Home

Centrale Raad van Beroep, 05-06-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:876, 24/1047 WMO15

Centrale Raad van Beroep, 05-06-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:876, 24/1047 WMO15

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
5 juni 2025
Datum publicatie
16 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2025:876
Zaaknummer
24/1047 WMO15

Inhoudsindicatie

Aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015 in de vorm van een pgb voor individuele begeleiding. Het college heeft niet voldoende onderzoek gedaan of bij appellante nog behoefte bestaat aan individuele begeleiding naast behandeling op grond van de Zorgverzekeringswet. Motiveringsgebrek. De Raad verklaart het beroep gegrond en draagt het college op om een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Vergoeding proceskosten en griffierecht.

Uitspraak

24/1047 WMO15

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 9 april 2024, 22/2323 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Halderberge (college)

Datum uitspraak: 5 juni 2025

Appellante is bekend met een eetstoornis. Het college heeft de door appellante gevraagde maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding afgewezen, omdat behandeling op grond van de Zvw voorliggend is. De Raad oordeelt dat de besluitvorming van het college geen standhoudt.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. L.J.H. Jonkeren, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 17 april 2025. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Jonkeren. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.I. Olivier.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante is bekend met een eetstoornis. Zij heeft zich bij het college gemeld voor een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding, te verstrekken in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb), op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Appellante krijgt vanuit Bodytolk, een organisatie gespecialiseerd in eetproblematiek, al ondersteuning. Zij wil voor deze ondersteuning een pgb ontvangen.

1.2.

Appellante heeft op 22 september 2021 een aanvraag voor individuele begeleiding in de vorm van een pgb ingediend, voorzien van een pgb-plan.

1.3.

Met een besluit van 24 november 2021 heeft het college de aanvraag van appellante afgewezen. Aan dit besluit ligt een medisch advies van verzekeringsarts S. van der Knaap van stichting SAP (SAP) van 11 november 2021 (medisch advies) ten grondslag. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

1.4.

Met het besluit van 29 maart 2022 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van appellante tegen de afwijzing van de aanvraag ongegrond verklaard. Hieraan heeft het college, onder verwijzing naar het medisch advies, ten grondslag gelegd dat de klachten van appellante behandelbaar zijn en dat appellante gebruik kan maken van behandeling op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Hiertoe heeft de rechtbank het volgende overwogen.

Er is geen reden voor de conclusie dat het medisch advies niet zorgvuldig tot stand is gekomen dan wel niet inzichtelijk, niet concludent of onjuist is. Het college mocht er op grond van dat advies van uitgaan dat de klachten van appellante nog behandelbaar zijn en dat behandeling door gecertificeerd zorgpersoneel aangewezen is. Dat kan behandeling zijn door de GGZ, maar ook behandeling door een andere gecertificeerde behandelaar. Er is geen reden om een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 aan appellante te verstrekken, ook niet aanvullend, omdat behandeling is aangewezen en behandeling onder de Zvw valt.

Het standpunt van appellante

3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Wat zij daartegen heeft aangevoerd wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak van belang zijnde wettelijke regels