Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-01-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:221, HD 200.102.897_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-01-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:221, HD 200.102.897_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
15 januari 2013
Datum publicatie
15 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2013:221
Formele relaties
Zaaknummer
HD 200.102.897_01

Inhoudsindicatie

Derogerende werking redelijkheid en billijkheid; opeisbaarheid van advocatenfacturen na intrekking toevoeging.

Advocaat heeft voor cliënt op basis van een toevoeging werkzaamheden verricht in het kader van een juridische procedure. De uitkomst van die procedure heeft tot gevolg gehad dat de verleende toevoeging wordt ingetrokken. Advocaat en cliënt procederen vervolgens onder meer over de vraag wat zij ten aanzien van de betaling van de advocaat zijn overeengekomen.

Uitspraak

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.102.897

arrest van 15 januari 2013

in de zaak van

[de man],

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. ing. P.M.A.C. van de Laak,

tegen:

[de vrouw],

kantoor houdende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. G.L. [geïntimeerde]-van Alphen,

op het bij exploot van dagvaarding van 20 februari 2012 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, sector Kanton, locatie Eindhoven tussen appellant - [appellant] - als gedaagde in conventie, eiser in reconventie en eiser in het incident en geïntimeerde - [geïntimeerde] - als eiseres in conventie, verweerster in reconventie en verweerster in het incident gewezen vonnis van 2 februari 2012.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 783476 / 11-9659)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij appeldagvaarding houdende memorie van grieven heeft [appellant] 12 grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot afwijzing alsnog van de door [geïntimeerde] in eerste aanleg in conventie ingestelde vordering en toewijzing alsnog van zijn in het incident ingestelde vordering.

2.2.

Bij memorie van antwoord heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden.

2.3.





Partijen hebben hun zaak op 22 oktober 2012 doen bepleiten door voornoemde advocaten. De pleidooien hebben plaatsgehad aan de hand van pleitnotities, die deel uitmaken van het procesdossier. Voorafgaand aan de pleidooien - op 4 oktober 2012 - heeft het hof van [geïntimeerde] vier producties ontvangen, die tevens aan [appellant] zijn verzonden. [appellant] heeft tegen de overlegging van deze stukken geen bezwaar gemaakt. [appellant] heeft voorafgaand aan de pleidooien - op 8 oktober 2012 - twee producties aan het hof overgelegd, waartegen [geïntimeerde] geen bezwaar heeft gemaakt. Het hof heeft van het overleggen van deze producties akte verleend. Bij gelegenheid van de pleidooien heeft [geïntimeerde] verzocht verschillende aanvullende producties in het geding te mogen brengen, waaronder correspondentie met derden. Mr. Van de Laak heeft hiertegen geprotesteerd onder verwijzing naar het late tijdstip van overlegging en het feit dat zijn cliënt niet ter zitting aanwezig was en om die reden niet op de over te leggen producties kon reageren. Het hof heeft de producties geweigerd op de door mr. Van der Laak aangedragen gronden.

2.4.

Partijen hebben uitspraak gevraagd op basis van de voorafgaand aan het pleidooi door [geïntimeerde] aan het hof toegezonden gedingstukken.

3 De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4 De beoordeling

5 De uitspraak