Home

Rechtbank Amsterdam, 19-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:10176, 7104342

Rechtbank Amsterdam, 19-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:10176, 7104342

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
19 maart 2019
Datum publicatie
12 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2019:10176
Zaaknummer
7104342

Inhoudsindicatie

tussenvonnis vordering ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning. Bewijsopdracht verhuurder.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 7104342 CV EXPL 18-16727

vonnis van: 19 maart 2019

fno.: 34906

I n z a k e

gevestigd te Amsterdam

eiseres

nader te noemen: Predio

gemachtigde: mr. T.C. Boer

t e g e n

beiden wonende te [woonplaats]

gedaagden

nader te noemen: [gedaagden]

gemachtigde: mr. C.G.M. Oosterwijk

De volgende stukken bevinden zich in het procesdossier:

- dagvaarding van23 juli 2018, met producties;- antwoord met producties;- instructievonnis;- dagbepaling comparitie.

De comparitie heeft plaatsgevonden op 15 januari 2019. Voor Predio is verschenen de heer [medewerker eiseres] , vergezeld door mr. S.J. Kloosterman als gemachtigde. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken. Voorafgaand aan de comparitie hebben beide partijen bij brief nog nadere producties overgelegd. Zoals afgesproken tijdens de comparitie heeft Predio na de comparitie nog een akte genomen. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

[gedaagde 1] huurt sedert 15 juli 1990 de woning aan de [adres] te [woonplaats] , hierna de woning. Zij woont daar met haar inmiddels meerderjarige zoon, gedaagde sub 2.

1.2.

Predio is sedert 9 november 1998 eigenaar van het pand [adres] , waar zich naast de woning een kantoorruimte op de begane grond en eerste etage bevindt en een woning op de derde etage aanwezig is.

1.3.

De huurprijs van de woning van [gedaagden] bedraagt € 460,16 per maand exclusief het voorschot op de servicekosten van € 160,00 per maand.

1.4.

Tussen partijen is een groot aantal procedures bij de Huurcommissie gevoerd.

1.5.

De derde etage is in de afgelopen jaren door verschillende bewoners bewoond.

1.6.

Bij beslissing van de kantonrechter te Amsterdam van 24 maart 2017 is een eerdere vordering van Predio tot, kort samengevat, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde afgewezen. De eventuele tekortkomingen aan de zijde van [gedaagden] zijn niet ernstig genoeg beoordeeld om tot ontbinding van de huurovereenkomst te komen. Tegen het vonnis is geen beroep ingesteld.

1.7.

In augustus 2017 heeft Predio een huishoudelijk reglement opgesteld om het gebruik over en weer te verduidelijken. [gedaagden] heeft hiermee, anders dan de andere huurders, niet ingestemd.

1.8.

Blijkens de dagvaarding worden [gedaagden] de volgende (nieuwe) verwijten gemaakt:

- overlast, bedreigingen en intimidaties t.a.v. huurder bovenwoning;

- overlast t.a.v. huurder kantoorruimte;

- overlast t.a.v. ingeschakelde monteur en nieuwe overlast t.a.v. huurder kantoorruimte;

- gooien van etensresten vanaf het balkon

Ter onderbouwing heeft Predio de nodige stukken en opnames in het geding gebracht.

1.9.

Op haar beurt heeft [gedaagden] ten aanzien van deze nieuwe verwijten stukken en opnames in het geding gebracht.

1.10.

Predio heeft zich er verder op beroepen dat [gedaagden] ook na dagvaarding in deze zaak volhardt in volgens haar onuitstaanbaar gedrag jegens met name medehuurders en anderen (werklui) in het pand. Het betreft onder meer het vals beschuldigen van medehuurders, in het bijzonder de bovenbuurvrouw [betrokkene] , hierna: [betrokkene] , het ten onrechte fietsen plaatsen tegen de voorgevel, het onheus bejegenen van de tuinman medio september 2018 en het niet toestaan van het gebruik van een kraan voor het besproeien van planten buiten, welke kraan zich in de kelderruimte bevindt die bij [gedaagden] in gebruik is.

1.11.

Tussen de huurder van de kantoorruimte en [gedaagden] heeft zich een geschil voorgedaan over het plaatsen van camera’s in de gemeenschappelijke ruimtes van het gehuurde. Bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 19 december 2018 is bepaald, kort samengevat, dat in ieder geval een aantal camera’s onder de geschetste omstandigheden een ongerechtvaardigde inbreuk maken op het recht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van [gedaagden] . De huurder van de kantoorruimte is, eveneens kort samengevat, bevolen deze te verwijderen.

De vordering

2.1.

Predio vordert onder aanbieding van (aanvullend) bewijs, ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en veroordeling van [gedaagden] tot ontruiming van de woning, op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagden] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen en met machtiging aan Predio om de ontruiming zo nodig zelf te bewerkstelligen; een en ander met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van dit geding. Predio stelt daartoe, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, het volgende. [gedaagden] gedraagt zich niet als goed huurster en er is aan haar zijde sprake van ernstige tekortkomingen in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Predio verwijst daarbij naar de vele incidenten die in de eerdere procedure tussen partijen al aan de orde zijn gekomen en voegt daar een aantal recente incidenten (zie ro 1.8 en ro 1.10) aan toe. [gedaagden] heeft haar gedrag niet aangepast en er is geen enkel vertrouwen, gezien het patroon van gedragingen, dat dit in de toekomst ten goede zal veranderen. Er is sprake van een structurele wanprestatie aan de zijde van [gedaagden] , aldus Predio. Het aantal tekortkomingen, ernstig en minder ernstig, is zodanig omvangrijk, dat ontbinding van de huurovereenkomst is gerechtvaardigd.

Het verweer

De beoordeling

3 13.Gelegenheid tot nadere bewijslevering aan de zijde van Predio

DE BESLISSING