Gerechtshof Den Haag, 26-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:701, 2200106919
Gerechtshof Den Haag, 26-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:701, 2200106919
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 maart 2020
- Datum publicatie
- 15 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:701
- Zaaknummer
- 2200106919
Inhoudsindicatie
Niet-ontvankelijk in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven tegen het vonnis waarvan beroep.
Uitspraak
Rolnummer: 22-001069-19
Parketnummer: 10-255667-18
Datum uitspraak: 12 maart 2020
VERSTEK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 5 maart 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 12 maart 2020 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte heeft geen schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven of door een gemachtigd raadsman laten opgeven. Het hof ziet ook ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep.
Daarom zal de verdachte op de voet van het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.