstond het vaderschap van de man niet van rechtswege. Hij heeft de kinderen met toestemming van de vrouw naar Nederlands recht erkend, maar is volgens het gezagsregister niet belast met het ouderlijk gezag.

2.4.

De rechtbank in Salé, Marokko (afdeling familierechtspraak) heeft, voor zover hier van belang, op 5 juli 2021 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, de zorg voor de kinderen aan de vrouw toegewezen, de man veroordeeld tot betaling aan de vrouw van de huisvesting tijdens de wachtperiode van 3000 dirham, en bepaald dat de man diverse bijdragen aan de vrouw dient te voldoen, te weten een alimentatiebijdrage van 800 dirham per kind per maand, een zorgvergoeding van 100 dirham per maand, een vergoeding voor de huisvesting van 800 dirham per maand, een vergoeding voor feesten van 800 dirham jaarlijks bij aanvang van het Suikerfeest en 1200 dirham jaarlijks bij aanvang van het Offerfeest.

3 De verzoeken en verweren

3.1.

De man verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. voor recht te verklaren dat de Marokkaanse rechter niet bevoegd was om de kinderalimentatie vast te stellen;

  2. primair voor recht te verklaren dat de alimentatiebeschikking van de rechtbank in Salé van 5 juli 2021 niet in Nederland zal worden erkend;

  3. subsidiair de beschikking 5 juli 2021 te wijzigen en te bepalen dat de man € 17 per kind per maand zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.

3.2.

De vrouw verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:primair de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken en subsidiair de verzoeken van de man af te wijzen, met veroordeling van de man in de proceskosten van deze procedure. Het zelfstandige verzoek dat de vrouw had gedaan heeft zij tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken.

3.3.

Op de standpunten van partijen wordt, voor zover voor de beoordeling van belang, hierna nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing