Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8327, 200.171.764/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8327, 200.171.764/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
29 oktober 2015
Datum publicatie
4 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:8327
Zaaknummer
200.171.764/01

Inhoudsindicatie

Verzoek tot erkenning afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.171.764/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/133034 / FA RK 14-349)

beschikking van de familiekamer van 29 oktober 2015

inzake

[verzoekster] ,

wonende te [A] ,

verzoekster in hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. F. Hofstra, kantoorhoudende te Leeuwarden,

tegen

[verweerder],

wonende te [A] ,

verweerder in hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. J.D. Nijenhuis, kantoorhoudende te Leeuwarden.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

mr. [B] ,

kantoorhoudende te [A] ,

verder te noemen: de bijzondere curator.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 7 mei 2014, 15 oktober 2014, 4 februari 2015 en 13 mei 2015, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 18 juni 2015, is de vrouw in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking van 13 mei 2015. De vrouw verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende te bepalen dat het inleidend verzoek van de man wordt afgewezen.

2.2

Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 5 augustus 2015, heeft de man het verzoek in hoger beroep van de vrouw bestreden en het hof verzocht het verzoek van de vrouw in hoger beroep af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

2.3

Ter griffie van het hof zijn binnengekomen:

- op 5 augustus 2015 een brief van dezelfde datum van de bijzondere curator met bijlagen;

- het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 9 september 2014.

2.4

De mondelinge behandeling heeft op 2 oktober 2015 plaatsgevonden. De vrouw is verschenen, bijgestaan door haar advocaat. Voorts is verschenen mr. Nijenhuis en de bijzondere curator. Ter zitting heeft mr. Hofstra mede het woord gevoerd aan de hand van een door haar overgelegde pleitnotitie.

3 De vaststaande feiten

3.1

Uit de vrouw zijn geboren:

- [de minderjarige1] , [in] 2009 (verder te noemen: [de minderjarige1] );

- [de minderjarige2] , [in] 2010 (verder te noemen: [de minderjarige2] ) en

- [de minderjarige3] , [in] 2012 (verder te noemen: [de minderjarige3] ).

3.2

De man is de verwekker van [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] .

3.3

De man heeft de rechtbank verzocht hem vervangende toestemming te verlenen om [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] te erkennen. De vrouw heeft zich hiertegen verweerd.

4 De motivering van de beslissing

5 De beslissing