Home

Hoge Raad, 31-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:802, 20/03200

Hoge Raad, 31-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:802, 20/03200

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
31 mei 2022
Datum publicatie
31 mei 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:802
Formele relaties
Zaaknummer
20/03200

Inhoudsindicatie

Verschillende overtredingen van Opiumwet en WWM. 1. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid OM in vervolging en voorwaardelijke verzoeken tot nader onderzoek. 2. Opzet op het voorbereiden van een feit a.b.i. art. 10.4 Opiumwet. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 20/03497 P.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/03200

Datum 31 mei 2022

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 oktober 2020, nummer 21-002481-18, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.W.M. Stevens, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2022.