Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 11-10-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:321, 500.00460/15

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 11-10-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:321, 500.00460/15

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
11 oktober 2018
Datum publicatie
21 juni 2019
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2018:321
Zaaknummer
500.00460/15

Inhoudsindicatie

Ontucht minderjarige

Uitspraak

Uitspraak: 11 oktober 2018 Tegenspraak

in de strafzaak tegen de verdachte:

geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats],

wonende in [woonplaats], [adres].

Onderzoek van de zaak

Nadat, als resultaat van de beklagprocedure ex artikel 15 van het Wetboek van Strafvordering, het Hof op 23 oktober 2017 de vervolging van de verdachte had bevolen, heeft het onderzoek ter openbare terechtzitting plaatsgevonden op 15 juni 2018 en 20 september 2018. De verdachte is beide keren verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.A. Gonet.

De officier van justitie, mr. M. Dennaoui-Simon, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de verdachte zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde en het onder 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf van vijf jaren.

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van alle drie ten laste gelegde feiten.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2014 tot en met 1 november 2015, te Curaçao door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, (telkens) zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden, en/of met zijn ontbloot lijf tegen die [slachtoffer 1] aan aangelegen en/of die [slachtoffer 1] betast over/aan haar benen en/of borsten en/of billen, althans haar lichaam en

welk geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte,(telkens) opzettelijk aan die [slachtoffer 1] vragen of zij iets met hem verdachte wil doen en/of onverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer 1] binnenkomen en/of (vervolgens) de slaapkamerdeur op slot doen en/of op het bed van die [slachtoffer 1] gaan liggen en/of misbruik en/of gebruik maakt van zijn fysieke overwicht en/of haar pyjama omhoog halen en/of haar broek uittrekken en/of haar onderboek uittrekken/opzij schuiven en/of (aldus) door zijn fysieke voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;

(artikel 2:197 j° 2:208 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

2

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2014 tot en met 29 oktober 2014, te Curaçao, met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002), een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten de dochter van zijn vriendin, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, (telkens) zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden, en/of met zijn ontbloot lijf tegen die [slachtoffer 1] aan gelegen en/of die [slachtoffer 1] betast over/aan haar benen en/of borsten en/of billen, althans haar lichaam;

(artikel 2:199 j° 2:208 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

3.

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 29 oktober 2014 tot en met 1 november 2015, te Curaçao, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002), een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten de dochter van zijn vriendin, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina

van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden

en/of met zijn ontbloot lijf tegen die [slachtoffer 1] aan aangelegen en/of die [slachtoffer 1] betast over/aan haar benen en/of borsten en/of billen, althans haar lichaam;

(artikel 2:200 j° 2:208 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak van feit 1

Evenals de officier van justitie en de raadsman heeft het Gerecht uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan nu onvoldoende is vast komen te staan dat verdachte [slachtoffer 1] (hierna te noemen: [slachtoffer 1]) met (bedreiging van) geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Naar het oordeel van het Gerecht is de combinatie van de omstandigheden dat verdachte, zijnde de (ex-)vriend van de moeder van [slachtoffer 1], naar haar slaapkamer kwam, achter haar ging liggen en haar kleding opzij schoof, waarna hij haar betastte en penetreerde, onvoldoende voor de juridische kwalificatie “met een andere feitelijkheid dwingen tot seksuele handelingen”. Verdachte zal dan ook van het ten laste gelegde onder 1 worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

2.

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2014 tot en met 29 oktober 2014, te Curaçao, met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002), een aan zijn zorg, opleiding of en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten de dochter van zijn vriendin, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, (telkens) zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden, en/of met zijn ontbloot onderlijf tegen die [slachtoffer 1] aan gelegen en/of die [slachtoffer 1] betast over/aan haar benen en/of borsten en/of billen, althans haar lichaam;.

3.

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 29 oktober 2014 tot en met 29 oktober 2015, te Curaçao, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] 2002), een aan zijn zorg, opleiding of en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten de dochter van zijn vriendin, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden en/of met zijn ontbloot onderlijf tegen die [slachtoffer 1] aan aangelegen en/of die [slachtoffer 1] betast over/aan haar benen en/of borsten en/of billen, althans haar lichaam;.

Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.1

Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.

1. Proces-verbaal van aangifte, met bijlage, p. 11-15, opgemaakt en op 5 november 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1]:

Op 3 november 2015 werd ik opgebeld door de maatschappelijk werkster van de school van mijn dochter [slachtoffer 1]. Ze vertelde mij dat [slachtoffer 1] tijdens het schrijven van een verslag heel erg emotioneel werd en dat [slachtoffer 1] tegen de rector van de school, mevrouw [getuige 2], had verteld dat zij al twee jaar lang seksueel werd misbruikt door de vriend van haar moeder. Mijn vriend heet [verdachte]. Hij is van Jamaicaanse afkomst. Hij wordt door ons [verdachte] genoemd. [verdachte] en ik hebben een “on/off” relatie van ongeveer 10 jaren. [verdachte] behandelde mijn kinderen alsof het zijn eigen kinderen zijn. Bijna drie jaren geleden heeft [verdachte] een einde aan onze relatie gemaakt, maar we bleven in contact met elkaar. [verdachte] bleef mijn auto lenen. Hij komt elke morgen mijn kinderen ophalen om ze naar school te brengen. [verdachte] komt meestal in de nachtelijke uren bij mij.

In de nacht van 28 op 29 oktober 2015 omstreeks 01:00 uur kwam [slachtoffer 1] mijn slaapkamer binnen. Ze zei tegen mij dat [verdachte] in de woonkamer was en ze vroeg of ze bij mij kon blijven slapen. Ik zei tegen haar dat dat onmogelijk was. Ze bleef aandringen om naast mij te slapen, maar ik zei nee. Op een gegeven moment werd ik boos en stuurde haar naar haar slaapkamer. Enkele minuten hierna liep [verdachte] mijn slaapkamer binnen en kwam naast mij op bed liggen. Hij zei niets tegen mij, maar stond na twee minuten op en ging weg. Ik ging kijken waar hij gebleven was. Ik zag dat hij in de auto stapte en weg reed.

2. Proces-verbaal van nader verhoor aangeefster, p. 16-24, opgemaakt en op 12 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1]:

Als [verdachte] midden in de nacht komt, heeft hij vaak een T-shirt, een korte broek en slippers aan. Ik heb een grote fles baby olie in huis, die [verdachte] en ik gebruiken bij het seksen.

3. Proces-verbaal verhoor slachtoffer, p. 27-30, opgemaakt en op 6 november 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 4], voor zover inhoudende als de op 6 november 2015 afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:

Ik ben geboren op [geboortedatum] 2002. Mijn moeder was bevriend met [verdachte]. Hij kwam soms in de middaguren, maar vaak kwam hij tegen 23:00 uur en ging tegen 03:00 uur weg. Mijn broer en ik werden al drie jaar lang door hem naar school gebracht.

Ik herinner me de exacte datum niet, maar het was een keer dat [verdachte] bij mijn moeder in de kamer was. Nadat mijn moeder vermoedelijk in slaap gevallen was, kwam [verdachte] in mijn kamer. Ik was gekleed in een pyjama en op een gegeven moment voelde ik dat iemand mij betastte. Toen ik wakker werd zag ik dat het [verdachte] was. Hij betastte mijn benen. Zijn onderlijf was bloot. Hij kwam achter mij liggen. Hij haalde mijn pyjama naar boven, deed mijn panty opzij en penetreerde mijn vagina met zijn stijve penis. Wanneer ik een lange broek aanhad, trok [verdachte] die gewoon uit. Naast het penetreren van mijn vagina met zijn penis, heeft hij ook zijn wijs- en middelvinger in mijn vagina gestoken. De eerste keer dat hij mij met zijn penis penetreerde, heb ik veel pijn gevoeld.

4. Proces-verbaal 2e verhoor slachtoffer, met bijlage, p. 31-35, opgemaakt en op 18 november 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], voor zover inhoudende als de op 18 november 2015 afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:

Om in mijn slaapkamer te komen, moet je door de kamer van mijn broer lopen. Het gebeurde heeft zich allemaal afgespeeld in mijn slaapkamer. Het gebeurde altijd tussen 00:00 en 03:00 uur. Als [verdachte], of [verdachte] zoals wij hem noemen, mijn slaapkamer binnenkwam, sliep ik al. Op een gegeven moment werd ik wakker doordat iemand mijn lichaam aanraakte. Ik zag dan dat het [verdachte] was. Ik zag dat zijn broek uitgetrokken was en dat zijn penis soms uit zijn onderbroek was en stijf was. [verdachte] heeft mij vele keren gepenetreerd met zijn vinger en met zijn penis. [verdachte] stopte zijn penis en zijn vinger iedere keer in mijn vagina. Hij deed beide, de een achter de andere.

De eerste keer dat [verdachte] mij had gepenetreerd, was vóór augustus 2014. Dit weet ik, omdat [verdachte] in augustus 2014 met vakantie is gegaan naar Nederland. Ik zat toen in groep 7 van het Marnix College. De laatste keer dat [verdachte] mij heeft willen penetreren was op 29 oktober 2016. Omstreeks 01:00 uur had hij tegen mij gezegd dat hij iets leuks met mij wilde doen. Ik wist wat hij daarmee bedoelde. Ik liep toen naar de slaapkamer van mijn moeder om te voorkomen dat hij mij weer met zijn penis en of vinger kon penetreren. Ik had mijn moeder gevraagd of ik bij haar mocht slapen, maar ze stuurde mij naar mijn slaapkamer, omdat zij niet begreep waarom ik bij haar wilde slapen.

5. Proces-verbaal verhoor slachtoffer, met bijlage, p. 36-43, opgemaakt en op 12 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als de op 12 december 2015 afgelegde verklaring van [slachtoffer 1]:

Wanneer [verdachte] in de nachtelijke uren mijn slaapkamer binnenkomt om mij seksueel te misbruiken, blijft hij ongeveer 30 à 40 minuten. Wanneer hij mijn kamer binnenkomt heeft hij soms een T-shirt en een korte broek aan en hij heeft slippers aan. Ik herken hem aan de baby olie geur op zijn lichaam en tevens kan ik hem zien door het beetje licht dat door de gordijnen binnen straalt.

[verdachte] bracht mij soms naar feestjes en op zondag ging ik soms met [verdachte] en zijn kinderen zwemmen. Soms, ongeveer één keer per maand, maakte [verdachte] ons zelf wakker wanneer hij kwam om ons naar school te brengen.

6. Een geschrift, te weten een brief van de leerweg coördinator van het Marnix College van 5 november 2015, p. 49, voor zover inhoudende als relaas van [getuige 2]:

Op 3 november had [slachtoffer 1] (het Gerecht begrijpt: [slachtoffer 1]) een strafmiddag. Zij moest een opstel schrijven. Nadat zij het blaadje bij mij had ingeleverd, bleven we nog praten. Ik vroeg haar of ze nu goed in haar vel zat. Ze zij dat ze zich niet prettig voelde en op mijn vraag of het door school kwam of door iets in de thuissituatie, vertelde ze dat het aan de thuissituatie lag. Na enige twijfel zei [slachtoffer 1] dat het te maken had met de vriend van haar moeder. Ze zei dat het iets te maken had met wat haar moeder nog niet wist, maar vond het heel moeilijk om het te vertellen. Wel had ze het aan een vriendin verteld. Ik heb gevraagd of ze het fijner vond om het op te schrijven, waarmee ze toestemde. Op het blaadje schreef ze: “Hij gebruikt me.” Toen ik vroeg of hij haar “gebruikt” of “misbruikt”, zei ze: “Het laatste.” Hierna vroeg ze wat misbruiken precies inhield. Ik heb haar aangegeven dat het te maken heeft met seksuele handelingen, waarop [slachtoffer 1] begon te knikken en zei: “Dat ja.” Op de vraag of er ook penetratie bij is, antwoordde [slachtoffer 1] dat dit inderdaad het geval is. Ook gaf ze aan dat het zich al ongeveer twee jaar afspeelt.

7. Een geschrift, te weten een brief van de schoolmaatschappelijk werkster van het VPCO, p. 53, van 6 november 2015, voor zover inhoudende als relaas van [getuige 3]:

Op 3 november 2015 vertelde [slachtoffer 1] dat ze door de vriend van haar moeder seksueel misbruikt wordt. Op 4 november 2015 ben ik op huisbezoek geweest om de moeder te ondersteunen bij het gesprek met de zoon [getuige 4]. Hij kreeg het nieuws voor het eerst te horen. Tijdens het gesprek vertelde hij dat hij de meneer verschillende keren in de kamer van [slachtoffer 1] zag gaan.

8. Een geschrift, te weten een geneeskundig rapport met betrekking tot [slachtoffer 1] van arts A.H.E. Maduro, die op 3 november 2015 het volgende heeft verklaard:

Het lichamelijk onderzoek geeft aan dat er geen hymen meer aanwezig zijn. Conclusie: penetratie heeft plaatsgevonden.

9. Proces-verbaal verhoor getuige, p. 68-70, opgemaakt en op 13 november 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 5], voor zover inhoudende als de op 13 november 2015 afgelegde verklaring van [getuige 4]:

Mijn moeder heeft al tien jaren een relatie met [verdachte]. Hij wordt door ons [verdachte] genoemd. Hij komt meestal in de nachtelijke uren bij mijn moeder. Om in de slaapkamer van [slachtoffer 1] te komen, moet je door mijn slaapkamer gaan. Ongeveer anderhalf jaar geleden had ik gemerkt dat [verdachte] in de nachtelijke uren mijn slaapkamer binnenkwam. Daarna liep hij naar de deur van de slaapkamer van [slachtoffer 1], maakte deze open, ging naar binnen en deed de deur dicht. Soms merkte ik dat hij ongeveer 30 minuten in haar kamer bleef. Dit gebeurde 4 a 5 keer per week. Als [verdachte] de slaapkamer van [slachtoffer 1] binnenging, was zijn kleding altijd in orde, maar bij vertrek was dat anders.

10. Proces-verbaal verhoor getuige, p. 80-84, opgemaakt en op 12 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 5], voor zover inhoudende als de op 12 december 2015 afgelegde verklaring van [getuige 4]:

In het schooljaar 2013-2014 begon [verdachte] met het betreden van de slaapkamer van [slachtoffer 1]. Ik zat toen in de 1e klas van de Marnix. Rond december 2014 (het Gerecht begrijpt: december 2013. Zie bewijsmiddel 11) had ik schoolvakantie en ik bleef langer op. [verdachte] kwam en ging ineens vaker naar de kamer van [slachtoffer 1]. Hij deed dit wel vijf dagen in de week. Ik heb hem wel eens ’s nachts gezien omdat ik wakker werd om water te gaan drinken. In de vakantie van december 2013 was ik wakker toen [verdachte] langsliep naar [slachtoffer 1]’s slaapkamer.

Als [verdachte] de kamer van [slachtoffer 1] inging droeg hij meestal een poloshirt, een short en slippers. Wanneer hij wegging had hij zijn slippers of zijn riem in zijn hand. Zijn poloshirt is dan binnenste buiten aangetrokken.

11. Proces-verbaal bevinding, los stuk, opgemaakt en op 19 september 2018 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2], voor zover inhoudende als de verklaring van de verbalisant voornoemd:

Op 12 december 2018 (het Gerecht begrijpt: 2015) hoorde ik als getuige [getuige 4]. Op pagina 81 van het einddossier verklaarde de getuige onder meer het volgende: “Ja het klopt, ik blijf daarbij volharden. In het schooljaar 2013-2014 want ik zat in de 1 klas van de Marnix. Het was rond december 2014 want ik had schoolvakantie en bleef langer op.”

Per abuis had ik, verbalisant, december 2014 getikt in plaats van december 2013.

12. Proces-verbaal verhoor getuige, p. 71-73, opgemaakt en op 24 november 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 4], voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 5]:

Midden oktober 2015 vertelde [slachtoffer 1] (het Gerecht begrijpt: [slachtoffer 1]) mij dat haar stiefvader een keer haar kamer binnenkwam en haar begon te betasten. [slachtoffer 1] had gezegd dat haar stiefvader haar borsten betast had en dat hij daarna haar lichaam naar beneden betastte. Toen zij dit aan mij vertelde, was zij heel verdrietig. Zij was aan het huilen. Zij vertelde mij dat zij zich er helemaal niet goed bij voelde dat haar stiefvader haar betastte. [slachtoffer 1] vertelde mij ook dat zij het niet tegen haar moeder wilde zeggen, omdat zij bang was dat er dan iets slechts met haar zou gebeuren.

13. Proces-verbaal 1e verdachten verhoor, p. 99-103, opgemaakt en op 8 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als de op 8 december omstreeks 10:30 uur afgelegde verklaring van de verdachte:

Ik had een relatie met [getuige 1]. Het was een “aan/uit” relatie. Wij hadden een relatie van 2003-2010. Van 2010 tot heden ging ik bij haar langs om te kijken hoe het met haar kinderen is.

14. Proces-verbaal verdachten verhoor, p. 104-108, opgemaakt en op 8 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als de op 8 december omstreeks 16:30 uur afgelegde verklaring van de verdachte:

Vaak kom ik ’s avonds bij de familie op bezoek om even gedag te zeggen. [slachtoffer 1] gaat de laatste tijden uit. Soms breng ik haar weg. Ik gebruik de auto van [getuige 1]. Op haar verzoek breng ik de kinderen naar school. Ik doe vaak karweitjes voor [getuige 1] en de kinderen. Ik haal de kinderen op bij de huishoudster en zet ze thuis af. Het kan ook dat ik ze elders moet ophalen en afzetten.

15. Proces-verbaal verdachten verhoor, p. 109-113, opgemaakt en op 9 december 2015 gesloten en ondertekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als de op 9 december omstreeks 11:15 uur afgelegde verklaring van de verdachte:

Ik was een vaderfiguur voor de kinderen van [getuige 1].

Bewijsoverwegingen

De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de reden dat zowel [slachtoffer 1] als haar broer een voor hem belastende verklaring hebben afgelegd, is omdat er sprake is van manipulatie. Het Gerecht begrijpt de verdachte aldus, dat er sprake zou zijn van een complot tussen de moeder van [slachtoffer 1], [slachtoffer 1] en haar broer, om de verdachte valselijk te beschuldigen van ontucht.

Het Gerecht stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en overige stukken die zich in het dossier bevinden, de volgende feitelijke gang van zaken vast.

Midden oktober 2015 vertelt [slachtoffer 1] aan een vriendin dat haar stiefvader haar kamer binnenkwam en haar lichaam had betast. [slachtoffer 1] was daarbij aan het huilen. Op 3 november 2015 verklaart [slachtoffer 1] spontaan op school dat zij door de vriend van haar moeder misbruikt wordt. Zij verklaart ook dat haar moeder het nog niet weet, maar dat ze dit wel al aan een vriendin heeft verteld. Diezelfde dag wordt de moeder van [slachtoffer 1] gebeld door de maatschappelijk werkster van de school, die haar van het misbruik van haar dochter op de hoogte stelt. De moeder is heel emotioneel, belt de verdachte huilend op en vraagt hem haar auto terug te brengen. Wanneer hij dit doet, neemt ze hem de autosleutels af en vraagt zij een collega de verdachte naar zijn werk te brengen 2. Deze gedragingen van de moeder van [slachtoffer 1] worden bevestigd in de verklaring van die collega.3 Op 4 november 2015 gaat de schoolmaatschappelijk werkster op huisbezoek bij de moeder van [slachtoffer 1], om haar bij te staan wanneer de moeder haar zoon op de hoogte gaat stellen van hetgeen er gebeurd is met zijn zus. Haar zoon, de broer van [slachtoffer 1], vertelt bij dat gesprek dat hij de verdachte verschillende keren de kamer van zijn zus in heeft zien gaan. Op 5 november 2015 doet de moeder aangifte. Op 6 november 2015 wordt [slachtoffer 1] gehoord en op 13 november 2015 haar broer. De broer verklaart onder meer dat hij een goede relatie had met de verdachte. De verdachte bracht hem naar verschillende activiteiten en naar zijn vrienden en deed zijn haar. 4

Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, is het Gerecht van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de moeder van [slachtoffer 1], [slachtoffer 1] en haar broer hebben samengespannen in een complot tegen de verdachte.

Het Gerecht stelt verder voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de (beweerde) seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Dat maakt dat extra zorgvuldig naar de waardering van de afgelegde verklaringen moet worden gekeken.

Het Gerecht stelt in dat kader vast dat de verklaringen van [slachtoffer 1] ondersteuning vinden in de verklaringen van haar moeder en/of haar broer als het gaat om:

  1. de nachtelijke uren dat de verdachte bij hun thuis was. Zowel de moeder als haar broer hebben verklaard dat de verdachte daar in de nachtelijke uren kwam. De verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij daar ’s avonds was: “Vaak kom ik ’s avonds bij de familie op bezoek even gedag zeggen.” (pagina 106 van het dossier) en op de vraag van de verbalisant hoe vrij hij was om overal in de woning te komen, verklaarde de verdachte: “Als ik ’s avonds naar [getuige 1]’s woning ga, ga ik eerst naar [getuige 1] toe en vervolgens naar de kinderen om ze gedag te zeggen.” (pagina 107 van het dossier);

  2. de kleding die de verdachte droeg wanneer hij kwam. Zowel [slachtoffer 1] als de moeder en haar broer hebben verklaard dat de verdachte als hij ’s avonds kwam een korte broek/short en slippers aan had;

  3. de nachtelijke uren waarin de verdachte bij [slachtoffer 1] was. Haar broer heeft hierover verklaard dat de kleding van de verdachte niet meer in orde was als hij uit de slaapkamer van [slachtoffer 1] kwam en hij heeft verklaard over hoe lang verdachte op de slaapkamer van [slachtoffer 1] bleef. Deze verklaringen heeft hij bij de rechter-commissaris herhaald;

  4. de geur van baby olie waaraan [slachtoffer 1] verdachte herkende. De moeder van [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij en de verdachte baby olie gebruiken bij het seksen en dat ze een grote fles baby olie in huis heeft;

  5. het gebeuren in de nacht van 28 op 29 oktober 2015, in welke nacht [slachtoffer 1], zoals zij heeft verklaard, angst had dat verdachte weer seks met haar wilde. De moeder heeft verklaard dat haar dochter er bij haar op aandrong om die nacht bij haar te slapen, maar dat zij dat niet wilde en dat zij haar dochter naar haar slaapkamer stuurde, waarna verdachte, die toen in haar woning was, na enkele minuten bij haar, de moeder, kwam liggen.

Het Gerecht acht de voor het bewijs gebezigde verklaringen van [slachtoffer 1] voldoende betrouwbaar, terwijl de door haar gerelateerde feiten en omstandigheden voorts voldoende steun vinden in het overige bewijsmateriaal.

De raadsman heeft betoogd dat de verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, omdat er sprake is van leugenachtige verklaringen dan wel tegenstrijdigheden. Het Gerecht overweegt, ter aanvulling op het vorengenoemde en voor zover van belang, nog als volgt.

Het feit dat er geen DNA van verdachte op het onderzochte matras is aangetroffen, doet niet aan het vorenstaande af, nu het onduidelijk is gebleven om welk matras het precies ging en wel is vast komen te staan dat er een laken en een (beschermings-)hoes om het matras zat waarop [slachtoffer 1] lag.

De omstandigheid dat [slachtoffer 1] het litteken dat de verdachte heeft niet goed heeft beschreven, acht het Gerecht niet van belang, nu zij niet heeft verklaard dat zij dit litteken heeft gezien tijdens de ten laste gelegde seksuele handelingen.

De omstandigheid dat de betrokken schoonmaakster niets vreemds is opgevallen aan het beddengoed (pagina 75 van het dossier), acht het Gerecht, alles in onderling verband en samenhang bezien, niet van doorslaggevend belang.

Ook het verweer dat de verdachte, gelet op de verklaringen van [slachtoffer 1] en haar moeder, onmogelijk op 29 oktober 2015 op hetzelfde tijdstip zowel bij [slachtoffer 1] als haar moeder kon zijn, slaagt niet, omdat zowel [slachtoffer 1] als haar moeder hebben verklaard dat het omstreeks 01:00 uur was.

De verweren worden verworpen.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:199 jo 2:208 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

de eendaadse samenloop van:

met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,

en

ontucht plegen met een aan zijne zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd,

Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:200 jo 2:208 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

de eendaadse samenloop van:

het met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,

en

ontucht plegen met een aan zijne zorg of waakzaamheid toevertrouwden minderjarige, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Verdachte heeft zich langere tijd schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, waaronder het seksueel binnendringen, met de dochter van zijn ex-vriendin. De dochter was op het moment dat de ontuchtige handelingen begonnen nog geen twaalf jaar oud. Verdachte heeft door deze handelwijze ernstig inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van dit jonge slachtoffer en hij heeft misbruik gemaakt van het overwicht dat hij op het slachtoffer had. Verdachte was als een vader voor het slachtoffer. Zij kende hem bijna haar hele leven. Hij bracht haar naar school en naar andere sociale activiteiten en haalde haar op als het nodig was. De verdachte pleegde deze ontucht ter bevrediging van zijn persoonlijke lustgevoelens, zonder stil te staan bij de mogelijk langdurige nadelige psychische gevolgen voor het slachtoffer. Het Gerecht rekent dit verdachte zwaar aan.

Feiten als de onderhavige zijn afkeurenswaardig en schokken de samenleving.

Het Gerecht neemt in aanmerking dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.

De verdachte is door een psycholoog en psychiater onderzocht en deze deskundigen achten hem volledig toerekeningsvatbaar. Het Gerecht neemt dit oordeel over en houdt de verdachte dan ook volledig verantwoordelijk voor de bewezen feiten.

Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Als oriëntatiepunt voor straftoemeting hanteert het Gerecht in het geval van seksueel binnendringen bij een kind jonger dan twaalf jaar een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar. Als strafverzwarende omstandigheden weegt het Gerecht mee de langere duur van de ontucht en het misbruik van overwicht of vertrouwen. Alles afwegend acht het Gerecht de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden, zodat die eis zal worden gevolgd.

Vordering gevangenneming

Het Gerecht zal niet, zoals door de officier van justitie gevorderd, de gevangenneming van verdachte bevelen. Nu ten aanzien van verdachte eind december 2015 schorsing van de voorlopige hechtenis heeft plaatsgevonden, kan daarvan geen sprake zijn. Voor zover de officier van justitie heeft bedoeld te vorderen dat de schorsing wordt opgeheven, ziet het Gerecht daarvoor geen aanleiding.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op artikel 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de 5 (vijf) jaren;

beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

wijst af de vordering tot gevangenneming van de verdachte.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos, bijgestaan door mr. L.M. Tjong-A-Tjoe, zittingsgriffier, en op 11 oktober 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.

uitspraakgriffier: