Home

Rechtbank Amsterdam, 23-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:5004, RK 17/2239

Rechtbank Amsterdam, 23-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:5004, RK 17/2239

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
23 juni 2017
Datum publicatie
17 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2017:5004
Zaaknummer
RK 17/2239

Inhoudsindicatie

552a Sv - Complete bedrijfsadministratie in beslag genomen. Klaagschrift ongegrond.

Uitspraak

beschikking

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/845012-16

RK: 17/2239

Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

geboren op [datum] 1977 te [geboorteplaats] ,

woonplaats kiezend [domicilie] ,

klager, tevens beslagene.

1 Procesgang

1.1.

Het klaagschrift is op 6 april 2017 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.

1.2.

Het Openbaar Ministerie heeft op 13 april 2017 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.

1.3.

De rechtbank heeft op 9 juni 2017 klager, zijn raadsman mr. K. Spee die waarnam voor zijn kantoorgenoot mr. O. Hammerstein, en de officier van justitie mr. S. van Brakel in openbare raadkamer gehoord.

2 Inhoud van het klaagschrift

2.1.

Het klaagschrift strekt tot teruggave van de (onder klager) in beslag genomen voorwerpen, te weten de voorwerpen die staan vermeld op de lijsten met in beslag genomen goederen (A, B, BD, B2, B3, B4, B-auto, F, FD, G en GD) die aan deze beschikking zijn gehecht. Het betreft onder meer gegevensdragers, dozen met ordners (administratie), tokens en bankpassen.

2.2.1.

De raadsman van klager heeft in raadkamer naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift het volgende aangevoerd.

2.2.2.

Klager heeft een trustkantoor dat zijn diensten aanbiedt aan 150 ondernemingen. Aangezien onder meer alle administratie in beslag genomen is, komen de ondernemingen waarvan klager verantwoordelijk is voor het beheer in de problemen omdat hun jaarrekeningen nu niet tijdig kunnen worden gedeponeerd. De inbeslagneming van de complete administratie, die reeds zeven maanden geleden heeft plaatsgevonden, en het beslag op de bankrekeningen brengen mee dat de onderneming van klager de facto is gesloten. Het kantoorpersoneel is de hele dag bezig (boekhouders, adviseurs en advocaten van) klanten op afstand te houden. De praktische oplossing die door het Openbaar Ministerie is aangedragen, die erop neerkomt dat klager een digitale kopie kan krijgen van de dossiers die hij nodig heeft, biedt geen soelaas aangezien klager tot dusverre slechts digitale bestanden (gescande documenten) heeft ontvangen die niet voorzien zijn van een herkenbare bestandsnaam. De enige werkbare oplossing is dat de fysieke dossiers nadat ze zijn gescand overeenkomstig het eerste lid van artikel 116 Sv aan klager worden teruggegeven.

3 Standpunt van het Openbaar Ministerie

3.1.

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie en het proces-verbaal betreffende de stand van zaken beslag [klager] locatie B – verklaard zich te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen voorwerpen en heeft daartoe aangevoerd dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet, omdat deze voorwerpen nodig zijn in verband met de waarheidsvinding en het onderzoek nog niet is afgerond.

3.2.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie van 13 april 2017 houdt kort samengevat het volgende in. Onderzoek [naam 1] betreft een grootschalig onderzoek met klager als hoofdverdachte. Hij wordt verdacht van fiscale fraude, mensensmokkel, valsheid in geschrift, oplichting en witwassen. Op 1 december 2016 vonden er in het kader van dit onderzoek op verschillende plaatsen in Nederland en in het buitenland doorzoekingen plaats waarbij met name grote hoeveelheden administratie in beslag werden genomen. Het ging daarbij om zowel digitale als fysieke administratie. Een van de plaatsen waar werd gezocht, was het kantoor van klager in [plaats] alwaar nagenoeg de gehele fysieke en digitale administratie in beslag werd genomen. Zowel het onderzoeksteam als het Openbaar Ministerie is zich er uiteraard van bewust dat een dergelijke inbeslagneming een onderneming platlegt en daarom is binnen het onderzoek direct de prioriteit gelegd bij het beslag. Nadat daags na de doorzoeking een complete kopie was gemaakt van het digitale beslag, is dat ter beschikking gesteld aan klager. Daarmee had hij dus meteen weer toegang tot een groot deel van de administratie. Daarnaast is meteen begonnen met het inscannen van het fysieke beslag. Dit neemt de nodige tijd in beslag, maar dit is de enige werkbare manier om het beslag inzichtelijk te maken voor het onderzoeksteam. Tevens maakt deze werkwijze het mogelijk (steeds) een kopie van de reeds ingescande administratie te verstrekken aan klager. Hiermee is onlangs begonnen. Daarnaast is aan klager meermalen het aanbod gedaan dat wanneer hij om specifieke dossiers verlegen zou zijn, waar hij niet in digitale vorm over beschikt, hij om deze dossiers zou kunnen vragen. Er zou dan voorrang gegeven kunnen worden aan het inscannen van deze dossiers waardoor hij daar een kopie van zou kunnen ontvangen. Van dit aanbod is slechts mondjesmaat gebruik gemaakt.

3.3.

In raadkamer heeft de officier van justitie hieraan toegevoegd dat als de aangedragen oplossing niet werkbaar blijkt te zijn, gekeken kan worden naar een alternatief. Teruggave van de fysieke dossiers is (nog) niet mogelijk omdat tussen de stukken zich valse geschriften bevinden en het onderzoek nog niet is afgerond.

4 De beoordeling

5 De beslissing