Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-04-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1435, 23-001296-17

Gerechtshof Amsterdam, 23-04-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1435, 23-001296-17

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 april 2018
Datum publicatie
30 april 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:1435
Formele relaties
Zaaknummer
23-001296-17

Inhoudsindicatie

Door onderzoek aan de smartphone van de verdachte is een meer dan beperkte inbreuk gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer. Het hof volstaat met de constatering van het vormverzuim. De verdediging heeft het nadeel dat de verdachte heeft ondervonden namelijk op geen enkele wijze geconcretiseerd. Ook het heeft het hof in aanmerking genomen dat de betrokken opsporingsambtenaren, zo kan worden aangenomen, te goeder trouw hebben gehandeld en de verwijtbaarheid van hun handelwijze gering is. Daar komt bij dat aannemelijk is dat door de officier van justitie, indien deze daartoe zou zijn aangezocht, toestemming zou zijn verleend de smartphone van de verdachte te onderwerpen aan het onderzoek zoals dat heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-001296-17

datum uitspraak: 23 april 2018

TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 4 april 2017 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 april 2014 in de strafzaak onder parketnummer 15-820282-14 tegen

[naam] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,

adres: [adres]

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.

Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 22 juni 2015 het vonnis bevestigd behalve ten aanzien van de straf – het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden met aftrek van voorarrest – en met dien verstande dat het hof heeft gerespondeerd op een in hoger beroep gevoerd verweer.

De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:584) het arrest van het gerechtshof van 22 juni 2015 vernietigd, en de zaak naar het gerechtshof teruggewezen teneinde deze op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 april 2018.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 09 maart 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Bespreking van een in hoger beroep gevoerd verweer

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING