Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 09-04-2018, ECLI:NL:OGEAA:2018:193, Aua201702734
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 09-04-2018, ECLI:NL:OGEAA:2018:193, Aua201702734
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 9 april 2018
- Datum publicatie
- 17 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2018:193
- Zaaknummer
- Aua201702734
Inhoudsindicatie
Landsverordening Administratieve Rechtspraak (LAR) - In het verweerschrift is vermeld dat de beslissing is heroverwogen en dat op het verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf positief is beslist. Onder deze omstandigheden is het belang aan het beroep komen te ontvallen. - Teruggaaf griffierechten.
Uitspraak
Uitspraak van 9 april 2018
Aua201702734
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
verblijvend in Aruba,
APPELLANTE
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:
de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. G.M.N. Maduro (DIMAS).
1 PROCESVERLOOP
Bij beschikking van 8 mei 2017 heeft verweerder een verzoek van appellante tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewezen.
Daartegen heeft appellante op 30 mei 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 11 oktober 2017 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Op 24 januari 2018 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.
2 OVERWEGINGEN
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
Ingevolge artikel 32, aanhef en onder a, kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
In het verweerschrift is vermeld dat de beslissing van 8 mei 2017 is heroverwogen en dat op het verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf positief is beslist. Onder deze omstandigheden is het belang aan het beroep komen te ontvallen.
Met de verlening van de vergunning dient de in beroep bestreden fictieve afwijzende beschikking door verweerder ten voordele van appellante ingetrokken dan wel gewijzigd te worden geacht. Onder deze omstandigheden bestaat aanleiding te gelasten dat het betaalde griffierecht wordt teruggeven (artikel 30, tweede lid, van de Lar).
3 BESLISSING
De rechter in dit gerecht:
-verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
-gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,= aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 9 april 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).