Home

Gerechtshof Amsterdam, 16-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3843, 23-005595-13

Gerechtshof Amsterdam, 16-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3843, 23-005595-13

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
16 september 2014
Datum publicatie
24 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:3843
Formele relaties
Zaaknummer
23-005595-13

Inhoudsindicatie

Het hof overweegt dat jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens weliswaar een opening biedt om in de bijzondere omstandigheden van het geval een bestuurlijke maatregel (zoals een alcoholslotprogramma) als punitief van aard te kwalificeren, in het bijzonder waar het de zwaarte van de maatregel betreft (waarbij vaak de onvoldoende financiële draagkracht van de betrokkene gewicht in de schaal legt), maar de jurisprudentie ter zake is sterk casuïstisch van aard. In dit geval heeft de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep uitdrukkelijk geen inzicht willen geven in de hoogte en de herkomst van zijn inkomsten. De enkele stelling van de verdachte dat hij onvoldoende financiële draagkracht bezit om het alcoholslotprogramma te bekostigen, maakt de beoordeling daarvan onmogelijk. Verweer wordt verworpen.

Uitspraak

parketnummer: 23-005595-13

datum uitspraak: 16 september 2014

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 9 december 2013 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-660046-13 en 15-700046-13 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 september 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

zaak met parketnummer 15-660046-13:

hij op of omstreeks 26 januari 2013 te Haarlem als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;

zaak met parketnummer 15-700046-13 (gevoegd):

primair:hij op of omstreeks 26 januari 2013 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [verbalisant], van het leven te beroven, met dat opzet

- terwijl die de [verbalisant] hem een stopteken gaf, als bestuurder van een auto is doorgereden in de richting van die [verbalisant] en/of (vervolgens) gas heeft gegeven en/of (vervolgens)

- in de richting van die de [verbalisant] heeft gestuurd en/of (vervolgens) gas heeft geven, althans de snelheid heeft opgevoerd en/of (vervolgens) naar links heeft gestuurd en/of (vervolgens) de bocht scherper/kleiner heeft gemaakt, terwijl hij in de richting van die [verbalisant] reed, waardoor die [verbalisant] tussen de auto van verdachte en een geparkeerd staande auto kwam klem te zitten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair:hij op of omstreeks 26 januari 2013 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een ambtenaar, te weten [verbalisant], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, hoofdagent in dienst bij politie Noord Holland, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet

- terwijl die de [verbalisant] hem een stopteken gaf, als bestuurder van een auto is doorgereden in de richting van die [verbalisant] en/of (vervolgens) gas heeft gegeven en/of (vervolgens)

- in de richting van die de [verbalisant] heeft gestuurd en/of (vervolgens) gas heeft geven, althans de snelheid heeft opgevoerd en/of (vervolgens) naar links heeft gestuurd en/of (vervolgens) de bocht scherper/kleiner heeft gemaakt, terwijl hij in de richting van die [verbalisant] reed, waardoor die [verbalisant] tussen de auto van verdachte en een geparkeerd staande auto kwam klem te zitten althans bekneld dreigde te raken,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf en maatregel

Beslag

Vordering van de benadeelde partij [verbalisant]

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING