Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5867, 200.286.389
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5867, 200.286.389
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 juni 2021
- Datum publicatie
- 17 juni 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:5867
- Zaaknummer
- 200.286.389
Inhoudsindicatie
Klare taal, art 1:266 BW gezagsbeëindiging, art 8 EVRM, aanvaardbare termijn.
Uitspraak
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.286.389
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 494461)
beschikking van 15 juni 2021
inzake
[verzoeker] (de vader)
en
[verzoekster] (de (stief)moeder)
beiden wonende te [A] ,
verzoekers in hoger beroep,
advocaat: mr. L. Scheffer te Amsterdam,
en
raad voor de kinderbescherming (de raad),
gevestigd te Utrecht,
verweerder in hoger beroep.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
de gecertificeerde instelling
stichting de Jeugd- & Gezinsbeschermers,
gevestigd te Bussum,
en
de pleegmoeder van [de minderjarige7] ,
en
de gezinshuisouders van de andere kinderen.
1 Onderwerp
Het gaat in deze zaak over de gezagsbeëindiging van de vader over:
- -
-
[de minderjarige1] , [in] 2005 in [B] , Oeganda,
- -
-
[de minderjarige2] , [in] 2007 in [B] , Oeganda,
- -
-
[de minderjarige3] , [in] 2007 in [C] , Oeganda, en
- -
-
[de minderjarige4] , [in] 2009 in [D] , Oeganda,
en de gezagsbeëindiging van de vader en de (stief)moeder over:
- -
-
[de minderjarige5] , geboren [in] 2007 in [C] , Oeganda,
- -
-
[de minderjarige6] , geboren [in] 2009 in [C] , Oeganda, en
- -
-
[de minderjarige7] , geboren [in] 2016 in [E] .
2 Belangrijke informatie
De vader en de (stief)moeder zijn de ouders van [de minderjarige5] , [de minderjarige6] en [de minderjarige7] . De ouders hebben samen het gezag over [de minderjarige5] , [de minderjarige6] en [de minderjarige7] .
De vader en [F] (wonende in Oeganda) zijn de ouders van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] .
De vader en [G] (wonende in Oeganda) zijn de ouders van [de minderjarige3] en [de minderjarige4] .
De vader oefent alleen het gezag uit over [de minderjarige1] , [de minderjarige2] , [de minderjarige3] en [de minderjarige4] .
De vader en de (stief)moeder zijn de ouders van [de minderjarige8] , geboren [in] 2019 in [E] . [de minderjarige8] is van 6 mei 2019 tot 6 mei 2021 onder toezicht gesteld geweest en woont bij de ouders. Als in deze beschikking wordt gesproken over de kinderen dan hoort [de minderjarige8] daar niet bij.
In de beschikking van 17 mei 2018 heeft de kinderrechter de kinderen (voorlopig) onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen verleend. Die maatregelen zijn daarna steeds verlengd.
De kinderen verblijven in verschillende gezinshuizen: [de minderjarige2] en [de minderjarige1] wonen in gezinshuis [gezinshuis1] , [de minderjarige4] en [de minderjarige3] wonen in gezinshuis [gezinshuis2] , [de minderjarige5] woont in gezinshuis [gezinshuis3] en [de minderjarige6] woont in gezinshuis [gezinshuis4] . [de minderjarige7] woont bij haar pleegmoeder ( [H] ).
Het hof heeft in de beschikking van 16 juni 2020 een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de Jeugd- & Gezinsbeschermers per kind afzonderlijk bepaalt op welke manier en hoelang er contact zal zijn, als contact mogelijk is.
3 De beslissing van de rechtbank
De rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft in de beschikking van 1 september 2020 een beslissing genomen op het verzoek van de raad.
De rechtbank heeft het gezag van de vader over [de minderjarige1] , [de minderjarige2] , [de minderjarige3] en [de minderjarige4] beëindigd en het gezag van de vader en de (stief)moeder over [de minderjarige5] , [de minderjarige6] en [de minderjarige7] beëindigd. De Jeugd- & Gezinsbeschermers is tot voogd over de kinderen benoemd. De rechtbank heeft haar beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat de beslissing mag worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep is ingesteld.