Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10114, 200.134.892/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10114, 200.134.892/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 december 2016
Datum publicatie
19 december 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:10114
Zaaknummer
200.134.892/01

Inhoudsindicatie

Nakoming overeenkomst; beroep op ontbinding, verrekening en opschorting verworpen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.134.892/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/124172/ HA ZA 11-79)

arrest van 13 december 2016

in de zaak van

1 [Appellant 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: [Appellant 1],

wonende te [vestigingsplaats] ,

hierna: [appellant 2],

wonende te [woonplaats] ,

hierna: [appellant 3],

appellanten,

in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in (gedeeltelijk voorwaardelijke) reconventie,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten],

advocaat: mr. J.J. Paalman, kantoorhoudend te Almelo,

tegen

mr. Erik Eshuis q.q., in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [X], hierna: ,

wonende te Groningen,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in (gedeeltelijk voorwaardelijke) reconventie,

hierna: de curator,

advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudend te Leeuwarden.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 13 april 2011, 16 november 2011, 18 januari 2012, 18 april 2012 van de (voormalige) rechtbank Groningen en het vonnis van 8 mei 2013 van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen.

2. Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 12 juli 2013,

- de memorie van grieven,

- de memorie van antwoord.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.3

[appellanten] vorderen in het hoger beroep: “(…) bij arrest voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad het door hen ingestelde hoger beroep gegrond te verklaren, de door de rechtbank tussen appellanten als gedaagden in conventie/eisers in reconventie en geïntimeerde als eiser in conventie/gedaagde in reconventie gewezen vonnissen van 16 november 2011 en 8 mei 2013 (zaaknummer: C/18/124172 / HA ZA 11-79) te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vorderingen van appellanten zoals geformuleerd in punt 38 van deze memorie en zoals voor het overige geformuleerd in de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 16 maart 2011 alsnog toe te wijzen en de vorderingen van geïntimeerde alsnog af te wijzen, althans ter zake de beslissingen te nemen zoals Uw College meent die in goede justitie te moeten nemen, alsmede geïntimeerde in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep te veroordelen.”

3 De vaststaande feiten

3.1.

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.9 van het bestreden vonnis van 16 november 2011, nu tegen die vaststelling behoudens het navolgende geen grieven zijn aangevoerd noch anderszins van bezwaren daartegen is gebleken. Het hof houdt rekening met het bezwaar dat [appellanten] over de vaststelling van de feiten met betrekking tot de weergave van de tekst van de hierna in rov. 3.5 nader te noemen vaststellingsovereenkomst hebben gemaakt, door de tekst van deze overeenkomst te citeren.

Het gaat in deze zaak als gesteld en niet voldoende weersproken om het volgende.

3.2

De voormalig bestuurder en enig aandeelhouder van [X]

(hierna de heer [X] ), [Y] , en [Z] hebben een project ontwikkeld tot realisering van " [appellant 2] " (hierna te noemen: het

recreatieoord). [appellanten] zijn daarbij opgetreden als financiers van het project. [appellant 2]

is in dat kader de exploitatievennootschap.

3.3

[appellant 2] heeft [X] mondeling de opdracht gegeven het bouwproject

uit te voeren. [X] heeft de opdracht uitgevoerd als hoofdaannemer.

3.4

[appellant 2] en [appellant 3] hebben ten behoeve van het recreatieoord chalets

gekocht van 't Hexel B.V..

3.5

Ten einde een geschil te beslechten over de werkzaamheden en de daaraan

verbonden betalingen hebben [appellant 2] en [X] op 22 juli 2009 een

vaststellingsovereenkomst gesloten. In artikel 1 in samenhang met artikel 3 van de

vaststellingsovereenkomst is bepaald dat [appellant 2] uiterlijk op 23 juli 2009 € 500.000,-- zal betalen aan [X] . Voorts is in artikel 2 bepaald dat [X] vóór 1

september 2009 alle nog niet gereed zijnde werkzaamheden zal verrichten. Met betrekking

tot deze werkzaamheden is in voornoemd artikel het volgende opgenomen:

"Het gaat daarbij onder meer om de volgende werkzaamheden:

- afwerken infra

- afbouwwerkzaamheden woning

een en ander aan partijen genoegzaam bekend. "

In artikel 1 in samenhang met artikel 4 van voornoemde overeenkomst is bepaald dat binnen

veertien dagen na afronding van de werkzaamheden door [X] naar tevredenheid van

[appellant 2] , [appellant 2] dan wel [appellant 3] of één van de aan hem gelieerde

vennootschappen aan [X] een recreatiebungalow van het recreatiepark Parc

Emslandermeer ter waarde van € 165.000,-- exclusief BTW aan [X] zal overdragen.

Tot slot is in artikel 5 een kwijtingsregeling overeengekomen.

3.6

Voornoemd bedrag van € 500.000,- is tijdig betaald door [appellant 2] . Vervolgens heeft [X] werkzaamheden verricht in het kader van de vaststellingsovereenkomst.

3.7

Bij e-mail van 29 september 2009 is van de zijde van [X] aan [appellant 2] medegedeeld dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en dat een afspraak gemaakt kan worden voor de overdracht van de recreatiebungalow.

3.8

Bij vonnis van deze rechtbank van 26 februari 2010 is [X] in staat van

faillissement verklaard, waarbij mr. Eshuis als curator is benoemd.

3.9

Bij brief van 15 april 2010 heeft de curator [appellant 2] gesommeerd een bedrag

ter hoogte van € 196.349,99 binnen zeven dagen op de faillissementsrekening te storten.

Door [appellant 2] is niets betaald.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De beoordeling van de grieven en de vordering

6 De slotsom

7 De beslissing