Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5215, 200.132.398-01

Gerechtshof Amsterdam, 09-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5215, 200.132.398-01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 december 2014
Datum publicatie
18 december 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:5215
Formele relaties
Zaaknummer
200.132.398-01

Inhoudsindicatie

Appartementsrecht. Dagvaarding in plaats van verzoekschrift, toepassing wisselbepaling.

Uitspraak

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II

zaaknummer : 200.132.398/01

kenmerk rechtbank Amsterdam : CV 12-14923

arrest tevens beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer

van 9 december 2014

inzake

[APPELLANT],

wonend te [woonplaats],

appellant,

tevens incidenteel geïntimeerde,

advocaat: mr. H.W.E. Vermeer te Amstelveen,

tegen:

de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging

VERENIGING VAN EIGENAREN TORENFLAT II MEANDER 93 T/M 183 (ONEVEN) TE AMSTELVEEN,

gevestigd te Amstelveen,

geïntimeerde,

tevens incidenteel appellante,

advocaat: mr. P.G. Bekkers te Arnhem.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna weer [appellant] en de VvE genoemd.

Het hof heeft in deze zaak op 3 juni 2014 een tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar dat arrest verwezen.

Vervolgens heeft de VvE op 1 juli 2014 een akte genomen, waarop [appellant] op 29 juli 2014 bij antwoordakte heeft gereageerd.

Ten slotte is weer arrest gevraagd.

2 Verdere beoordeling

2.1

Bij het tussenarrest heeft het hof over alle geschilpunten en grieven van partijen een oordeel gegeven, behalve over de door [appellant] met grief 5 in principaal appel gevorderde machtiging om het herstel van het schilderwerk in de hal zelf te mogen (laten) uitvoeren. Het hof heeft daarover overwogen dat het verweer van de VvE dat [appellant] de verkeerde rechtsingang heeft gekozen, geen doel treft omdat het hof gehouden is de procedure op het goede spoor te zetten. De VvE is in de gelegenheid gesteld inhoudelijk verweer te voeren tegen de vordering (nu dus: het verzoek) van [appellant].

2.2

De VvE heeft zich in haar akte op het standpunt gesteld dat, nu het hof in het tussenarrest heeft geoordeeld dat de desbetreffende hal tot de gemeenschappelijke ruimten behoort, zij bevoegd is de opdracht tot het uitvoeren van het herstel te verlenen aan een door haar te kiezen schilder, hetgeen zij ook zal doen overeenkomstig de overgelegde offerte van 23 januari 2013. De VvE verwacht dat het schilderwerk kort na de bouwvak (het hof leest: 2014) zal worden uitgevoerd. Subsidiair verzoekt de VvE een eventuele machtiging te beperken tot het in de offerte van 23 januari 2013 genoemde bedrag van € 602,08 inclusief btw.

2.3

[appellant] heeft in zijn antwoordakte erop gewezen dat de offerte inmiddels al meer dan achttien maanden oud is, maar de schade nog steeds niet is gerepareerd. Hij meent dat onvoldoende zeker is dat de schade zal worden hersteld en dat de door de VvE gepresenteerde offerte de volledige herstelkosten dekt. Hij vraagt toewijzing van de machtiging tot een bedrag van € 1.000,=.

2.4

Het hof overweegt met betrekking tot het verzoek van [appellant] als volgt. De VvE heeft toegezegd dat het door haar aan te zoeken schildersbedrijf ook deze werkzaamheden opgedragen zal krijgen en binnenkort zal uitvoeren. Het hof ziet onvoldoende aanleiding om aan deze toezegging te twijfelen en vertrouwt erop dat de VvE die zal nakomen. Het verzoek van [appellant] hem te machtigen zal om die reden worden afgewezen.

2.5

In rechtsoverweging 3.13 van het tussenarrest heeft het hof overwogen dat als gevolg van het (als enige) slagen van grief 5 in principaal appel, het door [appellant] gevorderde bedrag van € 352,87 toewijsbaar is. Toewijsbaar is ook de daarover gevorderde wettelijke rente met ingang van de dag van het instellen van de vordering, 9 juli 2012.

2.6

Bij het tussenarrest heeft het hof naar aanleiding van grief 2 in incidenteel appel reeds geoordeeld dat, wat ook de uitkomst van de kwestie van het schilderwerk zou zijn, in de einduitspraak de kosten van het geding in eerste aanleg terecht door de kantonrechter zijn gecompenseerd. Voorts heeft het hof reeds overwogen dat ook de kosten van het principale hoger beroep zullen worden gecompenseerd en de VvE de kosten van het incidentele hoger beroep moet dragen. Het hof zal nu dienovereenkomstig beslissen. In de verzoekschriftprocedure ziet het hof geen reden voor een (afzonderlijke) kostenveroordeling.

3 Beslissing

Het hof:

in de dagvaardingszaak:

vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 22 april 2013, gewezen tussen de VvE en [appellant] , voor zover daarbij in reconventie de vordering van [appellant] tot vergoeding van de schade aan de raamdorpel is afgewezen;

in zoverre opnieuw rechtdoende:

veroordeelt de VvE tot betaling aan [appellant] van € 352,87, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 9 juli 2012;

bekrachtigt het bestreden vonnis voor het overige;

compenseert de kosten van het principaal appel aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;

veroordeelt de VvE in de kosten van het incidenteel appel, tot heden aan de zijde van [appellant] begroot op € 316,= voor salaris;

in de verzoekschriftzaak:

wijst het verzoek van [appellant] af.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C. Uriot en R.H.C. van Harmelen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 december 2014.