Home

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, 29-11-2007, BG3805, 191 HLAR 19/07

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, 29-11-2007, BG3805, 191 HLAR 19/07

Gegevens

Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Datum uitspraak
29 november 2007
Datum publicatie
7 november 2008
ECLI
ECLI:NL:OGHNAA:2007:BG3805
Zaaknummer
191 HLAR 19/07

Inhoudsindicatie

Het hoger beroep is aldus ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel aan verzoekster tegemoet is gekomen. Voor een veroordeling tot vergoeding van de in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten en tot terugbetaling van het griffierecht na intrekking van het hoger beroep biedt de Landsverordening administratieve rechtspraak echter geen grondslag.

Het Hof verklaart zich onbevoegd van het verzoek kennis te nemen.

Uitspraak

191 HLAR 19/07

Datum uitspraak: 29 november 2007

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA

Uitspraak op het verzoek van:

de naamloze vennootschap Union Caribe N.V., gevestigd te Aruba,

verzoekster,

om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het hoger beroep.

1. Procesverloop

Bij brief, bij het Hof ingekomen op 14 mei 2007, heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 2 april 2007.

Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 oktober 2007, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. D.Kock, advocaat, en de minister van Vreemdelingenzaken (hierna: de minister), vertegenwoordigd door mr. P.D. Langerak, ambtenaar in dienst van het Land, zijn verschenen.

Verzoekster heeft het hoger beroep ter zitting ingetrokken, doch het Hof verzocht de minister te veroordelen tot vergoeding van de bij haar in de procedure opgekomen proceskosten en tot teruggave van het griffierecht.

2. Overwegingen

2.1. Het hoger beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerecht, waarbij het beroep van verzoekster tegen het uitblijven van een beslissing op het door haar tegen de afwijzing van een aanvraag om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf gemaakte bezwaar ongegrond is verklaard.

Hangende de procedure in hoger beroep is aan verzoekster alsnog zodanige vergunning verleend. Zij heeft het hoger beroep naar aanleiding daarvan ingetrokken.

2.2. Het hoger beroep is aldus ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel aan verzoekster tegemoet is gekomen. Voor een veroordeling tot vergoeding van de in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten en tot terugbetaling van het griffierecht na intrekking van het hoger beroep biedt de Landsverordening administratieve rechtspraak echter geen grondslag. Het Hof is dan ook onbevoegd van het verzoek kennis te nemen.

3. Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart zich onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen.

Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.

Voorzitter

Griffier

Uitgesproken in het openbaar op 29 november 2007