Home

Rechtbank Amsterdam, 11-11-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7123, 99/000346-58 (13/219858-19)

Rechtbank Amsterdam, 11-11-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7123, 99/000346-58 (13/219858-19)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
11 november 2021
Datum publicatie
9 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2021:7123
Zaaknummer
99/000346-58 (13/219858-19)

Inhoudsindicatie

Vordering tot uitstel voorwaardelijke invrijheidsstelling gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak

beslissing

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

VI-zaaknummer : 99/000346-58

Parketnummer s : 13/219858-19 en 13/108000-18 (gevoegde zaak)

Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie ex artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) (OUD) tot het uitstellen van de voorwaardelijke invrijheidstelling (hierna: v.i.) van:

[veroordeelde] (hierna: de veroordeelde),

geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI):

[detentieplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

De beslissing is genomen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2021.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

-

het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Amsterdam van 28 september 2021 met de bovengenoemde parketnummers;

-

de vordering ex artikel 6:2:12 Sv (OUD) van de officier van justitie van 26 augustus 2021;

-

het v.i.-advies van de Reclassering Nederland van 18 augustus 2021;

-

het aanvullend v.i.-advies van 27 oktober 2021;

-

het v.i.-advies van de PI Lelystad van 24 augustus 2021.

De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, en van wat de veroordeelde en zijn raadsman, mr. F.D.W. Siccama, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

De rechtbank heeft op de terechtzitting de deskundige mevrouw [persoon] , medewerker van de reclassering, gehoord.

2 Procesgang

Bij onherroepelijk geworden arrest van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam van 28 september 2018, is aan de veroordeelde - onder meer - een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 2 weken, met aftrek van het voorarrest.

De tenuitvoerlegging van deze straf is met ingang van 11 september 2019 aangevangen.

Op grond van de artikelen 6:2:10 en 6:2:11 Sv (OUD) zou de veroordeelde op 3 oktober 2021 voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld.

3 De inhoud van de vordering

De vordering van het Openbaar Ministerie strekt ertoe dat de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt uitgesteld met een termijn van 60 dagen, of zoveel korter indien eerder een verblijfplaats voor de veroordeelde is gerealiseerd. De officier van justitie heeft de vordering ter terechtzitting mondeling gewijzigd in de zin dat subsidiair is gerekwireerd tot een uitstel van 120 dagen.

De grond waarop de vordering berust houdt kort gezegd in dat het recidiverisico voor het plegen van misdrijven onvoldoende kan worden ingeperkt door het stellen van bijzondere voorwaarden, omdat de veroordeelde niet beschikt over een passende verblijfplaats. Daartoe is door het Openbaar Ministerie nog het volgende opgemerkt.

Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog en op verschillende leefgebieden bestaan zorgen. Tijdens de huidige detentie is de veroordeelde meermaals disciplinair gestraft en hij heeft niet deelgenomen aan het penitentiair programma. De reclassering geeft aan dat het recidiverisico slechts ingeperkt kan worden indien sprake is van een gefaseerde, gestructureerde en gecontroleerde re-integratie met een geschikte huisvesting (waar de veroordeelde zich ook kan inschrijven). Hoewel de veroordeelde heeft laten weten bij zijn zus te willen verblijven, zal dit adres door de reclassering nader moeten worden onderzocht, temeer nu het onduidelijk is of de veroordeelde zich daar kan inschrijven. Een verblijf in een instelling voor begeleid wonen wordt als passend alternatief gezien, terwijl er nog geen zicht is op een plek. De veroordeelde kan pas in aanmerking komen voor de v.i. indien een passende verblijfplaats voor hem is gevonden en een gedegen plan van aanpak is opgestart.

4 De beoordeling

5 Beslissing