Home

Rechtbank Gelderland, 01-10-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:8180, 268412

Rechtbank Gelderland, 01-10-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:8180, 268412

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
1 oktober 2014
Datum publicatie
4 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2014:8180
Zaaknummer
268412

Inhoudsindicatie

Voorlopige voorziening ten behoeve van aan spoorweg grenzend bedrijf bij transport over spoorwegovergang met optillen van de bovenleiding. Continuering van lang bestaande praktijk toegestaan voor de duur van het geding.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/268412 / HA ZA 14-430

Vonnis in het incident van 1 oktober 2014

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ROYAL SMIT TRANSFORMERS B.V.,

gevestigd te Nijmegen,

eiseres in de hoofdzaak en in het incident,

advocaat mr. ing. G.A.W.M. Wientjes te Nijmegen,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PRORAIL B.V,

gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

RAILINFRATRUST B.V.,

gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BAM RAIL B.V.,

statutair gevestigd te Bunnik, mede kantoorhoudende en gevestigd te Breda,

gedaagden,

gedaagden sub 1 en 3 tevens verweersters in het incident,

advocaat: gedaagden sub 1 en 2 mr. J.M. van Noort te Utrecht, gedaagde sub 3 mr. F.G. Horsting te Amsterdam.

Eiseres zal hierna Smit genoemd worden. Gedaagden sub 1 en 2 worden gezamenlijk aangeduid als ProRail, gedaagde sub 3 als BAM.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening;- de akte tot het overleggen van stukken van Smit met producties;

-

de conclusie van antwoord in de hoofdzaak tevens conclusie van antwoord in het incident van ProRail met producties;

-

de conclusie van antwoord in het incident (provisionele vordering) van BAM.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 De feiten, voor zover van belang voor de beslissing in het incident

2.1.

Smit exploiteert sinds 1913 op een perceel grond gelegen aan de Groenestraat te Nijmegen een fabriek van grote transformatoren. Haar perceel grenst aan de spoorlijn Nijmegen - ’s-Hertogenbosch.

2.2.

ProRail is privaatrechtelijk rechthebbende op de spoorlijn en de ondergrond daarvan en publiekrechtelijk concessiehouder voor de exploitatie daarvan.

2.3.

De door Smit vervaardigde transformatoren worden per meerassige dieplader vervoerd naar de Oostkanaalhaven te Nijmegen voor verder vervoer per schip. Het traject van de fabriek van Smit naar de Oostkanaalhaven kruist de spoorlijn bij de spoorwegovergang in de Groenestraat. Voor de passage van een grote transformator zijn bijzondere maatregelen nodig, aldus dat de spanning op de bovenleiding van de spoorweg wordt uitgeschakeld en de bovenleiding wordt opgetild zodat het transport kan passeren, waarna de spanning weer wordt ingeschakeld (hierna ook te noemen: de werkzaamheden).

3 De vordering in de hoofdzaak

3.1.

Smit vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat (de rechtbank houdt de nummering in de dagvaarding aan):

4) voor recht zal verklaren dat ProRail gehouden is om SMIT kosteloze doorgang te verschaffen over de spoorovergang aan de Groenestraat te Nijmegen en ProRail zal veroordelen om, overeenkomstig de aan partijen bekende praktijk, op verzoek van Smit de bovenleiding boven de spoorovergang spanningloos te (doen) maken en die bovenleiding te (doen) optillen voor de korte duur van passage van een grote transformator van Smit met de bijkomende noodzakelijke verrichtingen aan de spoorinfrastructuur, waar nodig met aanwijzen van de spoorovergang als noodweg ten dienste van Smit;

5) voor recht zal verklaren dat BAM gehouden is voor de duur van zes maanden na dagtekening van het te wijzen eindvonnis aan SMIT het dienstbetoon te verlenen voor de passage van grote transformatoren over de spoorovergang aan de Groenestraat te Nijmegen volgens de aan partijen bekende praktijk en op condities zoals ze bestonden vóór 8 augustus 2014;

6) aan de veroordelingen van ProRail en BAM sub 4) en 5) ten laste van ieder van hen een dwangsom van € 250.000,- zal verbinden, te verbeuren voor elke keer of (deel van) iedere dag dat ProRail of BAM nalatig blijken met de nakoming van eigen verplichtingen volgens het te wijzen vonnis vanaf drie dagen na betekening ervan;

7) BAM en ProRail zal veroordelen om als hoofdelijke verplichting van hen alle schadelijk gevolg voor Smit te vergoeden vanwege het ieder voor zich onthouden van het actief op verzoek van Smit kortdurend (doen) optillen van de stroomloos gemaakte bovenleiding boven de spoorovergang aan de Groenestraat te Nijmegen waardoor aflevering van grote transformatoren wordt belemmerd en belet, die schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente;

8) (de rechtbank leest:) ProRaiÏ en BAM hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van dit geding, alsmede hen zal veroordelen tot betaling aan Smit van een vergoeding als tegemoetkoming in de kosten van de aan Smit verleende rechtsbijstand, steeds volgens het daarvoor geldende tarief, en hen voorts zal veroordelen in de nakosten die na het te wijzen vonnis zullen ontstaan, te begroten op € 131,-- aan salaris advocaat en te vermeerderen met € 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de 15e dag na het te wijzen vonnis indien die kosten alsdan niet zullen zijn betaald, tot aan de dag van de algehele voldoening.

3.2.

De vordering is gegrond op de volgende stellingen, samengevat weergegeven. Sinds jaar en dag voorziet een opdrachtnemer van ProRail (en haar rechtsvoorgangers), laatstelijk BAM, in de uitvoering van de bijzondere maatregelen op de spoorwegovergang in de Groenestraat te Nijmegen als daar een transport met een grote transformator van Smit moet passeren op weg naar de Oostkanaalhaven. Een dergelijk transport heeft al duizenden keren plaatsgevonden. Daarbij zijn geen kosten ten laste van Smit gekomen. ProRail en BAM zijn voornemens de voorwaarden waaronder die maatregelen worden uitgevoerd aldus te wijzigen dat de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Smit en dat niet alleen de door BAM gemaakte kosten, maar ook de aansprakelijkheid jegens derden bij de uitvoering van die maatregelen in het vervolg ten laste van Smit zullen komen, en dat Smit BAM zal vrijwaren van alle aanspraken van derden. BAM heeft aangezegd iedere dienstverlening aan Smit in verband met de spoorpassage van haar grote transformatoren per 8 augustus 2014 te staken, behoudens acceptatie van de door BAM voorgelegde condities. Te verwachten valt dat Smit schade zal lijden als gevolg van de invoering van de nieuwe voorwaarden en de staking van werkzaamheden door BAM.

3.3.

ProRail voert gemotiveerd verweer.

4 De vordering in het incident

5 De beoordeling in het incident

6 De verdere procedure in de hoofdzaak

7 Beslissing