Centrale Raad van Beroep, 14-11-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3995, 15/6673 WWB-R
Centrale Raad van Beroep, 14-11-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3995, 15/6673 WWB-R
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 14 november 2017
- Datum publicatie
- 17 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2017:3995
- Formele relaties
- Te rectificeren uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2017:3996
- Zaaknummer
- 15/6673 WWB-R
Inhoudsindicatie
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 26 september 2017, 15/6673 WWB en 16/3390 WWB, ECLI:NL:CRVB:2017:3305 , zie ECLI:NL:CRVB:2017:3996 voor de gerectificeerde tekst.
Uitspraak
15/6673 WWB-R, 16/3390 WWB-R
Datum uitspraak: 14 november 2017
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 26 september 2017, 15/6673 WWB en 16/3390 WWB
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Heerlen (college)
PROCESVERLOOP
Naar aanleiding van een brief namens appellant van mr. S.V.A.Y. Dassen-Franken, advocaat, ontvangen op 28 september 2017, heeft de Raad vastgesteld dat zijn uitspraak van
26 september 2017 een kennelijke fout bevat voor zover het de griffierechtbepaling betreft.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren.
Het college heeft bij brief van 30 oktober 2017 gereageerd op het voornemen van de Raad. Mr. Dassen-Franken heeft hierop een reactie gegeven bij brief van 2 november 2017.
OVERWEGINGEN
1. Het college heeft in reactie op het voornemen tot rectificatie de Raad verzocht te beslissen dat in plaats van een bedrag van € 123,- een bedrag van € 246,- aan appellant wordt vergoed als in hoger beroep betaalde griffierechten, en niet, zoals door appellant is verzocht, een bedrag van € 247,-.
2. De Raad stelt vast dat in de beslissing van de uitspraak van 26 september 2017 ten onrechte is bepaald dat het college aan appellant het door hem in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 123,- vergoedt. De beslissing had moeten luiden dat het college aan appellant het door hem in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 123,- en het door hem in hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 124,-, in totaal € 247,- vergoedt. Hierbij verwijst de Raad naar de griffierechtbedragen zoals vermeld in artikel 8:109 van de Algemene wet bestuursrecht zoals deze golden ten tijde van het instellen van elk van de hoger beroepen.
3. De Raad zal de beslissing herstellen door de uitspraak van 26 september 2017 te rectificeren in overeenstemming met wat onder 2 is overwogen.
4. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 26 september 2017,
15/6673 WWB en 16/3390 WWB, als volgt:
- de griffierechtbepaling in de beslissing wordt gewijzigd in:
“- bepaalt dat het college aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van
€ 247,- vergoedt.”
Deze uitspraak is gedaan door F. Hoogendijk als voorzitter en G.M.G. Hink en
J.T.H. Zimmerman als leden, in tegenwoordigheid van J.M.M. van Dalen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 november 2017.
(getekend) F. Hoogendijk
(getekend) J.M.M. van Dalen