Home

Centrale Raad van Beroep, 02-07-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:971, 22/905 WMO15

Centrale Raad van Beroep, 02-07-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:971, 22/905 WMO15

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
2 juli 2025
Datum publicatie
4 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2025:971
Zaaknummer
22/905 WMO15

Inhoudsindicatie

Het dagelijks bestuur dient alsnog inzage aan appelante te geven in enkele passages die zijn zwart gelakt in het door Veilig Thuis over appellante en haar kinderen opgemaakte dossier.

Uitspraak

22/905 WMO15, 25/256 WMO15

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 11 februari 2022, 20/1902 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het dagelijks bestuur van de GGD Drenthe (dagelijks bestuur)

Datum uitspraak: 2 juli 2025

In deze zaak beslist de Raad dat het dagelijks bestuur alsnog inzage aan appellante dient te geven in enkele passages die zijn zwart gelakt in het door Veilig Thuis Drenthe over appellante en haar kinderen opgemaakte dossier.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. R.A. Korver, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend.

Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.

Het dagelijks bestuur heeft daarnaast ook stukken ingediend met het verzoek om met toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te bepalen dat uitsluitend de Raad hiervan kennis mag nemen. Met een uitspraak van 16 oktober 2024 heeft de Raad het verzoek toegewezen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2024. Namens appellante is

mr. Korver verschenen. Het dagelijks bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door

mr. M.J. Kolijn-van de Merwe, advocaat, en mr. F.J. Knoops. Het onderzoek ter zitting is geschorst om het dagelijks bestuur in de gelegenheid te stellen nadere stukken in te dienen.

Het dagelijks bestuur heeft een besluit van 13 januari 2025 en nadere stukken ingediend. Met betrekking tot een deel van de nadere stukken heeft het dagelijks bestuur verzocht om met

toepassing van artikel 8:29 van de Awb te bepalen dat alleen de Raad hiervan kennis mag

nemen. Met een uitspraak van 29 januari 2025 heeft de Raad het verzoek toegewezen.

Appellante heeft een zienswijze ingediend op het besluit van 13 januari 2025.

Een nader onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2025. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Korver. Het dagelijks bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door mrs. Kolijn-van de Merwe en Knoops.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante heeft twee minderjarige kinderen die zijn geboren in 2012 en 2016. Appellante en de vader van de kinderen zijn gescheiden. Zij hebben gezamenlijk het gezag over de kinderen. Op 30 juli 2018 heeft Veilig Thuis Drenthe (VTD) een anonieme melding ontvangen met betrekking tot de veiligheid van de kinderen. Naar aanleiding hiervan is VTD een onderzoek gestart.

1.2.

Op 25 november 2019 heeft appellante op grond van artikel 5.3.2, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) aan VTD verzocht om inzage in het door VTD over haar en de kinderen opgemaakte dossier.

1.3.

Met een besluit van 23 januari 2020, na bezwaar gehandhaafd met een besluit van 18 mei 2020 (bestreden besluit 1), heeft het dagelijks bestuur volledige inzage aan appellante in het dossier geweigerd. Appellante heeft beroep ingesteld tegen bestreden besluit 1.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft, voor zover van belang, het beroep van appellante tegen bestreden besluit 1 ongegrond verklaard en daarmee bestreden besluit 1 in stand gelaten. De rechtbank heeft overwogen dat het dagelijks bestuur appellante in redelijkheid volledige inzage in het dossier heeft kunnen weigeren.

Het hoger beroep

3.1.

Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

3.2.

Na de zitting van de Raad van 13 november 2024 heeft het dagelijks bestuur een nieuwe uitdraai van het in de periode in geding door VTD over appellante en de kinderen opgemaakte dossier ingediend, waarin woorden, zinnen en passages zijn zwart gelakt. Met een besluit van 13 januari 2025 (bestreden besluit 2) heeft het dagelijks bestuur geweigerd om appellante volledige inzage in de nieuwe uitdraai van het dossier te geven. Hieraan heeft het dagelijks bestuur het volgende ten grondslag gelegd.

3.2.1.

Het dagelijks bestuur heeft aan appellante inzage geweigerd in telefoonnummers, emailadressen, adressen en namen van personen die niet bij appellante bekend zijn, met een beroep op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van deze personen (weigeringsgronden 1 en 2).

3.2.2.

Verder heeft appellante volgens het dagelijks bestuur op grond van artikel 5.3.2, eerste lid, van de Wmo 2015 alleen recht op inzage in gegevens over haarzelf en in gegevens over de kinderen, die ten tijde in geding nog geen zestien jaar waren. Appellante heeft volgens het dagelijks bestuur dan ook geen recht op inzage in gegevens die VTD heeft over anderen, onder wie met name de vader van de kinderen. Voor zover de uitdraai van het dossier gegevens over de vader of anderen bevat, heeft het dagelijks bestuur daarom inzage in deze gegevens geweigerd en deze passages zwart gelakt (weigeringsgrond 3).

3.2.3.

Voor zover het dossier informatie bevat over appellante of haar kinderen die ook de persoonlijke levenssfeer van een ander raakt en het dagelijks bestuur het belang van die ander zwaarder vindt wegen dan het belang van appellante bij volledige inzage, is onder verwijzing naar artikel 5.3.2, vierde lid, van de Wmo 2015 inzage in deze gegevens geweigerd en zijn ook deze passages zwart gelakt (weigeringsgrond 4).

3.2.4.

De andere twee weigeringsgronden uit artikel 5.3.2, vierde lid, van de Wmo 2015 zijn volgens het dagelijks bestuur niet meer aan de orde, nu deze zaak al langere tijd is afgerond.

3.3.

Tegelijkertijd met de zwart gelakte nieuwe uitdraai van het dossier heeft het dagelijks bestuur een niet-zwart gelakte versie met toepassing van artikel 8:29 van de Awb aan de Raad gezonden. Appellante heeft de Raad toestemming gegeven om kennis te nemen van deze stukken als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.

3.4.

Appellante is het niet eens met bestreden besluit 2. Wat zij daartegen heeft aangevoerd wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusies en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels