Hoge Raad, 02-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2030, 18/00687
Hoge Raad, 02-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2030, 18/00687
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 november 2018
- Datum publicatie
- 2 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2030
- Formele relaties
- In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2018:220
- Zaaknummer
- 18/00687
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
2 november 2018
Nr. 18/00687
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 januari 2018, nr. 14/5231 ZW, betreffende een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Ziektewet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‐Generaal – het beroep in cassatie niet‐ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‐ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2018.