Home

Rechtbank Den Haag, 05-12-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:18769, 10496495

Rechtbank Den Haag, 05-12-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:18769, 10496495

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
5 december 2023
Datum publicatie
27 december 2023
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:18769
Zaaknummer
10496495

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Geen privé aansprakelijkheid erfgenaam ex art. 4:184 BW. Vaststelling omvang legitieme portie.

Uitspraak

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

IB/c

Rolnr.: 10496495 / RL EXPL 23-7663

Datum vonnis: 5 december 2023

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiseres] ,

woonplaats: [woonplaats 1] ,

eisende partij,

gemachtigde: mr. W.L.J. van Winden (Achmea Rechtsbijstand),

rolgemachtigde: Agin Pranger Assen,

tegen

[gedaagde] ,

woonplaats: [woonplaats 2] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

De kantonrechter noemt partijen hierna [eiseres] en [gedaagde] .

1 Samenvatting

1.1.

[eiseres] is van mening dat zij een vordering heeft op [gedaagde] persoonlijk omdat hij niet juist heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van zijn moeder (haar stiefmoeder). De kantonrechter is dat niet met haar eens. Het verwijt dat [gedaagde] kan worden gemaakt is daarvoor niet ernstig genoeg. De kantonrechter stelt de hoogte van de legitieme portie van [eiseres] vast op € 2.215,00.

2 Hoe is het proces bij de rechter gegaan?

2.1.

De procedure is begonnen met de dagvaarding. Die is op 2 mei 2023 bij [gedaagde] bezorgd. [gedaagde] heeft schriftelijk op de dagvaarding gereageerd. De gemachtigde van [eiseres] heeft bij brief van 9 oktober 2023 nog een paar bijlagen opgestuurd.

2.2.

De kantonrechter heeft de zaak op 13 oktober 2023 mondeling behandeld. Bij deze mondelinge behandeling waren aanwezig: [eiseres] met haar gemachtigde en [gedaagde] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken. Deze aantekeningen zitten in het dossier.

3 Waar gaat het in deze zaak om?

3.1.

De vader van [eiseres] is tot zijn overlijden in 2013 gehuwd geweest met de moeder van [gedaagde] . In zijn testament heeft hij [eiseres] en haar zuster onterfd en zijn echtgenote tot enig erfgenaam benoemd. [eiseres] heeft een beroep gedaan op haar legitieme portie, over de hoogte daarvan gecorrespondeerd met (de advocaat) van erflaatster en zelfs een procedure gevoerd om meer informatie te krijgen, maar tot een vaststelling van de hoogte van de legitieme portie is het toen niet gekomen.

3.2.

Inmiddels is de moeder van [gedaagde] ook overleden, op 13 mei 2022. De kantonrechter noemt haar hierna ‘erflaatster’. Door haar overlijden is de vordering van [eiseres] tot uitkering van haar legitieme portie opeisbaar geworden. [gedaagde] is de enige erfgenaam van erflaatster. Hij heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. Dat betekent dat hij de nalatenschap van erflaatster moet vereffenen; dat wil zeggen dat hij de bekende schuldeisers van de nalatenschap moet informeren en de schulden van de nalatenschap – voor zover mogelijk – moet betalen met wat er in de nalatenschap zit. Hij is in beginsel niet met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor schulden van de nalatenschap.

3.3.

[eiseres] vordert in deze procedure veroordeling van [gedaagde] om haar € 15.293,66 te betalen, met rente daarover vanaf 2 mei 2023. Als de kantonrechter dat niet toewijst, wil zij dat de kantonrechter haar vordering op de nalatenschap van erflaatster vaststelt op € 15.293,66 en [gedaagde] beveelt om in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap de wettelijke regels van vereffening te volgen. [eiseres] wil ook dat de kantonrechter het vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaart1 en dat [gedaagde] de kosten van de procedure betaalt.

3.4.

[eiseres] vindt dat [gedaagde] haar uit zijn privé vermogen het bedrag van haar legitieme portie moet betalen:

  1. omdat hij in ernstige mate is tekortgeschoten in de uitvoering van zijn taak als vereffenaar door zich niet aan de wettelijke regels voor vereffening te houden. Hij heeft geen boedelbeschrijving opgemaakt, hij heeft de schuldeisers niet per brief opgeroepen om zich te melden, hij heeft niet – zo spoedig mogelijk – bij de kantonrechter gemeld dat de nalatenschap van zijn moeder negatief was en hij heeft na het overlijden van erflaatster betalingen aan schuldeisers gedaan.

  2. omdat hij uit de nalatenschap van erflaatster € 306,11 aan zichzelf heeft uitgekeerd.

Volgens [eiseres] bedraagt de hoogte van haar legitieme portie in de nalatenschap van haar vader € 15.293,66.

3.5.

[gedaagde] vindt dat de vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen. Hij betwist dat hij als vereffenaar in ernstige mate is tekortgeschoten en hij betwist dat de legitieme portie van [eiseres] € 15.293,66 bedraagt. Verder voert hij aan dat hij bemoeilijkt wordt in het voeren van verweer tegen de omvang van de legitieme portie doordat [eiseres] ervoor heeft gekozen deze nu pas te laten vaststellen, op een moment dat zijn moeder geen uitleg meer kan geven.

4 Wat vindt de kantonrechter?

5 De beslissing