Home

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 02-11-2020, ECLI:NL:OGEAM:2020:90, Lar 20/2020, SXM 202000362

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 02-11-2020, ECLI:NL:OGEAM:2020:90, Lar 20/2020, SXM 202000362

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Datum uitspraak
2 november 2020
Datum publicatie
18 november 2020
ECLI
ECLI:NL:OGEAM:2020:90
Zaaknummer
Lar 20/2020, SXM 202000362

Inhoudsindicatie

Afwijzing restitutie van medische kosten.

Het beroep gericht tegen de restitutie van de medische kosten tot ongeval is gegrond.

Het beroep tegen de overige medische kosten is ongegrond aangezien de verzochte restitutie op kosten ziet als gevolg van ongeval van eiser. Deze kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat geen bewijs is overgelegd van het bestaan van een dienstverband na ongeval.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 2 november 2020

Zaaknummer: SXM202000362-LAR00020/2020

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

UITSPRAAK

In het geding van:

[eiser],

eiser,

gemachtigde: mr. C.H.J. MERX,

tegen

HET UITVOERINGSORGAAN SOCIALE ZIEKTEKOSTEN VERZEKERING,

gezeteld te Sint Maarten,

verweerder,

gemachtigde: mr. D.C. DAAL,

1 Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van 20 februari 2020 waarbij verweerder het bezwaarschrift van eiser tegen het besluit van 29 augustus 2019 tot afwijzing van restitutie van medische kosten, kennelijk ongegrond heeft verklaard.

2 Het verloop van de procedure

2.1.

Met een op 26 maart 2020 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) heeft eiser tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).

2.2.

Op 28 mei 2020 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.

2.3.

Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 6 oktober 2020. Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.

2.4.

Uitspraak is bepaald op heden.

3 Feiten

3.1.

Eiser heeft op 28 augustus 2019 een verzoek bij verweerder ingediend tot restitutie van medische kosten tot een bedrag van USD 126.00. Verweerder heeft bij beschikking van 29 augustus 2019 dit verzoek afgewezen.

Verweerder heeft hier, kort samengevat, aan ten grondslag gelegd dat het verzoek tot restitutie later dan 6 maanden nadat de kosten zijn gemaakt is ingediend en dat de verzochte huisarts kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.

3.2.

Eiser heef een bezwaarschrift ingediend. Verweerder heeft het bezwaar kennelijk ongegrond verklaard. Verweerder heeft aangegeven dat in de heroverweging in bezwaar naar voren is gekomen dat ten tijde van het ondergaan van de medische behandelingen eiser geen werknemer meer was en aldus geen rechten meer kon ontlenen aan de Landsverordening ziekteverzekering.

4 Het geschil

5 De beoordeling