Home

Gerechtshof Amsterdam, 24-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1077, 200.166.074-01

Gerechtshof Amsterdam, 24-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1077, 200.166.074-01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
24 maart 2015
Datum publicatie
31 mei 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:1077
Zaaknummer
200.166.074-01

Inhoudsindicatie

Tussenarrest.

Uitspraak

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.166.074/01

zaaknummer rechtbank : 2933925 CV EXPL 14-9062

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 maart 2015

inzake

de maatschap naar burgerlijk recht LONDEN & VAN HOLLAND REGISTERACCOUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS,

gevestigd te Amsterdam,

appellante,

advocaat: mr. M.A. Visser te Amsterdam,

tegen

[GEÏNTIMEERDE],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. M.J. Draaisma te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Appellante heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.

De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2 Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3 Beslissing

Het hof:

bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. L.A.J. Dun, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;

bepaalt dat partijen binnen 1 week na heden op de rol van 31 maart 2015 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;

bepaalt dat appellante uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in viervoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);

bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.