Home

Rechtbank Amsterdam, 19-02-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:1476, DX EXPL 14-115

Rechtbank Amsterdam, 19-02-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:1476, DX EXPL 14-115

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
19 februari 2015
Datum publicatie
17 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2015:1476
Zaaknummer
DX EXPL 14-115

Inhoudsindicatie

Effectenlease. Verklaring voor recht dat Dexia aan haar verplichtingen jegens gedaagde heeft voldaan. Het enkele feit dat er een mogelijkheid bestaat dat de jurisprudentie zich op enig moment in de toekomst in een voor gedaagde gunstiger zin zal kunnen ontwikkelen betekent niet dat thans niet zou kunnen of mogen worden beslist op de aanspraken van gedaagde. Op grond van het optreden van Legio-Lease als adviseur kan gedaagde aanspraak maken op een ruimere schadevergoeding dan voortvloeit uit de Hof-formule. Vordering van Dexia is dus niet toewijsbaar.

Uitspraak

vonnis

Afdeling Privaatrecht

zaak- en rolnummer: 2899608 DX EXPL 14-115

vonnis van: 19 februari 2015

f.no.: 466

Vonnis van de kantonrechter:

i n z a k e

de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

nader te noemen: Dexia,

gemachtigde: mr. T.R. Van Ginkel.

t e g e n

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

nader te noemen: [gedaagde],

gemachtigde: mr. G. van Dijk.

De procedure

1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 6 maart 2014 van Dexia, met producties.

-

de conclusie van antwoord van [gedaagde], met producties.

-

Bij tussenvonnis van 17 juli 2014 is bepaald dat de onderhavige zaak schriftelijk zal worden voortgeprocedeerd. Vervolgens zijn ingediend.

-

de conclusie van repliek van Dexia, met producties,

-

de conclusie van dupliek van [gedaagde], met producties,

-

de akte van Dexia, waarbij zij reageert op die laatste stukken.

Vonnis is bepaald op heden.

Gronden van de beslissing

De feiten 2. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast.

2.1.

Dexia Bank Nederland N.V., de vennootschap die aanvankelijk partij was, is na een fusie met haar aandeelhoudster verdwenen als rechtspersoon. Dexia is haar rechtsopvolgster onder algemene titel. Dexia is tevens de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van Legio-Lease B.V. (hierna: Labouchere of Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.

2.2

[gedaagde] heeft de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop zij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:

Nr

Contractnr.

Datum

Naam overeenkomst

Looptijd

Leasesom

I.

[nummer]

05-10-2000

[overeenkomst]

120 mnd

ƒ 55.256,35

2.3.

Dexia heeft met betrekking tot de lease-overeenkomst een eindafrekening opgesteld met het volgende resultaat:

Nr.

Datum eindafrekening

Resultaat

I.

11-11-2003

- € 9.970,09

2.3.

Volgens opgave van Dexia heeft [gedaagde] op grond van de lease-overeenkomst in totaal een bedrag van € 3.863,27 aan maandtermijnen en een bedrag van € 9.970,09 aan restschuld aan Dexia betaald. Vervolgens heeft [gedaagde] een bedrag van € 802,13 aan dividenden ontvangen. Op 13 januari 2012 heeft Dexia nog een bedrag van € 9.476,73 aan [gedaagde] uitgekeerd.

2.4.

Bij brief van 21 december 2011 heeft Dexia het volgende - voor zover van belang - aan [gedaagde] meegedeeld:

‘(…)Dexia Nederland B.V. (..) is voornemens haar financiële verplichtingen jegens u te voldoen. (…)Dexia heeft ter compensatie van de door haar cliënten geleden schade een aantal regelingen getroffen, waaronder het Dexia Aanbod en de Duisenbergregeling. U heeft aangegeven van die regelingen geen gebruik te willen maken. Dexia erkent dat u desondanks aanspraak heeft op een vergoeding van de door u geleden schade en is voornemens het daarvoor in haar boeken opgenomen bedrag ter grootte van € 9.476,73 aan u uit te betalen.

(…)’.

2.5.

Bij brief van 25 januari 2012 heeft [gedaagde] aan Dexia meegedeeld haar

rechten ten aanzien van alle vorderingen op Dexia voor te behouden.

2.6.

Bij brief van 13 januari 2014 heeft Dexia aan [gedaagde] meegedeeld dat zij een einde wil maken aan de onzekere situatie tussen haar en [gedaagde]. Dexia heeft [gedaagde] verzocht mee te delen of Dexia aan al haar verplichtingen jegens [gedaagde] heeft voldaan en – zo niet – mee te delen en te onderbouwen welk bedrag Dexia nog verschuldigd zou zijn.

2.7.

Bij brief van 24 februari 2014 heeft de gemachtigde van [gedaagde] meegedeeld dat [gedaagde] recht heeft op volledige schadeloosstelling.

3 Vordering

3.1.

Dexia vordert dat bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht wordt verklaard dat Dexia ten aanzien van de tussen haar en [gedaagde] gesloten lease-overeenkomst met [nummer] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [gedaagde] is verschuldigd. Ten slotte vordert Dexia [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.

4 Standpunten Dexia

4.1

Dexia stelt dat zij zich ziet geconfronteerd met de situatie dat [gedaagde] een vordering op haar pretendeert, dat [gedaagde] de verjaring van die vordering heeft gestuit, maar dat [gedaagde] niet inhoudelijk motiveert waarom zij meent een vordering op Dexia te hebben. Dexia meent daarom er recht en belang bij te hebben dat in rechte wordt vastgesteld dat [gedaagde] geen vordering heeft in verband met de tussen hen gesloten overeenkomst.

4.2.

[gedaagde] heeft inhoudelijk verweer gevoerd.

5 Beoordeling van de vorderingen