Rechtbank Amsterdam, 20-02-2008, BC5108, 375475
Rechtbank Amsterdam, 20-02-2008, BC5108, 375475
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 20 februari 2008
- Datum publicatie
- 26 februari 2008
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2008:BC5108
- Zaaknummer
- 375475
Inhoudsindicatie
OD-perspublicatie, schadevergoeding, verzilverbare populariteit
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 375475 / HA ZA 07-2049 (AV)
Vonnis van 20 februari 2008
in de zaak van
A,
wonende te ( woonplaats ),
eiser,
procureur mr. M. Meijjer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VRIJE RADIO OMROEP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
procureur mr. K.T.M. Stöpetie.
Partijen zullen hierna A en Radio 538 genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met bewijsstukken,
- de akte houdende rectificatie van de conclusie van antwoord met daarbij gevoegd de gerectificeerde conclusie van antwoord, met bewijsstukken,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 19 september 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 21 december 2007.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Gedaagde exploiteert een radiostation onder de naam Radio 538. Daarnaast organiseert Radio 538 gedurende het jaar verschillende evenementen. Sinds 2000 organiseert Radio 538 jaarlijks op Koninginnedag een groot evenement op het Museumplein te Amsterdam, waarbij verschillende artiesten optreden. Om dit evenement bekendheid te geven, houdt Radio 538 voorafgaand aan het Koninginnedagevenement een promotiecampagne. Onderdeel van die promotiecampagne is een actie waarbij luisteraars van Radio 538 prijzen kunnen winnen, als ze bij het horen van een bepaalde tekst op de radio, naar de studio bellen. Deze actie wordt sinds 2004 jaarlijks gevoerd onder de titel: “Koninklijk Leven voor even”. Radio 538 vraagt aandacht voor de actie door middel van posters, radiospotjes op haar eigen radiostation en een aankondiging op haar website.
2.2. In het kader van voornoemde promotiecampagne heeft Radio 538 op woensdag 25 april 2007 een advertentie (hierna: de advertentie) laten plaatsen op de voorpagina van De Telegraaf. De advertentie beslaat ongeveer één tiende van de voorpagina en bestaat uit een foto van A die ongeschoren is en een vermoeide indruk maakt en min of meer verschrikt opkijkt naar de fotograaf. Onderaan de foto is met grote letters de tekst geplaatst: “Koninklijk leven” en direct daaronder: “voor even”. Daaronder staat: “dat win je bij RADIO 538. Luister tussen 23 en 27 april.”
2.3. De advertentie heeft op 25 april 2007 van 13.00 uur tot 19.00 uur ook op de website van Radio 538 gestaan. De advertentie is van de website verwijderd na een sommatie van de toenmalige raadsman van A.
2.4. De foto van A die is gebruikt voor de advertentie, is zonder zijn toestemming gemaakt en is zonder zijn toestemming gebruikt voor de advertentie.
2.5. A heeft reclamebureau BeyenMeyer te Amsterdam verzocht om een schatting te maken van de vergoeding welke hij had kunnen bedingen voor het gebruik van zijn portret in de door Radio 538 gevoerde campagne. In een brief van 5 juli 2007 schrijft B directeur van voornoemd reclamebureau hierover onder meer:
“ Naar aanleiding van uw verzoek aangaande de reclamecampagne van radio 538 in de Telegraaf van 25 april jl. kan ik u het volgende meedelen.
Voor een dergelijke reclamecampagne, van die omvang, op de voorpagina van een landelijk dagblad met een oplage als de Telegraaf, met iemand als de heer A , zouden wij onze opdrachtgever een budget voor de heer A adviseren tussen de € 25.000 en € 50.000. Gezien de strekking van deze campagne en dan met name de voor de heer A negatieve toon van de campagne en de nadelige wijze waarop hij wordt geportretteerd zouden wij eerder € 50.000, dan € 25.000 adviseren. Er moet immers van worden uitgegaan dat slechts een substantiële vergoeding de heer A over de streep zal trekken.”
3. De vordering
3.1. A vordert Radio 538 te veroordelen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad om aan A te betalen:
A. EUR 50.000,= vanwege schending van artikel 21 Auteurswet, te vermeerderen met de wettelijke rente;
B. EUR 20.000,= aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente;
C. de kosten van het geding.
3.2. Radio 538 heeft de vordering gemotiveerd betwist. Zij stelt, kort gezegd, dat de advertentie bij wijze van grap eenmalig in De Telegraaf is verschenen en dat deze slechts korte tijd op haar website heeft gestaan. Radio 538 betwist niet dat zij geen toestemming had van A voor het gebruik van zijn portret en dat zij door het gebruik maken van het portret onrechtmatig jegens A heeft gehandeld. Radio 538 acht de gevorderde schadevergoeding in de gegeven omstandigheden echter buiten iedere redelijke proportie.
3.3. De standpunten van partijen komen, voor zover relevant, hierna aan de orde.
4. De beoordeling
4.1. Nu Radio 538 niet betwist onrechtmatig te hebben gehandeld jegens A, behoeft dit geen verdere bespreking en zal de rechtbank de vraag beantwoorden welke schadevergoeding Radio 538 aan A verschuldigd is.
4.2. Hierbij dient als uitgangspunt te gelden dat onbetwist vast staat dat A een verzilverbare populariteit geniet. Dat wil zeggen dat hij zijn populariteit commercieel kan exploiteren en dat hij derhalve voor een advertentie als de onderhavige een geldelijke beloning had kunnen bedingen. Nu Radio 538 de advertentie heeft geplaatst zonder instemming van A, dient de rechtbank de redelijkerwijs door A te ontvangen geldelijke beloning voor een advertentie als de onderhavige te schatten.
4.3. A heeft ter onderbouwing van de door hem gevorderde EUR 50.000,= de brief van 5 juli 2007 van reclamebureau BeyenMeyer in het geding gebracht. Radio 538 heeft betwist dat zij akkoord zou zijn gegaan met een vergoeding van EUR 50.000,=, maar geeft niet aan welk bedrag zij dan wel redelijk had gevonden. Ter comparitie heeft A aangevoerd dat hij voor een Masterlease-advertentie die eind 2006 is geplaatst op de achterkant van PCM-kranten een halve dag “fee” heeft ontvangen, nu hij dit bij wijze van vriendendienst heeft gedaan, ter grootte van EUR 8.500,=. Ook heeft A verklaard dat hij voordat de onderhavige advertentie in De Telegraaf verscheen, benaderd was door Venco voor een tv-commercial waarvoor hij EUR 52.000,= zou ontvangen. Tenslotte heeft A ter comparitie verklaard dat hij voor een tv-commercial voor Monsterboard welke gedurende één maand op tv is geweest EUR 25.000,= voor zijn beeltenis heeft ontvangen en daarnaast EUR 1.500,= voor iedere keer dat de commercial werd uitgezonden. Radio 538 heeft de door A genoemde bedragen ter zitting betwist, wegens gebrek aan bewijs.
4.4. De rechtbank is van oordeel dat A voor het gebruik van zijn portret een beloning van EUR 20.000,= had kunnen bedingen. De rechtbank houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat de advertentie korte tijd op de website van Radio 538 heeft gestaan en dat deze eenmalig is geplaatst in het landelijk dagblad De Telegraaf, welke krant een grote oplage kent en zowel in het binnen- als buitenland wordt verkocht. Eveneens houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat de advertentie is geplaatst op de voorpagina van De Telegraaf en dat de omvang van de advertentie al met zich brengt dat de aandacht op de foto van A wordt gevestigd. Voorts neemt de rechtbank hierbij de nadelige wijze waarop A is geportretteerd in aanmerking, waarbij aannemelijk is dat A indien het tot onderhandelen met Radio 538 was gekomen daarvoor een hoge vergoeding had kunnen bedingen. Voor zover Radio 538 heeft betoogd dat zij met een dergelijk hoog bedrag nooit zou hebben ingestemd, heeft te gelden dat dit voor haar rekening en risico komt, nu Radio 538 er voor heeft gekozen de advertentie te plaatsen zonder toestemming van A hiervoor te vragen, en aldus zelf de onderhandelingsfase heeft overgeslagen.
4.5. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding geldt het volgende. Radio 538 voert ten onrechte aan dat A naast de materiële schadevergoeding zoals hiervoor overwogen, geen immateriële schadevergoeding zou toekomen. De vergoeding van de materiële schade ziet op de omstandigheid dat Radio 538 het portret van A zonder diens toestemming voor commerciële doeleinden heeft gebruikt, terwijl A beschikt over een verzilverbare populariteit waardoor het onthouden van zijn toestemming ervoor heeft gezorgd dat A inkomsten is misgelopen die hij anders had kunnen bedingen. Daarnaast heeft A recht op immateriële schadevergoeding, nu de geplaatste advertentie inbreuk maakt op het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. A heeft terecht aangevoerd dat de wijze waarop hij is afgebeeld in combinatie met de woorden “Koninklijk leven” en “voor even” suggestief is en zijn persoonlijke levenssfeer schaadt. Voor dit alles acht de rechtbank een vergoeding van EUR 4.000,= in overeenstemming met de wettelijke maatstaven.
4.6. Voorts heeft met betrekking tot de gevorderde immateriële schadevergoeding te gelden dat voor zover A heeft beoogd met zijn vordering schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) te vorderen, welk artikel bepaalt dat schadevergoeding verschuldigd is indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen, dit niet op gaat. De rechtbank acht onvoldoende aannemelijk dat Radio 538 met de advertentie heeft beoogd A nadeel toe te brengen als bedoeld in voornoemd artikel. Wel acht de rechtbank aannemelijk dat de advertentie, zoals Radio 538 stelt, als grap bedoeld is en met een knipoog refereert aan het verbroken huwelijk van A met C, waarbij de rechtbank maar in het midden laat of de grap geslaagd is. Dit vormt echter een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van A als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub b, BW.
4.7. Radio 538 zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van A worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,31
- vast recht 1.540,00
- salaris procureur 1.158,00 (2,0 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 2.782,31
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Radio 538 om aan A te betalen een bedrag van EUR 24.000,00 (vierentwintig duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 20 februari 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Radio 538 in de proceskosten, aan de zijde van A tot op heden begroot op EUR 2.782,31,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2008.?