Home

Rechtbank Amsterdam, 25-11-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:6773, 13/751831-20

Rechtbank Amsterdam, 25-11-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:6773, 13/751831-20

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
25 november 2020
Datum publicatie
12 december 2023
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:6773
Zaaknummer
13/751831-20

Inhoudsindicatie

EAB Polen. Verzamelvonnis. Verzetgarantie niet onvoorwaardelijk. Overlevering geweigerd.

Uitspraak

Parketnummer: 13/751831-20

RK nummer: 20/4690

Datum uitspraak: 25 november 2020

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 1 oktober 2020 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 24 juli 2020 door the District Court in Kraków, Third Criminal Division (Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon] ,

geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1994,

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

gedetineerd in de [detentieadres] ,

hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1 Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 18 november 2020. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. K. van der Schaft. De raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. I.M. d’Hont, advocaat te Breda, heeft op voorhand een schriftelijk standpunt ingediend. De opgeëiste persoon was via een videoverbinding ter zitting aanwezig. Hij werd bijgestaan door een tolk in de Poolse taal.

De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd. Vervolgens heeft zij de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij meende die verlenging nodig te hebben om over de verzochte overlevering te beslissen.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een consolidated judgement van 6 mei 2019 van the Regional Court in Oświęcim, Second Criminal Division (referentie: II K 178/19), waaraan de volgende drie vonnissen ten grondslag liggen:

 vonnis 1): II K 536/17: een vonnis (summary judgement) van 7 juli 2017 van the Regional Court in Oświęcim, Second Criminal Division;

 vonnis 2): II K 1181/17: een vonnis van 9 januari 2018 van the Regional Court in Oświęcim, Second Criminal Division;

 vonnis 3): II K 1247/17: een vonnis van 26 januari 2018 van the Regional Court in Oświęcim, Second Criminal Division.

In het consolidated judgement van 6 mei 2019 (hierna: het verzamelvonnis) is aan de opgeëiste persoon een samengestelde vrijheidsstraf voor de duur van twee jaren opgelegd, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Uit een brief van 20 oktober 2020 van the Regional Court in Oświęcim blijkt dat het totaal van de opgelegde onderliggende straffen met vijf maanden is gematigd.

De aan het verzamelvonnis ten grondslag liggende vonnissen betreffen de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4 Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW

5 Slotsom

6 Toepasselijke wetsbepalingen

7 Beslissing