Home

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 21-06-2017, ECLI:NL:OGHACMB:2017:54, CUR2016H00008

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 21-06-2017, ECLI:NL:OGHACMB:2017:54, CUR2016H00008

Gegevens

Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Datum uitspraak
21 juni 2017
Datum publicatie
3 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:OGHACMB:2017:54
Zaaknummer
CUR2016H00008

Inhoudsindicatie

Verzuimboete wegens niet tijdig doen van aangifte. Derde verzuim. Veroordeling Inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende door Gerecht juist geoordeeld.

Uitspraak

Uitspraak

CUR2016H00008

Datum uitspraak: 21 juni 2017

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN

EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Uitspraak op het hoger beroep van:

de inspecteur der belastingen in Curaçao,

appellant (de Inspecteur),

tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (het Gerecht) van 9 juni 2016 in de zaak BBZ nr. 68870 van 2014, in het geding tussen:

de Inspecteur

en

[ X ],

gevestigd te Curaçao,

verweerder (belanghebbende).

1 Procesverloop

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 25 juni 2010 een naheffingsaanslag winstbelasting opgelegd over het jaar 2008 ten bedrage van NAf 18.000 en een verzuimboete opgelegd van NAf 2.700.

1.2.

Belanghebbende is op 27 september 2010 tegen de naheffingsaanslag en de boete in bezwaar gekomen. De Inspecteur heeft op 25 april 2014 bij uitspraken op bezwaar de bezwaren van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende is op 19 juni 2014 tegen die uitspraken in beroep gekomen bij het Gerecht.

1.3.

Bij uitspraak van 9 juni 2016 heeft het Gerecht het beroep tegen de naheffingsaanslag winstbelasting en het beroep tegen de verzuimboete gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag winstbelasting verminderd tot nihil, de verzuimboete verminderd tot NAf 250 en belanghebbendes verzoek om proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase afgewezen en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep heeft moeten maken.

1.4.

De Inspecteur heeft bij brief van 5 augustus 2016 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht. Belanghebbende heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

1.5.

Het Hof heeft de zaak ter zitting te Willemstad behandeld op 30 maart 2017, waar zijn verschenen en gehoord, [ A ] namens de Inspecteur en namens belanghebbende [ B ], statutair directeur van belanghebbende, bijgestaan door [ C ].

2 Feiten

In hoger beroep is, op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende heeft over het belastingjaar 2008 geen aangifte winstbelasting gedaan.

2.2.

Voor het jaar 2006 heeft belanghebbende uitstel voor het indienen van de aangifte winstbelasting verzocht en verkregen tot 1 januari 2008. Belanghebbende heeft de aangifte winstbelasting over het belastingjaar 2006 pas op 21 januari 2010 en dus te laat ingediend.

2.3.

Voor het jaar 2007 heeft belanghebbende geen uitstel voor het indienen van de aangifte winstbelasting verzocht en vervolgens de aangifte pas op 30 december 2008 en dus te laat ingediend.

2.4.

Het verzuim een aangifte winstbelasting over het belastingjaar 2008 in te dienen vormt een derde verzuim.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of het Gerecht de opgelegde verzuimboete op goede gronden heeft verminderd tot NAf 250 en of het Gerecht de Inspecteur terecht en tot het juiste bedrag heeft veroordeeld in de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep heeft moeten maken.

3.2.1.

De Inspecteur stelt dat de verzuimboete ten onrechte is verminderd tot NAf 250. Uit de naheffingsaanslag winstbelasting 2008 blijkt dat het gaat om een boete voor een derde verzuim. Ingevolge artikel 18 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (de ALL) en de artikelen 3 en 4 van de ministeriële beschikking administratieve boeten dient bij een derde verzuim de boete NAf 1.000 te bedragen.

3.2.2.

Wat betreft de veroordeling in de proceskosten stelt de Inspecteur zich in hoger beroep op het standpunt dat in de beroepsfase geen sprake is van onzorgvuldig handelen van de zijde van de Inspecteur. Ook is geen sprake van kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht door de Inspecteur. Voor zover aan belanghebbende wel een vergoeding van proceskosten zou toekomen, heeft het Gerecht – aldus Inspecteur – deze vergoeding ten onrechte vastgesteld op NAf 1.050.

3.3.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat het Gerecht de Inspecteur terecht heeft veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende van NAf 1.050.

3.4.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op wat zij ter zitting hebben bijgebracht.

3.5.

De Inspecteur concludeert – zo begrijpt het Hof – tot vernietiging van de uitspraak van het Gerecht, doch uitsluitend voor wat betreft de vermindering van de verzuimboete en de veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende. De Inspecteur concludeert tot een vermindering van de verzuimboete tot NAf 1.000 en primair tot het niet toekennen van een proceskostenvergoeding en subsidiair tot een proceskostenvergoeding van NAf 50. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van het Gerecht en veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten van het hoger beroep.

4 Het oordeel van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

5 Beoordeling van het geschil

6 Proceskosten hoger beroep

7 Beslissing