Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-10-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3894, 200.233.656_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-10-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3894, 200.233.656_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
24 oktober 2019
Datum publicatie
29 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:3894
Zaaknummer
200.233.656_01

Inhoudsindicatie

Partneralimentatie

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

zaaknummer : 200.233.656/01

zaaknummer rechtbank : C/03/226865 / FA RK 16-3678

beschikking van de meervoudige kamer van 24 oktober 2019

inzake

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in het principaal hoger beroep,

verweerster in het incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. E. Meuwissen te Maastricht,

tegen

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in het principaal hoger beroep,

verzoeker in het incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. A.F.G. Bergmans-Jeurissen te Sittard.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg (Maastricht) van 16 november 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

De vrouw is op 16 februari 2018 in hoger beroep gekomen van de voormelde beschikking van 16 november 2017.

2.2.

De man heeft op 29 maart 2018 een verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep ingediend.

2.3.

De vrouw heeft op 9 mei 2019 een verweerschrift op het incidenteel hoger beroep ingediend.

2.4.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 31 augustus 2017;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 3 januari 2019 met als bijlagen de producties 33 tot en met 38, ingekomen op 3 januari 2019;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 4 januari 2019 met als bijlagen de producties 35 tot en met 37, ingekomen op 4 januari 2019;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 4 januari 2019 met als bijlage de aanslag BsGW 2018 behorend bij productie 37;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 14 januari 2019 met als bijlage productie 39, ingekomen op 14 januari 2019.

2.5.

De mondelinge behandeling heeft op 15 januari 2019 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

- de man, bijgestaan door zijn advocaat.

2.6.

Van de mondelinge behandeling is een verkort proces-verbaal opgemaakt in verband met het opstarten van een mediationtraject.

2.7.

Op 22 maart 2019 is ingekomen een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 22 maart 2019, waaruit blijkt dat partijen niet in onderling overleg tot overeenstemming zijn gekomen en waarin het hof is verzocht een beslissing in deze zaak te geven.

3 De feiten

3.1.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2.

Partijen zijn gehuwd op 6 september 1997. Bij bestreden beschikking is de echtscheiding uitgesproken. Het huwelijk van partijen is op 5 maart 2018 ontbonden door inschrijving van de voormelde beschikking in de registers van de burgerlijke stand.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing