Home

Gerechtshof Amsterdam, 08-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:296, 200.183.207/05 OK

Gerechtshof Amsterdam, 08-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:296, 200.183.207/05 OK

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
8 januari 2020
Datum publicatie
25 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:296
Zaaknummer
200.183.207/05 OK

Inhoudsindicatie

Ondernemingskamer; enquete; ontheffing onderzoeker; verhoging onderzoekskosten

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.183.207/05 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 8 januari 2020

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

H.P.L. METALS B.V.,

gevestigd te Nijmegen,

VERZOEKSTER,

advocaat: mr. P.D. Olden, kantoorhoudende te Amsterdam,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DELCO PARTICIPATION B.V.,

gevestigd te Oisterwijk,

VERWEERSTER,

advocaten: mr. D.J.F.F.M. Duynstee, mr. T. Drenth en mr. C. Spierings, allen kantoorhoudende te Amsterdam,

e n t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SVO COMPANY B.V.,

gevestigd te Oisterwijk,

BELANGHEBBENDE,

advocaten: mr. W.H.A.M. van den Muijsenbergh en mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam.

1 Het verloop van het geding

1.1

Verweerster wordt hierna aangeduid met Delco.

1.2

Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 1, 2 en 9 februari 2016 en van 3 juli 2017 en 8 november 2017 in deze zaak. Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Delco over de periode vanaf 1 januari 2015, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 50.000 (exclusief btw), mr. drs. W.J.M. van Andel (hierna: Van Andel) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – mr. E. Hammerstein (hierna: Hammerstein) benoemd als bestuurder van Delco.

1.3

Bij beschikking van 3 juli 2017 heeft de Ondernemingskamer mr. K. Rutten (hierna: Rutten), naast Van Andel, benoemd als (tweede) onderzoeker in deze zaak omdat Van Andel tijdelijk in het buitenland verbleef terwijl voortvarend onderzoek was geboden.

1.4

Bij beschikking van 8 november 2018 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoekers het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 130.000 (exclusief btw).

1.5

Bij e-mail/brief aan de Ondernemingskamer van 12 december 2019 heeft Rutten verzocht hem te ontheffen uit zijn functie van onderzoeker omdat voor zijn betrokkenheid geen aanleiding meer is nu Van Andel niet langer in het buitenland verblijft.

1.6

Bij e-mail/brief aan de Ondernemingskamer van 16 december 2019 hebben Van Andel en Rutten de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 185.000.

1.7

Bij e-mail van 17 december 2019 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk op 24 december 2019 uit te laten over de in 1.5 en 1.6 bedoelde verzoeken.

1.8

Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 17 december 2019 heeft Hammerstein laten weten dat van de kant van Delco geen bezwaar bestaat tegen de verzoeken. Van de overige partijen is niet vernomen.

2 De gronden van de beslissing

Nu partijen noch tegen ontheffing van Rutten uit zijn functie van onderzoeker noch tegen verhoging van het onderzoeksbudget bezwaar hebben gemaakt, en verhoging van dat budget de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer de verzoeken toewijzen.

3 De beslissing

De Ondernemingskamer:

ontheft mr. K. Rutten, te Utrecht, uit zijn functie van onderzoeker;

verhoogt het bedrag dat het bij beschikking van 1 februari 2016 bevolen onderzoek ten hoogste mag kosten tot € 185.000 (exclusief btw);

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, mr. C.C. Meijer en mr. J. den Boer, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2020.