Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6307, 21-004468-20

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6307, 21-004468-20

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 juni 2021
Datum publicatie
19 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:6307
Zaaknummer
21-004468-20

Inhoudsindicatie

Veroordeling voor als persoon bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtwet 1969, de in artikel 2, eerste lid, van die wet opgelegde verplichtingen niet nakomen, tot een voorwaardelijke hechtenis van twee weken met een proeftijd van twee jaren. Tevens gelast het gerechtshof de tenuitvoerlegging van een eerder veroordelend vonnis waarbij de rechter hem een voorwaardelijke straf oplegde. Verdachte moet daartoe een geldboete van € 400,- betalen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-004468-20

Uitspraak d.d.: 23 juni 2021

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 13 november 2020 met het parketnummer 16-190473-20 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 16-082274-18, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 juni 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke hechtenis van twee weken met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal vordert tevens dat het hof toewijst de vordering tot tenuitvoerlegging van de aan verdachte voorwaardelijk opgelegde geldboete van € 400,-, subsidiair acht dagen hechtenis.

Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De tenlastelegging

Overweging ten aanzien van het bewijs

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf

Vordering tot tenuitvoerlegging

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING

Veroordeelt de verdachte tot hechtenis voor de duur van 2 (twee) weken.