Gerechtshof Amsterdam, 23-11-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3734, 200.292.484/01
Gerechtshof Amsterdam, 23-11-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3734, 200.292.484/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 november 2021
- Datum publicatie
- 6 december 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:3734
- Zaaknummer
- 200.292.484/01
Inhoudsindicatie
Vernietiging bestreden beschikking. Belast de ouders met het gezamenlijk gezag.
Uitspraak
Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.292.484/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/690853 / FA RK 20-6436 (JK/SM)
Beschikking van de meervoudige kamer van 23 november 2021 inzake
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. D. Rezaie te Amsterdam,
en
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. I.R. Feddema te Amsterdam.
Als belanghebbende is verder aangemerkt:
- [kind 1] (hierna te noemen: [kind 1] );
- [kind 2] (hierna te noemen: [kind 2] ).
In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag, locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de raad.
1 Het verloop van het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) van 13 januari 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2 Het geding in hoger beroep
De man is op 4 april 2021 in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking.
Bij het hof is nadien het volgende stuk ingekomen:
- een journaalbericht van de zijde van de man van 4 mei 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
De mondelinge behandeling heeft op 13 oktober 2021 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en de tolk in de taal Farsi, de heer I. Soltani, en in aanwezigheid van een kantoorgenoot van zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en de tolk in de Portugese taal, mevrouw J. Bierhoff.
De raad was met instemming van de advocaten niet ter zitting in hoger beroep aanwezig.
3 De feiten
Uit de inmiddels verbroken relatie van de man en de vrouw (hierna gezamenlijk: de ouders) zijn geboren:
- [kind 1] , [in] 2012;
- [kind 2] , [in] 2015 (hierna gezamenlijk: de kinderen).
De vrouw oefent alleen het gezag uit over de kinderen. De man heeft de kinderen erkend.
Blijkens het verhandelde ter zitting in hoger beroep, zien de man en de kinderen elkaar sinds september 2020 iedere zaterdag of zondag gedurende enkele uren tijdens een omgangsmoment waarbij de man de kinderen haalt en brengt bij de vrouw thuis.