Home

Rechtbank Gelderland, 07-06-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4252, 5884875

Rechtbank Gelderland, 07-06-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4252, 5884875

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Ontbinding arbeidsovereenkomsten 10 werknemers wegens sluiting vestiging.

Reisafstand Zutphen-Weert redelijk? Ontbinding op e- en g- grond afgewezen. Toegewezen op de

h-grond. Transitievergoeding inclusief periode voor faillissement. Billijke vergoeding € 10.000,00 bruto.

Uitspraak

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

Zaakgegevens: 5884875 HA 17-25

Grosse aan: mr. Van Veldhuizen

Afschrift aan: mr. Terhorst

Verzonden d.d.

Beschikking van 7 juni 2017 van de kantonrechter

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Packagegroup Moonen B.V.,

gevestigd te Weert,

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. M.G.H. Terhorst,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. W.E. van Veldhuizen.

Partijen zullen hierna worden aangeduid als Moonen en [verweerder] .

1 Het verloop van de procedure

Dit verloop blijkt uit:

-

het verzoekschrift ex artikel 7:671b BW, ingekomen ter griffie op 10 april 2017;

-

het verweerschrift;

-

de brief van mr. van Veldhuizen van 11 mei 2017 met producties 16 tot en met 21;

-

de brief van mr. Terhorst van 13 mei 2017 met producties 22 tot en met 33;

-

de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 17 mei 2017, waarbij door beide advocaten pleitnotities zijn overgelegd.

2 De vaststaande feiten

2.1

Moonen exploiteert een 60 jaar geleden opgerichte familieonderneming die zich bezighoudt met de fabricage en verkoop van duurzame verpakkingsmiddelen met een medewerkersbestand van ongeveer 63 fte en een omzet van 37,5 miljoen euro in 2014.

2.2

[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1977, is met ingang van [datum indiensttreding] 1999 in dienst getreden van Paperlinx B.V. te Zutphen (hierna: Paperlinx) in de functie van Administratief Medewerker Internal Sales. Het salaris bedraagt momenteel € 1.401,20 bruto per maand exclusief vakantiegeld.

2.3

Bij vonnis van 14 april 2015 is Paperlinx in staat van faillissement verklaard. In mei 2015 heeft Moonen de inventaris en de immateriële activa van Paperlinx overgenomen.

2.4

Moonen heeft aan de Pollaan 48 in Zutphen een kantoorpand gehuurd met ingang van 1 september 2015 voor een periode van vijf jaar. In de overeenkomst is in artikel 9.3 een breakoptie opgenomen, inhoudende dat de overeenkomst per 30 augustus 2017 door Moonen kan worden beëindigd.

2.5

Partijen hebben op 1 december 2015 een schriftelijke arbeidsovereenkomst getekend. Hierin is vastgelegd dat [verweerder] vanaf 11 mei 2015 voor bepaalde tijd bij Moonen in dienst is en dat de overeenkomst per 1 januari 2016 wordt verlengd voor onbepaalde tijd.

In de arbeidsovereenkomst is geen eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen als bedoeld in artikel 7:613 BW. Er is op de arbeidsverhouding geen CAO van toepassing.

2.6

[verweerder] was werkzaam in het kantoor van Moonen in Zutphen in de functie van Office Support Inside Sales. Er werkten op deze vestiging elf werknemers.

Op 6 februari 2017 heeft Moonen de computers waarop door de werknemers in de vestiging Zutphen werd gewerkt vanaf afstand uitgeschakeld en konden de werknemers niet meer inloggen. Op dezelfde dag heeft de heer G.P.L. Moonen, statutair bestuurder van Moonen, ter plaatse aan de werknemers meegedeeld dat de vestiging Zutphen per direct werd gesloten.

2.7

Moonen heeft op 6 februari 2017 aan [verweerder] en de overige medewerkers van de vestiging Zutphen een brief overhandigd waarin is vermeld dat Moonen het besluit heeft genomen de vestiging Zutphen te verhuizen naar Weert.

De werknemers werd in deze brief de keuze gegeven met ingang van maandag 13 februari 2017 met een compensatieregeling in Weert te gaan werken, dan wel de bij de brief gevoegde vaststellingsovereenkomst te sluiten. Van de werknemers werd verwacht dat zij vrijdag 10 februari 2017 hun beslissing zouden meedelen. Tot die tijd werden zij vrijgesteld van het verrichten van de werkzaamheden.

2.8

Bij brief van 7 februari 2017 heeft Moonen de huurovereenkomst met betrekking tot het kantoorpand aan de Pollaan 48 te Zutphen opgezegd.

2.9

Op 10 februari 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Moonen en de werknemers van de vestiging te Zutphen. Moonen heeft hierbij te kennen gegeven dat indien de werknemers niet zouden kiezen voor een van de twee opties, er ontslag zou volgen. De leidinggevende medewerker van de vestiging te Zutphen heeft besloten in Weert te gaan werken. De overige tien werknemers hebben geweigerd een beslissing te nemen en de maandag erop in Weert te komen werken.

Bij brief van diezelfde dag heeft Moonen een loonsanctie aangekondigd voor het geval [verweerder] , die reeds had aangegeven de vaststellingsovereenkomst niet te zullen ondertekenen, niet op 13 februari 2017 in Weert haar werkzaamheden zou gaan verrichten.

2.10

Bij brief van 13 februari 2017 is [verweerder] medegedeeld dat de loonbetaling met ingang van de volgende dag zou worden gestaakt. Moonen heeft vanaf 14 februari 2017 de loonbetaling gestaakt.

2.11

De tien werknemers, waaronder [verweerder] , hebben Moonen op 20 februari 2017 in kort geding doen dagvaarden voor de kantonrechter te Zutphen, met onder meer een vordering tot tewerkstelling in de vestiging te Zutphen en loondoorbetaling. De mondelinge behandeling van de voorlopige voorziening heeft plaatsgevonden op 9 maart 2017. Bij kort geding vonnis van 23 maart 2017 heeft de kantonrechter de vordering tot tewerkstelling afgewezen en de vordering tot doorbetaling van het loon toegewezen. Moonen heeft daarop de loonbetaling hervat. Moonen heeft tegen het kort geding vonnis hoger beroep ingesteld.

3 Het verzoek

3.1

Moonen verzoekt dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:

1. een dag zal vaststellen waarop deze zaak ter terechtzitting wordt behandeld;

2. de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst zo spoedig mogelijk zal ontbinden, op grond van een redelijke grond, bestaande uit de e-grond, subsidiair bestaande uit de g-grond en meer subsidiair bestaande uit de h-grond;

3. bij het bepalen van de einddatum primair rekening zal houden met het bepaalde in artikel 7:671 b lid 8 onder b BW dan wel subsidiair met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift aan de dagtekening van de ontbindingsbeschikking;

4. zal bepalen dat er geen sprake is van opvolgend werkgeverschap voor de bepaling van de lengte van de opzegtermijn en de hoogte van de transitievergoeding;

5. zal bepalen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dientengevolge geen recht heeft op een transitievergoeding ten laste van Moonen;

6. zal bepalen dat, mocht ondanks het gestelde in het verzoekschrift de kantonrechter van oordeel zijn dat [verweerder] wel recht heeft op een transitievergoeding, dit onderdeel van de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad zal zijn dan wel zal bepalen dat Moonen deze transitievergoeding pas verschuldigd zal zijn nadat de rechter daartoe in hoogste ressort heeft geoordeeld, dan wel [verweerder] vervangende zekerheid zal laten stellen voor de mogelijke verplichting tot terugbetaling van de transitievergoeding;

7. [verweerder] zal veroordelen in de proceskosten.

3.2

Moonen legt aan haar verzoek, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, onder meer de volgende stellingen ten grondslag. Moonen stelt dat zij heeft voldaan aan de criteria die volgen uit het arrest Stoof/Mammoet en daarom de standplaats van [verweerder] heeft kunnen wijzigen. Zij is door compensatieregelingen voldoende tegemoet gekomen aan de belangen van [verweerder] . De reisafstand en –tijd voor het woon-werkverkeer naar de vestiging te Weert is niet zodanig dat deze niet van [verweerder] kunnen worden gevergd. Desondanks heeft [verweerder] het werk in Weert niet hervat. Als gevolg daarvan veronachtzaamt [verweerder] grovelijk de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, althans handelt [verweerder] zodanig ernstig verwijtbaar en nalatig dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn en zonder vergoeding dient te eindigen. Voor zover geen sprake is van verwijtbaar handelen is er in ieder geval sprake van een verstoorde arbeidsrelatie dan wel van een andere grond op basis waarvan niet van Moonen kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst nog langer in stand te houden.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing