Home

Centrale Raad van Beroep, 07-03-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:453, 23/3286 AKW

Centrale Raad van Beroep, 07-03-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:453, 23/3286 AKW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
7 maart 2025
Datum publicatie
26 maart 2025
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2025:453
Zaaknummer
23/3286 AKW

Inhoudsindicatie

Afwijzing verzoek om schadevergoeding en verbeuring dwangsom. De gemachtigde van appellant heeft via elektronische weg en met behulp van zijn eigen DigiD digitaal post verstuurd en dit is niet toegestaan.

Uitspraak

23/3286 AKW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van

20 oktober 2023, 23/1752 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] , Slowakije (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

Datum uitspraak: 7 maart 2025

SAMENVATTING

In deze uitspraak oordeelt de Raad dat de Svb geen dwangsom en schadevergoeding is verschuldigd. De gemachtigde van appellant heeft de ingebrekestelling digitaal verzonden met gebruik van zijn eigen DigiD. Onder verwijzing naar eerdere rechtspraak is de Raad van oordeel dat dit niet aangemerkt kan worden als een geldige ingebrekestelling.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft [gemachtigde] , hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 24 januari 2025. Appellant is met kennisgeving niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Zuidersma-Hovers.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellant heeft de Slowaakse nationaliteit. Hij ontving eerder kinderbijslag voor zijn dochter, die bij zijn echtgenote in Slowakije woont. De kinderbijslag is op enig moment beëindigd, omdat appellant niet meer in Nederland woonde of werkte. Op 6 oktober 2022 heeft de Svb een wijzigingsformulier over appellant ontvangen. Dit formulier is digitaal ingediend door de gemachtigde van appellant (gemachtigde) met gebruik van de DigiD van de gemachtigde en met vermelding van de persoonsgegevens van de gemachtigde en diens burgerservicenummer. Op het formulier is vermeld dat appellant vanaf september 2022 weer in Nederland werkt en kinderbijslag wil ontvangen. De Svb heeft op 28 oktober 2022 een aanvraagformulier gezonden naar het postadres van appellant zelf in Slowakije. Bij brief van 28 oktober 2022 aan de gemachtigde heeft de Svb uiteengezet post van hem te hebben ontvangen via zijn DigiD, terwijl die post niet van hemzelf is. De Svb heeft de gemachtigde verzocht dit niet meer te doen. DigiD mag niet op deze manier gebruikt worden, aldus de Svb.

1.2.

Namens appellant heeft de gemachtigde op 14 april 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank en om schadevergoeding verzocht omdat de Svb niet tijdig op de aanvraag van kinderbijslag van 27 december 2022 zou hebben beslist. Bij het beroepschrift is onder meer gevoegd een door appellant ingevulde aanvraagformulier voor kinderbijslag, ondertekend op 5 november 2022. Uit de bijgevoegde stukken blijkt voorts dat het aanvraagformulier van appellant is verzonden via de DigiD van de gemachtigde en door de Svb is ontvangen op 27 december 2022. Tevens is als bijlage bijgevoegd een formulier dwangsom bij niet-tijdig beslissen, ondertekend door appellant op 24 februari 2023, waarop is vermeld dat niet is beslist op de aanvraag van appellant van 27 december 2022. Uit de bijgevoegde stukken blijkt dat het formulier dwangsom is verzonden via de DigiD van de gemachtigde en door de Svb is ontvangen op 28 februari 2023. Zowel de aanvraag als de ingebrekestelling zijn dus door de gemachtigde van appellant ingediend met gebruik van zijn eigen DigiD. Hierdoor zijn volgens de Svb de stukken in het dossier van de gemachtigde geplaatst.

1.3.

De rechtbank heeft het beroepschrift met de bijlagen op 2 mei 2023 naar de Svb gestuurd. De Svb heeft de rechtbank bericht dat zich in het dossier van appellant geen aanvraag bevindt en dat de Svb zal beslissen naar aanleiding van het op 8 mei 2023 via de rechtbank ontvangen beroepschrift met bijlagen. Bij besluit van 12 juni 2023 heeft de Svb aan appellant met ingang van het vierde kwartaal van 2022 kinderbijslag toegekend.

Uitspraak van de rechtbank

2.1.

De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover dat was gericht tegen het niet-tijdig nemen van het besluit, en voor het overige het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Svb geen bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat op 27 december 2022 geen geldige aanvraag tot stand is gekomen en de beslistermijn op die datum niet is aangevangen. Onder verwijzing naar het ten tijde in geding geldende artikel 3, zevende lid, van de Regeling voorzieningen GDI1 (Regeling) heeft de rechtbank overwogen dat de DigiD in beginsel strikt persoonlijk is en niet overdraagbaar. Dit betekent onder meer dat het niet is toegestaan dat iemand via zijn eigen DigiD een aanvraag voor iemand anders indient. Nu geen sprake is van een situatie waarin de Svb niet tijdig heeft beslist op de aanvraag, is er geen aanleiding de Svb te veroordelen in de schade die appellant heeft geleden. Het verzoek om schadevergoeding wordt daarom afgewezen.

Standpunt van partijen

3.1.

Appellant is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens en heeft in essentie aangevoerd dat de Svb een bestuurlijke dwangsom en schadevergoeding is verschuldigd, omdat niet tijdig op de aanvraag van 27 december 2022 is beslist.

3.2.

De Svb heeft gevraagd om bevestiging van de aangevallen uitspraak. Op de zitting is besproken dat appellant zelf niet in het bezit is van een DigiD en dat de gemachtigde geen verzoek heeft gedaan tot registratie van een machtiging als bedoeld in artikel 5 van de Regeling. Berichten die via de DigiD van de gemachtigde aan de Svb worden verstuurd komen in het dossier van de gemachtigde terecht. In het dossier van de gemachtigde zitten nu gegevens van meerdere personen. De ingebrekestelling is daar ook terechtgekomen.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels en beleidsregels