Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6319, 200.278.141

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6319, 200.278.141

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 augustus 2020
Datum publicatie
11 september 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:6319
Zaaknummer
200.278.141

Inhoudsindicatie

Rechtmatigheidstoets. Verlenging ondertoezichtstelling. Kinderrechter onvoldoende aan het fundamenteel beginsel van hoor en wederhoor. Dit verzuim is in hoger beroep voldoende gecompenseerd. De kinderen bevinden zich, in elk geval in de periode waarover het hof thans dient te beslissen, in een situatie waar sprake is van een ernstige bedreiging in hun ontwikkeling.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.278.141

(zaaknummer rechtbank Overijssel 236191)

beschikking van 11 augustus 2020

inzake

[de vader] ,

wonende te [woonplaats] , verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. W.F.A. Zwart-Peters te Deventer,

en

de gecertificeerde instelling,

Stichting Jeugdbescherming Overijssel,

gevestigd te Hengelo (O),

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen: de GI.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. A.M.J. van der Weide te Utrecht.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo van 2 april 2020 uitgesproken onder voormeld zaaknummer, verder te noemen: de bestreden beschikking.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met producties, ingekomen op 4 mei 2020;

- het verweerschrift in hoger beroep met producties van de GI;

- brief van de raad voor de kinderbescherming, verder: de raad, van 6 juli 2020;

- een e-mailbericht van de GI van 6 juli 2020 met als productie het verzoek verlenging

ondertoezichtstelling en verzoek machtiging uithuisplaatsing van de GI van 29 mei 2020;

- een e-mailbericht van de GI met als productie de e-mail van de GI aan de ouders

betreffende de informatie en contact met en vanuit de huisarts van 23 juni 2020.

2.2

Op 6 juli 2020 zijn de hierna genoemde [kind 1] en [kind 2] verschenen, die buiten aanwezigheid van de ouders, hun advocaten, de GI en de raad door het hof zijn gehoord.

2.3

De mondelinge behandeling heeft op 9 juli 2020 plaatsgevonden tezamen met het hoger beroep van de vader tegen de beschikking van 5 maart 2020 met zaaknummer 200.280.284 betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor de kinderen. De vader en de moeder zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de GI zijn verschenen [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] . Namens de raad is met bericht vooraf niemand verschenen.

2.4

Na de mondelinge behandeling heeft het hof nog kennis genomen van het

e-mailbericht van de GI van 13 juli 2020. Daarin bericht de rechtbank Almelo de GI dat op

het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van de GI van 29 mei 2020 als volgt is beslist:

"Het verlengingsverzoek van de GI met betrekking tot de resterende drie maanden ondertoezichtstelling wordt toegewezen. Het verzoek om de kinderen uit huis te plaatsen per direct voor die periode wordt afgewezen. De beslissing op het verzoek tot verlenging en machtiging uithuisplaatsing voor de duur van een jaar, wordt aangehouden. Die zaak wordt verwezen naar de meervoudige kamer van 2 oktober 2020 te 09.30 uur. De rechtbank deelt hierbij nog mee dat de beslissing aan partijen kan worden doorgegeven en dat de beslissing zo spoedig mogelijk op papier komt."

2.5

Voorts heeft het hof nog kennis genomen van het journaalbericht van mr. Van der Weide van 13 juli 2020 met als bijlage zijn schriftelijke aantekeningen die hij heeft voorgedragen tijden de mondelinge behandeling in hoger beroep.

3 De feiten

3.1

De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd geweest van 14 februari 2003 tot 13 november 2012. De vader en de moeder zijn de ouders van [kind 2] geboren [in] 2003 te [geboorteplaats] en [kind 1] geboren [in] 2006 te [geboorteplaats] .

De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen.

3.2

Na de echtscheiding is sprake geweest van een co-ouderschapregeling. [kind 2] stond/staat ingeschreven op het adres van de vader en [kind 1] stond/staat ingeschreven op het adres van de moeder. Sinds 20 november 2015 verblijven beide kinderen feitelijk op het adres van de vader.

3.3

Bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, verder te noemen: de kinderrechter, van 5 april 2017 zijn de kinderen onder toezicht gesteld van de GI.

3.4

Bij afzonderlijke beschikking van 5 april 2017 heeft de rechtbank de hoofdverblijfplaats van [kind 1] vastgesteld bij de vader.

3.5

De termijn van de ondertoezichtstelling van de kinderen is telkens verlengd. Bij beschikking uitgesproken op 4 oktober 2019 en schriftelijk vastgelegd op 11 november 2019 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 5 april 2020 onder aanhouding van het verzoek voor het overige en heeft de kinderrechter de GI verzocht om uiterlijk 4 maart 2020 een schriftelijk actueel overzicht van de stand van zaken aan de rechtbank te doen toekomen.

3.6

Bij - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking van 5 maart 2020 heeft de kinderrechter op verzoek van de GI mevrouw [A] benoemd tot bijzondere curator over de kinderen en voor zover hier van belang daarbij verstaan dat de bijzondere curator in het kader van deze procedure schriftelijk verslag zal doen van haar bevindingen aan de kinderrechter, welk verslag op een nader te bepalen datum voor de mondelinge behandeling met de GI en de ouders zal worden besproken.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing