Gerechtshof Amsterdam, 14-10-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4558, 200.141.698-01
Gerechtshof Amsterdam, 14-10-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4558, 200.141.698-01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 14 oktober 2014
- Datum publicatie
- 24 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:4558
- Zaaknummer
- 200.141.698-01
Inhoudsindicatie
partneralimentatie, samenleven met een ander als waren zij gehuwd, lotsverbondenheid, limitering, niet-wijzigingsbeding
Uitspraak
Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Uitspraak: 14 oktober 2014
Zaaknummer: 200.141.698/01
Zaaknummer eerste aanleg: 202419/13-1337
Beschikking van de meervoudige familiekamer
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats 1],
appellant,
advocaat: mr. L.W. Castelijns te Velsen-Zuid, gemeente Velsen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats 2],
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.C.H. de Leon te Haarlem.
1 Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna respectievelijk de man en de vrouw genoemd.
De man is op 12 februari 2014 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 13 november 2013 van de rechtbank Noord-Holland, met kenmerk 202419/13-1337.
De vrouw heeft op 31 maart 2014 een verweerschrift ingediend.
De man heeft op 10 juni 2014 een akte aanvulling gronden ingediend.
De vrouw heeft op 18 juni 2014 een verweerschrift tegen de akte aanvulling gronden ingediend.
De zaak is op 30 juni 2014 ter terechtzitting behandeld.
Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de man, bijgestaan door mr. B.G. Baljet, advocaat te IJmuiden;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
2 De feiten
Partijen zijn [in] 1987 gehuwd. Hun huwelijk is op 19 januari 2006 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 27 december 2005 in de registers van de burgerlijke stand. Uit hun huwelijk zijn geboren [kind A] [in] 1989 en [kind B] [in] 1994.
Aan de echtscheidingsbeschikking is een door de vrouw op 12 oktober 2005 en door de man op 31 oktober 2005 ondertekend echtscheidingsconvenant gehecht waarin partijen in artikel 1 zijn overeengekomen dat de man een bijdrage de kosten van levensonderhoud van de vrouw voldoet van € 1.113,- bruto per maand.
In genoemd echtscheidingsconvenant zijn de man en de vrouw voorts, voor zover thans van belang, het volgende overeengekomen:
(…)
Artikel 2. Niet-wijzigingsbeding
Het in artikel 1 bepaalde kan niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden, behoudens in het geval van de in artikel 3 van dit convenant genoemde situatie en behoudens een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden, dat de partij die de wijziging verzoekt, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het niet-wijzigingsbeding mag worden gehouden, zoals in artikel 1:159 lid 3 BW bepaald.
Artikel 3. Artikel 1:160 BW
Indien de vrouw hertrouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel is gaan samenleven met een ander als waren zij gehuwd, of als hadden zij hun geregistreerd partnerschap laten registreren, is het in artikel 1:160 BW bepaalde zonder meer van toepassing en eindigt de alimentatie definitief.
(…)
3 Het geschil in hoger beroep
Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de man, te bepalen dat zijn onderhoudsplicht jegens de vrouw met ingang van 13 november 2013 is beëindigd, althans met ingang van een zodanige datum als de rechtbank juist acht, afgewezen.
De man verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, te bepalen dat zijn onderhoudsplicht jegens de vrouw met ingang van 13 november 2013 is beëindigd, althans met ingang van 19 januari 2015, althans met ingang van een zodanige datum als het hof juist acht.
De vrouw verzoekt de man niet-ontvankelijk te verklaren, althans het door de man in hoger beroep verzochte af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.