Home

Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1182, 18/00836

Hoge Raad, 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1182, 18/00836

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 juli 2018
Datum publicatie
13 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1182
Formele relaties
Zaaknummer
18/00836

Inhoudsindicatie

HR: art. 80a RO.

Uitspraak

13 juli 2018

nr. 18/00836

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 16 januari 2018, nrs. 17/766 PW en 17/767 PW, betreffende besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag ingevolge op grond van de Participatiewet.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‐Generaal – het beroep in cassatie niet‐ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‐ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2018.