Rechtbank Den Haag, 23-02-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:2082, NL22.9626
Rechtbank Den Haag, 23-02-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:2082, NL22.9626
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 februari 2023
- Datum publicatie
- 23 februari 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2023:2082
- Zaaknummer
- NL22.9626
- Relevante informatie
- Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen [Tekst geldig vanaf 01-10-2009]
Inhoudsindicatie
bnt, asiel, gegrond
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.9626
[naam] , eiser
geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [V-nummer] ,
van Turkse nationaliteit
(gemachtigde: mr. I. Mercanoglu),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Bij besluit van 4 maart 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser van 24 november 2020 om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met verblijfsdoel ‘familie- of gezinsleven op grond van artikel 8 EVRM’, bij zijn dochter [belanghebbende] , afgewezen.
Daarnaast is bepaald dat eiser ook niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 3.6 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) of uitstel van vertrek op
grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Bij uitspraak van 9 februari 2022 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen (NL21.16940).
Bij brief van 21 april 2022 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar. Op 25 mei 2022 heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar. Verder is de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen (zaaknummer: NL22.9627) waarop bij afzonderlijke uitspraak zal worden beslist.
Verweerder heeft bij besluit van 14 september 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.
Naar aanleiding hiervan heeft eiser het beroep ingetrokken, met daarbij het verzoek verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
Verweerder heeft meegedeeld niet bereid te zijn de proceskosten te vergoeden voor het indienen van het beroep niet tijdig beslissen en het verzoek om een voorlopige voorziening.